zondag 12 juli 2015

Grüss Gott!



Negenentwintig mei jongstleden, dat dan weer wel, schreef ik voor het laatst hier iets op. Heeft u me gemist? Daar ben ik blij om, wat het antwoord ook mag zijn. Het kwam er gewoon niet van. En de afgelopen twee weken waren wij op vakantie. In Beieren. Gisteren net terug. Vroeger als we thuis kwamen lag er een stapel kranten van 14 dagen die we dan de hele nacht, na een dag in de file, zaten door te spitten. Dat hoeft tegenwoordig niet meer. Wij lezen de krant digitaal, ik had mijn laptop mee en we hebben niet in de file gestaan.

In Beieren gaan dingen anders. Toen ik aan de juffrouw vroeg of ze het brood ook kon snijden knikte ze van ja en liep er mee weg. Ze kwam terug met een papieren zak waarin zeven of acht hompen brood zaten. Eigen schuld, ik had het kunnen weten. Verder zijn er allemaal kleine dorpjes waar je gewoon met de auto in mag en waar nog een bakker en een slager is waar je gewoon voor de deur kan parkeren. En er is een gaststätte met een terras voor de deur en een biergarten. En als je iemand tegen komt zeggen ze “Grüss Gott!”. En in plaats van dank je wel zeggen ze “Gott vergelt’s!” Dat laatste lijkt me dan wel weer makkelijk. Weer een zorg minder. Wat verder opmerkelijk was is dat we een echte pastoor zagen lopen. Een met een lange zwarte jurk en een wit stijf boordje. Ik moest meteen aan Erik Odekerke denken. Hij was ruim 1,85 meter lang, slank en kort donker haar. Een knappe vent volgens echtgenote en ik meende een zweem van weemoed in haar stem te horen. Hij liep stevig door terwijl hij in een dik boek las met een zwart leren kaft. Ongenaakbaar voor putdeksels, lantarenpalen en stoepranden. Hij keek zelfs niet op of om bij het oversteken. Andere voetgangers gingen ruim van te voren al aan de kant. Respect! Ikzelf zou na tien meter al op m’n bek gaan. Maar ik ben dan ook een man. Hij kan twee dingen tegelijk, draagt een jurk en heeft een voorliefde voor jonge jongens. Nou ja, zo kan die wel weer.

Nog even over de krant. Wij hebben zo’n abonnement waarbij de krant door de week digitaal komt en zaterdags ook nog ouderwets op papier. Gisteren na thuiskomst, ik zat net lekker buiten met een biertje, viel mijn oog op bladzijde 25, katern Oost Groningen, helemaal onderaan in het midden:
‘Ganzedijk moet veiliger’. De gemeente Oldambt trekt twee ton uit om het vrachtverkeer uit de dorpen Ganzedijk en Hongerige Wolf te weren. Ik kwam niet meer bij. Hilarisch. In Ganzedijk en Hongerige Wolf wonen bij elkaar net geen 10 mensen, er gaat helemaal geen weg naar toe waar een vrachtwagen op past, laat staan dat die daar niets te zoeken heeft want er is daar niks en doorgaand verkeer is onmogelijk want daarna komt er niets meer. Dit moet een grap zijn. Toch? Komkommertijd op het persbureau? Zo niet: vergeet alles wat ik ooit gezegd heb over gemeentelijke herindelingen. Alles beter dan een fusie met Oldambt. Gott vergelt’s.

Geen opmerkingen:

Een reactie posten