zondag 1 juni 2014

Dartel eens door het centrum der kunsten.

Wij, een aantal kerels van ongeveer middelbare leeftijd, waren op aandrang van de organisatie te Emmen bijeengekomen met onze modeltreinen, -auto’s, -trekkers, -boten -huizen en -vliegtuigen. Het werd georganiseerd door wat werd genoemd ‘de muziekschool’, maar in het gebouw wordt op velerlei wijze aan cultuur gedaan. En aangezien modelbouw ook een kunstvorm is voelden wij ons daar wel thuis. Wij zijn altijd blij met wat aandacht voor onze relatief onbekende kunstvorm welke door het onwetende publiek wel eens geringschattend als ‘hobby’ wordt aangeduid. Maar ach, neem ze het maar niet kwalijk.
Ook de muziekschool kan wel een wat hogere bezettingsgraad gebruiken en in tijden van nood moet men de handen ineen slaan. Het zou prettig zijn als Belangrijke Alwetende Gemeenteambtenaren en Gewichtige Doch Fantasieloze Bewindvoerders de kernwaarden van het woord ‘multifunctioneel’ weer zouden inzien maar helaas is dat in deze door hokjesgeest gedomineerde epoche een tamelijk utopisch ideaalbeeld. En dus moeten wij, gewone burgers, met initiatieven komen om de bureaucraten te laten inzien dat multifunctionele gebouwen beter rendabel te maken zijn door simpelweg eens over de schutting te kijken. De eenvoud der dingen is voor de heersende klasse kennelijk onzichtbaar.

Als een wervelwind kwam ze binnenwaaien. Ze had meteen de aandacht van ons allemaal. In haar kielzog een aantal rustige meisjes in zomerjurkjes, een beetje verlegen kijkend, alsof ze zich wilden verontschuldigen voor hun uitbundige vriendin. Het was een slank en blond meisje, beetje mager bijna, en ze ging gekleed in een zwart jurkje wat haar beeldig stond. Haar pupillen waren groot als schoteltjes en mede door haar uitbundig enthousiasme dacht ik dat ze stoned was. Later moest ik die verdenking weer intrekken, het zal de euforie van het moment zijn geweest. Het was gewoon een vrolijk, opgeruimd en extravert kind en de aandacht die ze ons schonk was een welkome afwisseling op het gebruikelijke modelbouwpubliek. Even snel als ze gekomen waren verdwenen de Verkade-meisjes weer. De toneelrepetitie stond op punt van beginnen. Ik had de dames beloofd om ook even bij hen te komen kijken. En zo kon ik heel even getuige zijn van een toneelstuk dat ging over een rechtszaak betreffende een delict in het drugscircuit. Het meisje in de zwarte jurk was de rol op het lijf geschreven.

Zie hier hoe goed het leven kan zijn. Twee culturen blijken heel goed samen te gaan. Toneelmeisjes blijken onze modeltreintjes ‘cool’ te kunnen vinden en modeltreinmannen blijken interesse te kunnen hebben in toneel. Is het heel toevallig dat ik ooit, in mijn reeds lang vergeten jonge jaren, een seizoen op het toneel heb gestaan in het stuk “Camping de Drie Berken” van Herman van der Aa? Ach ja, de eenvoud der dingen.

Geen opmerkingen:

Een reactie posten