donderdag 7 juni 2012

Veendam, mei 2012.

Mevrouw loopt over het voetpad. Molenstreek, landskant, langs de grote parkeerplaats en de vier flatgebouwen richting centrum. In haar rechterhand een wandelstok en in de linkerhand een draagtas van de Aldi. Ze loopt iets voorovergebogen, zwaar leunend op de stok. Haar bovenlijf helt om beurten gevaarlijk ver naar links en rechts over bij iedere stap. Haar benen zijn zichtbaar vanaf het brede deel van de kuit vanwaar ze in een vrijwel rechte lijn doorlopen naar beneden, tot vlak boven de zwarte schoen met hakje, waarin ze met een scherpe bocht verdwijnen. Het zichtbare deel van haar benen vertoont nylon steunkousen in de bekende kleur. Boven de kuit is een strook jurk te zien, geen echte bloemetjesjurk maar wel veelkleurig, blauw-paarsachtig, met blokjes en streepjes, alsof de ontwerper van de stof abstracte bloemetjes wilde tekenen maar zich op het laatste moment bedacht en er toen maar rechthoeken van gemaakt heeft. De rest van haar omvangrijke lichaam wordt omsloten door een halflange jas zonder ceintuur, in een kleur die het midden houdt tussen mintgroen en turquoise, een kleur die vermoedelijk alleen is voorbehouden voor regenjassen voor dames van haar generatie. Als ik me in het openbaar zou vertonen in een jas met die kleur zou iedereen me bespotten maar deze dame staat het prima. Het grootste deel van haar grijze permanent is bedekt met een transparant plastic regenkapje. Hoewel ze wat zwaar ademt vertoont haar gezicht geen tekenen van pijn of zorgen. Een neutrale, heldere blik. Ze kijkt aandachtig waar ze loopt. Voorwaar geen overbodige voorzorgsmaatregel gezien haar moeizame tred.

Vanuit tegenovergestelde richting komt een magere jongeman op een damesfiets. Spijkerbroek, gympen, grijs fleecevest met capuchon. Capuchon op en rits dicht. Hij is veel ouder dan zijn klederdracht zou doen vermoeden. Op zijn vaalbleke ingevallen gezicht zijn vlasachtige stoppels te zien. Het is vermoedelijk niet de uitvinder van het buskruit. Een eind verderop in de straat is een coffeeshop gevestigd. De fiets is een model van minstens 30 jaar oud. Iemand is 30 jaar geleden heel trots geweest op haar fonkelnieuwe Union die ze samen met haar man op de afgesproken dag afhaalde bij de rijwielhandelaar. De vrouw was, zo blij met haar nieuwe fiets, in een zeldzaam uitgelaten bui geweest en de man had later de nacht van zijn leven gehad. Nu is het ooit zo fiere stalen ros door de overjarige puber ontdaan van alle overbodig geachte onderdelen.

De dame met de stok en de jongeman op de fiets passeren elkaar rakelings. Of nee! De linker trapper raakt de Aldi-tas! De tas maakt een zwieper maar blijft heel en de mint-turquoise regenjas blijft gelukkig overeind. Dat ging nog maar net goed. De dame draait zich om, kwieker als ik voor mogelijk had gehouden, en roept de Union-coureur na. Maar tot haar grote schrik remt de jongeman en springt van zijn fiets. Met vier, vijf grote passen is hij de vrouw tot op anderhalve meter genaderd. Ondertussen heeft hij met zijn rechterhand een soort graaigebaar gemaakt, beginnend ter hoogte van zijn rechter schouder en eindigend voor zijn linker heup, waarbij zijn pink en wijsvinger gestrekt zijn en zijn duim de nagels van middel- en ringvinger beroert. Zijn capuchon is nu af en maakt zo zijn donkerblonde vette piekharen zichtbaar. Hij dient de vrouw van repliek maar wordt niet handtastelijk. De vetkuif staat geen moment stil, wiebelend op zijn gympen, zwaaiend met zijn armen. Zijn handen tot vuisten samengetrokken, maar niet echt strak gebald, waarbij nu alleen de middelvingers gestrekt zijn. Aan het schudden van het plastic regenkapje te zien bijt mevrouw flink van zich af. Een grijze lok heeft zich losgemaakt van het permanent en wipt vinnig op en neer, haar kanonnade krachtig ondersteunend. Uiteindelijk maakt het grijze fleecevest een laatste halfslachtig wegwerpgebaar en draait zich om, raapt zijn fiets op en gaat zijns weegs. Het regenkapje kijkt hem een seconde na en dan vervolgt ook zij haar weg. Het hele voorval duurde niet veel langer dan de tijd die u nodig had om dit verslag te lezen. Als ze voor mijn auto langsloopt hoor ik door het open raam nog net wat ze hoofdschuddend tegen zich zelf zegt:
“………’t Kon mien eigen olle fietse nog wel wezen……! Rapallie…..!“.

Geen opmerkingen:

Een reactie posten