vrijdag 2 november 2018

Remi en de oude dame


Wie kent niet het verhaal van Remi, alleen op de wereld. Vroeger was er op televisie een tekenfilmserie over Remi. Ik heb daar geloof ik 3 minuten van gezien, 45 jaar geleden. Dus moest ik even op Google kijken hoe het ook alweer ging.

Remi had het zo slecht nog niet. Ok, zijn pleegvader was dan misschien een beetje een lul maar gelukkig was die nooit thuis. En na vele omzwervingen vind Remi uiteindelijk zijn familie terug en erft en passant nog even het familiekapitaal. Of zoiets. In ieder geval leefden ze nog lang en gelukkig. En ja, dat rondreizen met die muzikant met die aap zal wel de nodige ongemakken hebben gehad. Maar het is een jeugdroman en dus blijven ons de meest schokkende details bespaard. Ik bedoel maar, hij had ook in een katholiek jongensinternaat terecht kunnen komen. Dan was het een heel ander soort roman geworden. Hashtag MeToo Remi. Remi bij de paters.

Het verhaal van de oude dame is geen roman. Het is ook geen vrolijk verhaal. Ik zeg het maar even van te voren. Als u wat makkelijk huilt kunt u beter even wegklikken. Het is het verhaal van de eenzaamheid. Veel ouderen zijn eenzaam. Iedereen om je heen is dood op je kinderen na maar die wonen aan de andere kant van de wereld. En dit is dan nog de milde versie. De oude dame trakteerde me op een kopje koffie met een biscuitje. Meelkoekie. “Ain kop kovvie mit twei meelkoekies. Doar kennen ze mie zó bliede mit mokken……”, vond ze. Ik was het wel met haar eens. Een kop koffie en een praatje met een oude dame met een goed verhaal. Daar kom ik de dag wel mee door. Ik houd van 55plus wooncomplexen op het platte land. De rust, de eenvoud, de regelmaat, de bijna identieke jaren zestig interieurs, ik houd daarvan. Levende geschiedenislessen in een overdekt openluchtmuseum.

Wooncomplexen in de Stad zijn anders. Stadse bejaarden zijn anders. Niet allemaal natuurlijk, maar over het algemeen. Kapsones en zeurders. Met zo’n nasale Piet van Dijken klagerige zeikstem. Vreselijk. Dat die man af en toe nog uit de kist wordt getrokken om bij RTV-Noord als ‘tv personality’ in beeld te verschijnen doen ze ook alleen maar om ons er aan te herinneren hoe erg RTV-Noord vroeger was. Zijn we net verlost van een vijfentwintig jaar durende Ede Staal memorial, 25 jaar lang was er elke maand wel ergens in een Gronings dorpshuis een Ede Staal liedjesavond met oude herinneringen en anekdotes waar RTV-Noord live verslag van deed, komen ze nu om de haverklap weer met die veel te laat gepensioneerde Piet van Dijken op de proppen. Ik vraag me ongerust af wat ze gaan doen als die man ooit nog eens uit de tijd komt. De ‘RTV-Noord Piet van Dijken In Memorial Klouk Serie’. Of nog iets ergers misschien. Brrrrr.

Terug naar de oude dame. Ze was enig kind. Haar ouders stierven vroeg. Ze trouwde op jonge leeftijd. Het huwelijk leverde één zoon op. Toen kreeg haar man een ongeluk op het werk. Hij was als gevolg daarvan arbeidsongeschikt, was vaak ziek en lag een groot deel van de dag in bed. Vijfendertig jaar heeft ze hem verzorgd. Op vakantie zijn ze nooit geweest. In elke bejaardenwoning hangt wel ergens een souvenir of oude ansichtkaart uit Sauerland of Beieren aan de muur. Bij haar niet. Zo’n drie jaar geleden overleed hij. Een half jaar later verloor ze haar zoon. Auto-ongeluk. Hij was niet getrouwd en er zijn geen kleinkinderen. Familie van haar overleden man is er ook niet. Na de crematie van haar zoon bracht de begrafenisondernemer haar naar huis. Uit medelijden. Er was verder niemand. Hij zette haar voor de hoofdingang van de flat af. Alleen in de lift. Alleen over de galerij. De deur viel achter haar in het slot. De echo klonk hol door het appartement. Daar stond ze. Alleen op de wereld. “Mien leven was veurbie. Wat heb ik hier nog? Zal ik mijn jas uitdoen? Of niet? Wil ik nog koffie? Of ga ik maar meteen naar bed? Of spring ik van het balkon?”. Ze mocht het allemaal alleen bedenken en hoefde alleen met zichzelf rekening te houden. Maar ze sprong niet. Ze schikte zich in haar lot en pakte de draad van haar leven weer op. Veel contact met haar buren heeft ze niet. Ze kan het gewauwel over de dagelijkse pietluttigheden niet verdragen. Over de droge gebakjes op de verjaardag van Mientje. Over de slappe koffie op de bingo. Het gepronk met kleurplaten van kleinkinderen waarvan ze de naam niet kunnen onthouden. Verjaardagen en kindertekeningen, ze heeft ze niet. Haar zoon had een collega. Die zoekt haar nog wel eens op. Dan doet hij klusjes, schilderijtje ophangen of zo. Even een kopje koffie en dan weer weg. Soms ook geen koffie. Een kerstboom heeft ze niet. Namaakgezelligheid vind ze dat. “Ik ben toch mor allennig”. En met kerken heeft ze al helemaal niks. Proatjeboksems. Met kerstmis haalt de vrouw van die collega haar op. De schoonvader van die collega is er dan ook. Is ze toch niet helemaal alleen met kerst. Met oudjaar kruipt ze er om tien uur in. Een kopje koffie met een biscuitje en dan naar bed. Lawaai om de keet en zoeperij, niks aan.

Remi moet niet zo zeuren met zijn ‘alleen op de wereld’. Zielig gedoe. Lijkt Piet van Dijken wel.