donderdag 19 juli 2012

Putgarten city limits

Putgarten is het meest noordelijk gelegen plaatsje van de Duitse deelstaat Mecklenburg-Vorpommern, deelgemeente Mecklenburg-Rugen. Het is bekend omdat het vlakbij de bekende toeristenatractie Kaap Arkona ligt. Het bestaat naast een voormalige Landwirtschaftliche Produktionsgenossenschaft uit de DDR-tijd uit enkele oude huisjes, een brandweerkazerne en een nieuw appartementengebouw. Toen vlak na de Duitse eenwording de eerste West Duitsers Putgarten bereikten riepen ze verrukt: "Ach kijk, een museumboerderij!". Beledigd smeet men ze de deur voor de neus dicht. Putgarten was namelijk een van de modernste kolchozen van de DDR. Een dag later stelde men de landbouwwerktuigen op het erf op. In deze belabberde staat van onderhoud brachten ze als attractie meer op dan als landbouwwerktuig voor dagelijks gebruik. Tegenwoordig is de kolchoz uitgebreid met de obligate spiegeltjes- en kraaltjeskramen zoals men ze overal in toeristengebieden vind. Allemaal handgemaakte kunstvoorwerpen natuurlijk. Verder hoort er een kroeg bij en een vage kunstenares die iets doet met keramiek. Blijkbaar is dit wat wij als toerist willen. Vlak voor het begin van de bebouwde kom wordt al het autoverkeer een grote parkeerplaats opgeleid om zich vandaar via de kolchoz naar Kaap Arkona te begeven.

Het parkeerterrein is modern. Het heeft een slagboom met een kastje waar men een kaartje uit dient te nemen. Als men Putgarten onverhoopt wenst te verlaten dan gaat men met dat kaartje eerst langs een betaalautomaat. Opgetogen bereiken we de slagboom. Die staat echter al omhoog. Er naast staat een meneer. Hij is ruim 50 kilo te zwaar en ziet er onverzorgd uit. De rimpels in zijn gebruinde gelaat zijn zwart. Zijn kleren zijn uit de laatste DDR productie. Of ze sindsdien ooit gereinigd zijn waag ik te betwijfelen. Op zijn hoofd kleeft een asgrauw strohoedje. Hij draagt over zijn pak heen een lichtgroen hesje, jawel, zo'n verkeersregelaarsuniform. Niemand staat zo'n hesje beter dan onze parkeerwachter. Hij is een belangrijk man. Niemand verlaat het parkeerterrein zonder dat hij het kaartje uitgebreid heeft bestudeerd. Als hij zich er van heeft vergewist dat de datum overeenkomt met die van vandaag en alle streepjescodestreepjes recht staan, pas dan komt het verlossende knikje van een van zijn onderkinnen: "In Ordnung!". Er is op het hele parkeerterrein niemand die het waagt de man achteloos voorbij te rijden. Ook ik niet. Opgelucht verlaten we Putgarten, de vrijheid tegemoet.

zondag 8 juli 2012

Oud Ter Apel

Wie kent er niet de website www.oudterapel.nl ? Verbazend, maar een weldaad om te constateren, dat iemand bereid is zoveel tijd en moeite te steken in een website zonder het vol te proppen met flitsende reclamebanners en smakeloze emoticons. Rienhart chapeau.

Ik kan uren in Oud Ter Apel snuffelen en vind dan toch telkens weer iets nieuws. Het overgrote deel speelt zich af ver voor mijn tijd. Soms denk ik bij het zien van de foto’s dat ik 100 jaar te laat geboren ben. Ik zou best in die tijd willen leven. Maar dan wel met mijn huidig welvaartsniveau. Op een zonnige dag met Ol Graitje naar waar dan ook. Op zoek naar authentieke Ter Apelers om alle anekdotes live mee te maken. De slechte kanten en het gebrek aan moderne voorzieningen vergeten we voor het gemak even. Ik hoef geen 10 uur per dag zes dagen in de week te ploeteren, ik ben slechts bezoeker uit een andere tijd. En als ik er weer voor even genoeg van heb dan ga ik weer terug naar nu. Holodeck, end program. Denap report to the bridge.

Mooi mooi, maar er is nog een oud Ter Apel. Een oud Ter Apel wat ik me nog kan herinneren van toen ik klein was. Ter Apel, en met name de Hoofdstraat, zag er toen behoorlijk anders uit dan nu. Allemaal zelfstandige winkels in vrijstaande panden, gebouwd onder architectuur zoals dat zo mooi heet. Jugendstil of Amsterdamse School, noem maar op en het stond er. Allemaal unieke exemplaren. De samenstelling van dat alles, met in het middelpunt Hotel Schot, bepaalde de unieke sfeer van de Hoofdstraat. Maar de tijd staat niet stil en af en toe geholpen door een grote brand nam de vooruitgang bezit van de Hoofdstraat. De Hoofdstraat werd opgenomen in het centrumplan. Ook onder architectuur hoor, neem me niet kwalijk.

Niet zo heel lang geleden was de Hoofdstraat er nog. Maar nog eventjes geduld en dan is het zover. Het centrum van Ter Apel ziet er dan uit zoals het hoort. Bomen weg, forse gebouwen, imposante puien, grote parkeerplaatsen, allemaal onder dezelfde architectuur zodat in welk centrum je ook bent in Nederland je altijd thuis voelt. Dezelfde nieuwbouw maar dan in een andere volgorde. Maar de nieuwbouw van Ter Apel staat dicht bij een oud klooster, dat hebben andere dorpen dan weer niet. Gelukkig planten ze straks weer nieuwe bomen. Veel minder dan er nu staan want anders is er geen ruimte voor het hedendaagse straatmeubilair.

Het is een grote geruststelling te noemen dat het niet anders kan. De oude panden en hun samenhang zijn er niet meer en het centrum was onaantrekkelijk versnipperd. Een dorp moet leefbaar zijn en het winkelaanbod moet aantrekkelijk zijn. Zo zijn er altijd wel positieve argumenten te vinden voor vooruitgang. Ter Apel in het rijtje van Bourtange, Orvelte en Smeerling? Nou nee, dan liever dit nog. Hoe dan ook, later verwondert een schoolkind van nu zich over de vele veranderingen die zich de komende jaren nog zullen voordoen. Misschien gaan de Ter Apelers van de toekomst zich er ooit aan ergeren dat er van overheidswege drie keer zoveel bomen aan de Hoofdstraat moeten staan dan nu om toekomstige milieudoelstellingen te halen. Om dat te bereiken moeten de blokkendozen weg, ook vanwege de krimp op het platteland, om plaats te maken voor kleinschalige laagbouw met variatie.

Zul je net zien, ben ik 100 jaar te vroeg geboren……