zondag 2 december 2018

Het was een grijze dag.


Het was een grijze dag. Klam en mistig. Natte bladeren op de perken en het gras en in de goot. Een dag waarop men de gordijnen al om 4 uur dicht doet en een kaarsje aansteekt. Geen verkeer, op een enkele auto na van iemand die vandaag wat vroeger van kantoor is gegaan. Waarom wist de automobilist zelf ook niet, het was gewoon zo’n dag waarop je tot niets anders in staat bent dan wat email lezen en de telefoon aannemen en om drie uur je laptop dichtklapt en tegen je baas zegt: ‘Ik ga naar huis, morgen zien we wel verder.” Zo’n dag. Fietsers, bromfietsers en voetgangers bleven binnen. Het was buitengewoon vredig op straat. Windstil, geen lawaaierige scholieren, geen razend verkeer, geen sirenes. Als op die dag om 5 uur ’s middags het bericht zou komen dat de aarde over een half uur zou ophouden te bestaan zou iedereen er in berust hebben. Het is mooi geweest, we hebben een leuke tijd gehad en we gaan met ons allen. Het waren de donkere dagen voor kerstmis en het is nu ongeveer 4 jaar geleden, maar precies weet ik het niet meer want de tijd neemt af en toe een loopje met me. Soms lijkt iets wat vorig jaar was een eeuwigheid geleden en dingen van 10 jaar terug lijken soms alsof het een paar maand terug was.

En juist op die dag was ik bezig in een flatgebouw in Emmen. Ze deed open en ik zei waarvoor ik kwam en meer werd er niet gezegd. Het was niet veel werk. Ik had wat reservedelen bij me, een poetslap, een accuboormachine, een meetinstrument, een korte as met een grote borstel voor de strang en een soepele as met een vetborstel voor het keukenkanaal. Het keukenkanaal was maar 10 cm in diameter en maakte in de berging een haakse bocht naar de hoofdschacht. Met een starre as kom ik zo’n krappe bocht niet door. Deze soepele as vond ik in de bus, witte Ford Transit, van de man die mij had ingewerkt en die was gestopt met werken. De woorden strang en hoofdschacht worden door elkaar gebruikt. Wij weten wat we bedoelen, bewoners meestal niet. De berging was nauwelijks een vierkante meter groot en boven in de hoek, juist die hoek waar bewoners dingen op planken bewaren die men reeds lang geleden had moeten weggooien, zat een extra ventiel wat toegang bood tot de strang. De strang is eigenlijk een buis van soms wel 40 of 50 cm in doorsnee en loopt vanaf de kelder of onderste woning helemaal door tot op het dak. In dit geval ging het om zes verdiepingen en ik was op de derde. Boven op het dak staat dan een grote ventilator en die bedient alle onderliggende woningen. Ik had bijna opgeschreven: die zuigt alle onderliggende woningen af. Maar dat vond ik een beetje een rare zin en daarom schreef ik: bedient. Badkamer en toilet zaten om de hoofdschacht gegroepeerd en die kanaaltjes waren derhalve slechts ongeveer een meter lang. Nauwelijks de moeite van het vegen waard.

Waarom ik zo laat in de middag nog aanbelde weet ik niet meer. Het was zo’n moment waarop het eigenlijk te vroeg is om naar huis te gaan en eigenlijk te laat om nog in een woning te beginnen. Waarschijnlijk had ik een fanatieke bui en wilde ik vast een woning van de volgende dag doen want vooruit lopen op de planning is beter dan achter lopen. Als je wat vooruit loopt is er meer tijd voor koffie en als je achter loopt wordt het meestal stressen en jagen. Dan heb ik liever koffie want stressen en jager deed ik vroeger, toen ik nog jong was, nu heb ik daar geen zin meer in. Haar appartement was opgeruimd en schoon en dat vind ik altijd een hele verademing. Meer zeg ik daar niet over want ik mag bevolkingsgroepen niet stigmatiseren al is het dan gewoon de realiteit. De inrichting was klassiek te noemen maar niet ouderwets. Stijlvol, zorgvuldig en rustig zijn woorden die haar woning het beste omschrijven. Niet protserig met mahonie en goud en chroom en glas als ware men in een woonwagen maar gewoon burgerlijk netjes. Hout, stevige zittingen, met liefde voor het vak bekleed. Velours natuurlijk. Zachte vloerbedekking, kleedje in de gang, Novilon in de keuken. Burgerlijk maar niet truttig. Geen porseleinen beeldjes, geen herderinnetje-met-traan aan de muur, ook geen opgeplakte legpuzzel waar men trots op is alsof men een Rembrandt had geschilderd en al helemaal niet zo’n resin vogeltje wat begint te fluiten als je er langs loopt. Resin is een soort kunststof wat je kan gieten in een vorm en dan zo hard wordt als steen, merknaam Polystone, en van dat goedje heb je naast het voornoemde vogeltje een heel regiment beelden, beesten en kabouters en weet ik veel. Het is een goedkoop alternatief voor houtsnijwerk of steen en in december staan er bij de Blokker altijd kerststallen met beeldengroepen van dit materiaal.

