zondag 17 november 2019

Magische handjes


Hoewel we komen in opdracht van de verhuurder om het leefklimaat in de woning te verbeteren is het nog niet vanzelfsprekend dat je wordt binnengelaten. Zo was deze mevrouw nog niet helemaal overtuigd en belde voor de zekerheid met kantoor om te vernemen wat er allemaal aan de hand is. Nadat men alle bezwaren had weggenomen mochten we dan ‘s anderendaags komen opdraven. We moesten er exact om acht uur staan en we moesten om negen uur weer weg zijn. Toen we op het afgesproken tijdstip aanbelden deed ze open met: “Gottegot, zijn jullie er nou al?”. Toen we klaar waren zei ze: “Gaan jullie alweer weg?”. In de tussentijd waren we deelgenoot geweest van haar conversatie met de kat. Ze vertelde het dier wie we waren en wat we kwamen doen. Ook vertelde ze dat er wellicht wat overlast zou kunnen zijn maar dat de poes zich daar maar niets van aan moest trekken. Al die tijd had het beest geen teken van leven gegeven. Maar toen gaapte het. Geluidloos, maar toch. Daarna ging mevrouw ons vertellen wat de kat had geantwoord. Ze vertelde ons wat het dier er van vond, wat het dacht, waar het zin in had en hoe het zich voelde. Ik stond op het punt om aan de kat te vragen of het een beetje kon wennen aan vrouwtje maar mijn collega greep gelukkig net op tijd in.

Plaats van handeling is een verzorgingshuis. Of beter gezegd, een voormalig verzorgingshuis. Want kennelijk was het zoals het ging niet goed en moest er vernieuwend worden opgetreden. Dus moesten de bewoners het appartement in het vervolg huren van de woningstichting en hun zorg elders inkopen. Maar toen bleek dat heel veel bewoners wel erg veel zorg nodig hadden. Tja, dat zie je ook niet aankomen natuurlijk. Dus werd besloten dat het grootste deel van de appartementen worden gehuurd door de zorginstelling die ze voor die tijd zelf verhuurde en daar bleven de bewoners dan gewoon in wonen. De overige woningen worden door de woningstichting verhuurd aan iedereen die de huur kan betalen. Dus naast het oude verzorgingshuispubliek woont er nu een bonte verzameling vreemde vogels van divers pluimage zolang ze maar ouder zijn dan 55 jaar. De dame uit de eerste alinea is dan nog milde versie.

Zo is er een echtpaar waarvan de vrouw ernstig ziek is. Overal staan zuurstofflessen en in de hoek van de kamer staat een groot apparaat wat de zuurstof uit die flessen in de longen van de dame pompt. Beide echtelieden zitten op de bank naast elkaar. Ze roken shag. Daarnaast lopen er nog twee kleine harige keffertjes rond en zitten er nog 5 parkieten in twee manshoge kooien. COPD, roken, honden en vogels in dezelfde ruimte, het kan allemaal. Een paar maal daags moet meneer er even uit. Dan racet hij in de scootmobiel van zijn vrouw door de gangen van het tehuis. Hij moest meehelpen om twaalf verhuisdozen aan de kant te zetten want daar was hij nog niet aan toe gekomen. Hij maakte geen oogcontact, bleef consequent U en Meneer tegen me zeggen en gedroeg zich overdreven onderdanig. Als hij ons op de gang passeerde in vrouwliefs scootmobiel maakte hij een overdreven wijde boog en keek schichtig naar ons op. Ik vraag me af of hij soms iets te verbergen heeft.

Enkele hoekwoningen van het tehuis zijn groter. Ze hebben een grotere keuken en kamer en een logeerkamertje extra. Daar komen de mensen in die wat meer te besteden hebben. Zo is er een echtpaar uit Den Haag. Meneer was in overheidsdienst en werd op zijn 57ste  door zijn afdelingschef vriendelijk verzocht om toch vooral vervroegd uit te treden. Een zak geld was een van de steekhoudende argumenten. En toen ze 65 waren huurden ze deze flat in het voormalige verzorgingshuis op het Overijsselse platteland. Voor later want je weet nooit hoe je bent als je ouder wordt. Maar nu waren ze 68 en nog steeds kerngezond en verveelden zich stierlijk. Dus gingen ze tegen iedereen klagen en mopperen die ze maar tegenkwamen. Over de flat, over de kleur van de muren in de kantine, over de buren, over de verzorging die ze niet krijgen en ook niet nodig hebben maar dat is dan toch wel heel vervelend en zo en tegen ons natuurlijk over de ventilatie. U moet weten dat woonhuisventilatie de hoofdoorzaak is van alles wat er mis kan gaan in een mensenleven. En wij moeten dat oplossen hoewel meneer wel kan zien dat wij ook maar gestuurd worden. Net als alle andere storingsmonteurs die wekelijks vage klachten in de woning komen oplossen die zich uitsluitend tussen hun oren bevinden. En naar de dagelijkse koffieochtenden gaan ze niet meer. Want de koffie is voor hen niet gratis en voor de ‘zorgbewoners’ wel. 5 Euro per maand voor 40 koppen koffie en 20 plakken koek als je elke werkdag gaat. Het wordt voor je ingeschonken en geserveerd door vrijwilligers. En tegen die vrijwilligers gingen ze dan mopperen over de andere koffiegasten. Nee, die koffieochtenden, dat was niks.

Was het natuurlijk altijd al zo dat niemand voor zijn plezier in een verzorgingshuis ging wonen, nu is het helemaal erg. Er rennen verzorgenden rond van drie of vier verschillende zorgaanbieders. Ze rennen achter elkaar aan door de gang maar bellen elk bij een andere deur aan. Het onderhoud is uitbesteed aan bedrijven die het weer uitbesteden aan onderaannemers. En als er iets stuk is wijzen ze allemaal naar elkaar. De enige constante factor zijn de vrijwilligers. Die komen elke dag de dingen doen die niemand anders meer doet en krijgen daar helemaal niets voor, behalve dan een schouderklopje van een vrouwelijke manager in een stemmig mantelpakje die tussen twee klussen in een jaartje hier de leidinggevende komt uithangen. Het stemmige mantelpakje kwam ons na een week op hoge toon ondervragen wat we allemaal kwamen doen en eiste dat we haar onze legitimatie toonden. Gelukkig had ik een spaarkaart van een bouwmarkt bij me wat ze gretig aanvaarde als bewijs van goed gedrag. Ze begreep er weliswaar helemaal niets van maar ze had ten overstaan van enkele verzorgsters en schoonmaaksters duidelijk gemaakt dat ze belangrijk is. En daar was het haar om begonnen.

Aan het eind van de dag stonden we onze spullen in te laden. Er schuifelde een dame achter een rollator naderbij. Wij vreesden het ergste. Maar ze gaf ons een compliment. Ze was zeer blij dat we geweest waren. De deur klemde niet meer en het scharnier van het keukenkastje piepte ook niet meer. Wij hadden de deur en het scharnier niet aangeraakt. Maar volgens haar hadden wij magische handjes. Dat moet dan haast wel zo zijn.