Trots op de trekker. Van een jongen die geen boer werd.
Ik heb een oefening voor jullie. Het gaat als volgt: ga rechtop staan, duw de heupen een klein beetje naar voren, de handen in de zakken, trek je hoofd een beetje naar achter, hierdoor zakt je kin een beetje op de borst. Trek dan ook je schouders iets naar achteren, niet teveel want dan raak je uit model. Frons je wenkbrauwen licht, probeer tegelijkertijd niet te streng of bozig te kijken maar met een nauwelijks waarneembare glimlach, desnoods met één mondhoek. Wat je wil uitstralen is zelfbewustzijn en trots. Spreek dan de volgende zin uit: „Massey Ferguson. 120 pk.“ Beetje monotoon, niet te zangerig en vooral niet te hoog. Het moet klinken alsof het voor jouw de gewoonste zaak van de wereld is maar toch diep van binnen flink trots. Niet iedereen heeft een Massey Ferguson met 120 pk maar jij wel. Dit moet je een paar keer oefenen voor je in de juiste stemming bent en je de zin met zelfvertrouwen kan uitspreken: „Massey Ferguson. 120 pk.“ Nog maar eens: „Massey Ferguson. 120 pk.“ Voel je het?
Ontspan maar weer even. Nu doen we wat anders. Ga in een gemakkelijke stoel zitten. Niet lui achterover maar een beetje rechtop, met de rug los van de leuning. Houdt je knieën tegen elkaar. Vouw je handen licht, de ene hand in de andere en leg ze op je knieën. Duw je schouders naar voren. Je voelt meteen wat je uitstraalt: verlegenheid, bescheidenheid. Spreek dan de volgende zin uit: „Kubota. 78 Kw.“ Zeg het wat langzaam, bedachtzaam. Beetje hoge stem maar niet overdreven met je kopstem. Beetje zangerig mag wel. Maak de a van Kubota een heel klein beetje langer. Maak ook de w van Kw wat langer. „Kubotaa. 78 Kawee.“ De toon wordt aan het eind van de woorden wat lager. „Kubotaa. 78 Kawee.“ Voel je het verschil?
Echtgenote en ik reden laatst in de namiddag van het oppassen terug naar huis. De radio stond op Radio Noord. Waar je Groningen hoort. Gedurende enige tijd kwam steeds de volgende zin voorbij: „Op de Massey Ferguson, ik wol dat ik die rieden kon, deur de braggel en de stront, Massey Ferguson.“ Het deuntje en het stukje tekst beten zich in mijn schedel vast als een teek in je knieholte. Het schuurde, wrong, vloekte. Iets klopt er niet aan dat liedje. Het heeft een grote irritatiefactor. Maar wat is het? Waar gaat het mis?
Thuis aangekomen ging ik Googelen. Ik wilde er meer van weten. Ik speelde het liedje een paar keer af. Op zich niks mis mee, de artiest kiest zijn onderwerp en de luisteraar mag er iets van vinden. Zo gaat dat nou eenmaal. Maar deze bleef hangen. Ik kwam er niet af. De volgende dag, ik zat rustig met mijn trein te spelen, schoot het me te binnen. Het eerste wat bij me opkwam was dat de schrijver geluk had dat het een Massey Ferguson betrof. Niet alleen vanwege die 5 lettergrepen die in dit geval makkelijk in de melodie waren te gieten. Ook vanwege de naam. Ik bedoel maar, het had ook een Fendt, Case of Claas kunnen zijn. Zo’n liedje krijgt dan meteen een heel andere klank. Maar dat is niet wat mij stoort. Het tweede wat bij me opkwam was de manier waarop het gezongen wordt. Aan de ene kant heb je de jongen van 7 jaar oud die, zittend op de trekker, graag boer wil worden. Wat een machtig gevoel moet dat zijn voor zo’n kind, dat grote stuur in je knuisten en die onmetelijk lange motorkap voor je. En je ziet de voorwielen zich moeiteloos een spoor vreten door de blubber. Ik kan me dat goed voorstellen. Het is de Massey Ferguson boer van de eerste oefening. Aan de andere kant heb je de man van nu, die zich dit tafereel herinnert en er een liedje over schrijft. Wellicht in een wat weemoedige bui? Kan ik me ook goed voorstellen. Dat is de Kubota boer uit de tweede oefening. En dat is precies waar het wringt. De trots van de Massey Ferguson boer bezongen op de Kubota manier.