maandag 28 september 2015

Vlieland



Op een Waddeneiland heb ik na een dag  al het idee dat iedere eilander een of meer dubbelrollen speelt.  Op Vlieland had ik dat ook heel sterk. Dan blijkt de ober van gisteravond plotseling de gitarist van vanavond te zijn. Of het nou de vuurtorenwachter, medewerker fietsenverhuur of de juffrouw achter de kassa is, steevast kom je hem of haar de andere dag tegen in een andere rol. 

De geschiedenis van Vlieland is verder reuze interessant. De zeehelden Tromp en De Ruyter waren hier kind aan huis. Beroemde schrijvers, schilders en acteurs woonden er of wonen er nog. Noem maar op. Dokter Deen bijvoorbeeld. Bekende Nederlanders te kust en te keur. Volgens echtgenote hebben we er een gezien. Het is me niet opgevallen. Nu zijn er ook maar heel weinig bn-ers die ik in het wild zou herkennen. Als ik ooit eens een echte zou herkennen dan zou ik hem of haar hartelijk op de schouder kloppen in de veronderstelling dat we bij elkaar in klas hebben gezeten. BN-ers zijn gewoon niet zo aan mij besteed vrees ik. 

Over het bospad liep een jong stelletje hard. Vroeger heette dat joggen en daarvoor zelfs trimmen. Elke gemeente in Nederland had in het park of recreatiegebied een trimbaan. Trimmen werd toen nog gezond geacht en welke gemeente heeft er nou niet het beste met haar inwoners voor. Tegenwoordig is trimmen iets wat je je hond aandoet. Joggen heet nu dus weer gewoon hardlopen.
Zij was mooi. Lange blonde haren in een paardenstaart. Een figuurtje om je vingers bij af te likken al moet ik eerlijk zeggen dat deze beeldspraak mij zelf ook wel wat ver gaat. Maar u begrijpt wat ik bedoel. Hij was gewoon een vent. Ik kan daar verder niet lyrisch over doen, gewoon een vent. De jongeman was overmoedig geraakt door de endorfine. Endorfine is een stofje wat je lichaam aanmaakt tijdens het sporten. Het geeft je een goed gevoel. Er kan ook een ander stofje in het geding zijn geweest, testosteron bijvoorbeeld. Hoe het ook zij, meneer wilde een sprintje trekken en het was ongetwijfeld de bedoeling dat hij dat sprintje zou winnen. Wat zou zijn blonde schoonheid in bewondering tegen hem op zien!
Het hijgend hert tracht uit alle macht de jacht te ontkomen. Met de moed der wanhoop stort ze zich met het schuim op de bek door de struiken. Alle vier de poten van het arme dier slaan wild in het rond. De takken slaan striemen op haar huid, haar knieën en enkels stoten bont en blauw tegen stenen en boomstronken in het hoge gras. Totaal uitgeput met de tong op haar knieën voelt ze de hete adem in de nek van het hongerige roofdier. Maar niet heus. Het liep allemaal wat anders. Hij had de conditie van zijn muze kennelijk ernstig onderschat. Wat een gratie, wat een souplesse. Alle haar vormen deinden in perfecte balans op haar elegante looptechniek mee. Als een jonge hinde die met het voorjaar in de kop het avontuur tegemoet rent.
En de vent? Die had na 5 meter al in de gaten dat hij dit nooit kon winnen. Als ware hij een volleerd profvoetballer speelde hij een ernstige spierblessure. Behoedzaam liet hij zich op het asfalt zakken en zodra hij goed lag schreeuwde hij het uit van de pijn. Helaas voor hem trapte de jonge hinde er niet in. Ze wachtte rustig af tot de jonge man weer enigszins met beide benen op de grond was beland. Met een brede grijns probeerde hij zijn gezicht te redden. De jonge hinde keek hem smalend aan. Toen wij langs hen fietsten sprak ik haar bemoedigend toe: “Jij was echt veel sneller hoor!”. In zo’n geval wrijf ik graag wat extra zout in de wond van het gekwetste mannelijke ego. 

Op de dag van vertrek werd er op de dijk een heuse filmset ingericht. Compleet met belichting en al. De hele dorpsstraat stond vol met busjes vol met filmspullen. Ik ben bang dat ik dokter Deen gemist heb.

Geen opmerkingen:

Een reactie posten