woensdag 9 oktober 2013

Meerwaarde

Sommige dingen schrijf je gewoon niet op. Dan kom je in een situatie die je weliswaar aangrijpt maar meteen komt het besef dat het opschrijven daarvan een inbreuk zal zijn op de persoonlijke levenssfeer van de hoofdpersonen. Niet dat men zichzelf ooit in het verhaal zal herkennen, vooropgesteld dat ze ooit te weten zouden komen dat er over ze geschreven is, maar eigenlijk omdat het te gênant voor woorden is. Zulke dingen opschrijven is een vorm van voyeurisme, een inbreuk op de integriteit.
Bijvoorbeeld als de deur open zwaait en je een warme windvlaag tegemoet komt die bezwangerd is met een adembenemende urine- en uitwerpselenstank. In eerste instantie denk je aan katten en honden maar als je in de buurt van de toilet/douchecombinatie komt begin je daar opeens aan te twijfelen. Pas dan ontdek je dat de oorzaak van de walm, nog verergerd door de verzengende hitte in huis, zich niet op de daartoe geëigende plekken bevind maar gewoon op de grond. Nee, daar kan ik geen verhaal van maken.
Neem dan bijvoorbeeld een woning waar alle ramen, deuren, kieren en ventilatiekanalen hermetisch zijn afgesloten. Behalve dat het gebruik van stofzuigers bij de bewoners volstrekt onbekend is, lopen, kruipen en fladderen er een complete dierentuin rond. Terwijl men de ene sigaret met de andere aansteekt klaagt men hoestend en proestend over COPD. En de dokter heeft gezegd dat het aan de verhuurder ligt. Ook daar kan ik met goed fatsoen niets over vertellen.
Terwijl de mechanische ventilatie de lucht in huis met kubieke meters tegelijk door het dak naar buiten blaast beweert men bij hoog en bij laag dat er door die enge gaten in het plafond van alles de woning in komt. De spruitjeslucht van Mevr. De Vries van drie huizen verderop bijvoorbeeld. Of allerlei levende have. Zelfs boze geesten vinden vanuit de spouw en kruipruimte via de ventilatiekanalen hun weg in de woning alwaar men het hoofd van de arme bewoners op hol brengt. Of het ventilatiesysteem is een uitvinding van hoge heren die alleen op ons geld uit zijn, of ze zijn een dekmantel voor spionageactiviteiten van de CIA. Ongewis blijft dan waarom de CIA de van alles vermoedende bewoners zou willen bespioneren, maar dat is slechts van ondergeschikt belang. U begrijpt dat ik hier niets over kan schrijven.

Vergeef het me dus als mijn hoofdbrekens slechts gaan over alledaagse mensen, zoals u en ik, in al onze dagelijkse saaiheid. Onmogelijk kan ik vertellen over die totaal verknipte, door God verlaten of juist door God bezeten, kapot gezopen en suf gesnoven breinen. De verschopten en verstotenen, de verlatenen en verjaagden, de gehandicapten en armlastigen, de sjacheraars en de eenzamen. Nee, het recht op privacy van deze kwetsbare groep verbiedt me om daar ook maar iets over te zeggen. We moeten ze in hun waarde laten. Hoewel ze eigenlijk best wat meerwaarde zouden kunnen gebruiken.

dinsdag 1 oktober 2013

Immorele Wipkip

Gisteren was er in het nieuws dat steeds meer bedrijven van hun personeel een loonoffer vragen om de crisis door te komen. Zo kwamen er onder andere een medewerker en de directeur van een speeltoestellenfabriek in beeld. Ik moet toegeven dat haar totale gebrek aan inlevingsvermogen in de positie van haar personeel en de zelfvoldane grijns die ze daarbij trok er toe hebben bijgedragen dat ik nu mijn ergernis op mijn toetsenbord afreageer. De eerlijkheid gebiedt mij daarentegen dan weer dat de verstrekte informatie ontoereikend was om het gevraagde loonoffer in de wipkippenfabriek op waarde te schatten.
De wipkippenfabriek telt ca. 60 medewerkers en een van de offers was het inleveren van het salaris van het eerste uur overwerk. Het totale pakket aan offers zou een kostenbesparing opleveren van 100.000 euro. Onbelicht bleef de vraag hoe het kan dat er moet worden overgewerkt ten tijde van een stagnerende afzet en hoe zich dat verhoudt tot het gevraagde loonoffer. Ook bleef onbelicht hoe het mogelijk is dat een besparing van 100.000 euro op de totale loonsom van 60 medewerkers meer is dan een druppel op een gloeiende plaat. De ondervraagde medewerker daarentegen vroeg zich dat ook niet af en vond het verzoek van zijn wipkippendirectrice redelijk. Hoe argeloos kun je zijn dacht ik bij mezelf. Ik verdenk de directrice er van dat ze hetzelfde dacht en daarom in staat was die zelfvoldane grijns op haar gezicht te toveren.

Het verzoek om een loonoffer lijkt op het eerste gezicht billijk maar er zitten een aantal flinke adders onder het gras. Zo wordt er nergens gerept van een winstdeling als het weer goed gaat met het bedrijf. Want als je moet meebetalen aan het verlies mag je toch ook meedelen in de winst lijkt me. Verder is er geen garantie dat het loonoffer een eventueel onverhoopt bankroet voorkomt. In dat geval snijdt het personeel zich namelijk twee maal aan hetzelfde mes want de werkloosheidsuitkering is een percentage van het laatst verdiende loon. Ook komt het verzoek om een loonoffer op een moment dat het op de arbeidsmarkt ronduit slecht gesteld is en het weigeren van het loonoffer ongeveer gelijk staat aan het tekenen van je eigen ontslagvergunning bij de onvermijdelijk volgende reorganisatie. Verder beschikt het personeel niet over dezelfde informatie als de directie en kan dus niet objectief beoordelen of het verzoek er redelijkerwijs toe bijdraagt dat het bedrijf blijft voortbestaan. Daarmee is een verzoek om een loonoffer een beroep op het moreel van de werknemer. En dat op een moment dat die in een uiterst zwakke positie staat. En dat is ronduit immoreel.