Mevrouw sprak beschaafd met een lichte Drentse tongval. Of ik wel een kopje koffie wilde. Haar voorkomen en het geluid van haar stem waren in perfecte overeenstemming met de serene rust die er in haar huis heerste. Als je ’s morgens ergens aanbelt en Geesje of Trijna doet open dan hoor je met schelle stem: “Most ook kovvie hebb’n? Krigst d’r ook ain stuk kouk bie!”. Begrijp me niet verkeerd, ik houd heel veel van Geesje en Trijna en voel me bij hen aan de keukentafel in mijn element. Maar hier op drie hoog in Emmen kwam ik in een andere wereld. Ze sprak geen woord teveel en wat ze zei was zakelijk, vriendelijk en belangstellend maar beleefd afstandelijk. Ik zelf zei ook niet veel. Ik mocht op de bank plaatsnemen en ik ging in de hoek zitten, met een kussen in de rug en met mijn rechter arm op de leuning. Erg comfortabel. Niet te hangerig achterover en ook niet rechtop als een kerkbank maar precies goed. Zou men het hoofd achterover leggen dan zou men pardoes, nog voor het acht-uur journaal goed en wel begonnen was, in een diepe sluimer verzonken zijn en als men wakker schrikt van de sterreclame dan zou men zeggen dat je zacht snurkte. Ik kon geen gesprek gaande houden maar daarentegen moet ik zeggen dat ik daar ook helemaal niet de behoefte aan had. Mevrouw ook niet, ze zat gewoon met een flauwe glimlach naar me te kijken. Woorden waren overbodig. We zaten zwijgend tegenover elkaar en begrepen elkaar, al besef ik dat het vreemd klinkt voor een ontmoeting met iemand die ik voor het eerst zag. Ze was mooi, niet in de zin van sensueel of lekker maar gewoon mooi. Al gauw 10 jaar ouder dan ik schat ik maar met een egale huid, goed op gewicht, zeer verzorgd. Maar ik was het meest onder de indruk van haar uitstraling. Rust, evenwicht, beheerst, volkomen in balans. Ik zou bij haar in kunnen trekken, persoonlijke spulletjes in de logeerkamer leggen, logeerbed opmaken en we zouden samen kunnen leven als broer en zus, als vrienden desnoods, en het had zo moeten zijn en we zouden er geen woord aan vuil maken. Of zij er ook zo over dacht weet ik natuurlijk niet, het zijn puur mijn hersenspinsels die weergeven welke stemming ze bij me opriep.

En toen gebeurde het. Ik was al moe natuurlijk, het einde van de werkdag, in een woning die ook de volgende dag had gekund. En het was die zeldzaam grijze dag. En de volmaakt  serene atmosfeer in het huis van mijn gastvrouw. Ik legde mijn hoofd achterover om te voelen hoe ver de leuning weg was en meteen ging ik weer rechtop natuurlijk, een beetje beschaamd ook. Maar het duurde niet lang of het gebeurde opnieuw. Ik wou het niet maar ik kon niet anders. Ik legde mijn hoofd achterover, hield krampachtig mijn ogen open en sprak nog een laatste onbetekenende zin. En toen bleef het stil en zakten mijn ogen dicht en weg was ik, zwevend op een wolk, op weg naar zonniger oorden. Het zal niet lang geduurd hebben. Een minuut? Twee minuten? Vijf hooguit. De sluimer was niet diep genoeg om niet te beseffen dat het volkomen misplaatst is om bij een vreemde dame in huis in slaap te vallen en zo schrok ik wakker en sprong op. Ik lachte schaapachtig en maakte excuses. Maar mevrouw bleef rustig zitten en glimlachte me vriendelijk toe. Ze zei dat het niet erg was en dat ze het wel gezellig vond. Ik pakte mijn spullen bij elkaar en was klaar voor vertrek. Toen deed ik iets wat ik nooit doe als het werk er op zit: ik gaf haar een hand en bedankte me voor het verblijf. Ze hield mijn hand even vast, een seconde maar, net iets te lang voor een gewone handdruk en zei: “Je snurkte zachtjes…….”.

vrijdag 2 november 2018

Remi en de oude dame


Wie kent niet het verhaal van Remi, alleen op de wereld. Vroeger was er op televisie een tekenfilmserie over Remi. Ik heb daar geloof ik 3 minuten van gezien, 45 jaar geleden. Dus moest ik even op Google kijken hoe het ook alweer ging.

Remi had het zo slecht nog niet. Ok, zijn pleegvader was dan misschien een beetje een lul maar gelukkig was die nooit thuis. En na vele omzwervingen vind Remi uiteindelijk zijn familie terug en erft en passant nog even het familiekapitaal. Of zoiets. In ieder geval leefden ze nog lang en gelukkig. En ja, dat rondreizen met die muzikant met die aap zal wel de nodige ongemakken hebben gehad. Maar het is een jeugdroman en dus blijven ons de meest schokkende details bespaard. Ik bedoel maar, hij had ook in een katholiek jongensinternaat terecht kunnen komen. Dan was het een heel ander soort roman geworden. Hashtag MeToo Remi. Remi bij de paters.

Het verhaal van de oude dame is geen roman. Het is ook geen vrolijk verhaal. Ik zeg het maar even van te voren. Als u wat makkelijk huilt kunt u beter even wegklikken. Het is het verhaal van de eenzaamheid. Veel ouderen zijn eenzaam. Iedereen om je heen is dood op je kinderen na maar die wonen aan de andere kant van de wereld. En dit is dan nog de milde versie. De oude dame trakteerde me op een kopje koffie met een biscuitje. Meelkoekie. “Ain kop kovvie mit twei meelkoekies. Doar kennen ze mie zó bliede mit mokken……”, vond ze. Ik was het wel met haar eens. Een kop koffie en een praatje met een oude dame met een goed verhaal. Daar kom ik de dag wel mee door. Ik houd van 55plus wooncomplexen op het platte land. De rust, de eenvoud, de regelmaat, de bijna identieke jaren zestig interieurs, ik houd daarvan. Levende geschiedenislessen in een overdekt openluchtmuseum.

Wooncomplexen in de Stad zijn anders. Stadse bejaarden zijn anders. Niet allemaal natuurlijk, maar over het algemeen. Kapsones en zeurders. Met zo’n nasale Piet van Dijken klagerige zeikstem. Vreselijk. Dat die man af en toe nog uit de kist wordt getrokken om bij RTV-Noord als ‘tv personality’ in beeld te verschijnen doen ze ook alleen maar om ons er aan te herinneren hoe erg RTV-Noord vroeger was. Zijn we net verlost van een vijfentwintig jaar durende Ede Staal memorial, 25 jaar lang was er elke maand wel ergens in een Gronings dorpshuis een Ede Staal liedjesavond met oude herinneringen en anekdotes waar RTV-Noord live verslag van deed, komen ze nu om de haverklap weer met die veel te laat gepensioneerde Piet van Dijken op de proppen. Ik vraag me ongerust af wat ze gaan doen als die man ooit nog eens uit de tijd komt. De ‘RTV-Noord Piet van Dijken In Memorial Klouk Serie’. Of nog iets ergers misschien. Brrrrr.

Terug naar de oude dame. Ze was enig kind. Haar ouders stierven vroeg. Ze trouwde op jonge leeftijd. Het huwelijk leverde één zoon op. Toen kreeg haar man een ongeluk op het werk. Hij was als gevolg daarvan arbeidsongeschikt, was vaak ziek en lag een groot deel van de dag in bed. Vijfendertig jaar heeft ze hem verzorgd. Op vakantie zijn ze nooit geweest. In elke bejaardenwoning hangt wel ergens een souvenir of oude ansichtkaart uit Sauerland of Beieren aan de muur. Bij haar niet. Zo’n drie jaar geleden overleed hij. Een half jaar later verloor ze haar zoon. Auto-ongeluk. Hij was niet getrouwd en er zijn geen kleinkinderen. Familie van haar overleden man is er ook niet. Na de crematie van haar zoon bracht de begrafenisondernemer haar naar huis. Uit medelijden. Er was verder niemand. Hij zette haar voor de hoofdingang van de flat af. Alleen in de lift. Alleen over de galerij. De deur viel achter haar in het slot. De echo klonk hol door het appartement. Daar stond ze. Alleen op de wereld. “Mien leven was veurbie. Wat heb ik hier nog? Zal ik mijn jas uitdoen? Of niet? Wil ik nog koffie? Of ga ik maar meteen naar bed? Of spring ik van het balkon?”. Ze mocht het allemaal alleen bedenken en hoefde alleen met zichzelf rekening te houden. Maar ze sprong niet. Ze schikte zich in haar lot en pakte de draad van haar leven weer op. Veel contact met haar buren heeft ze niet. Ze kan het gewauwel over de dagelijkse pietluttigheden niet verdragen. Over de droge gebakjes op de verjaardag van Mientje. Over de slappe koffie op de bingo. Het gepronk met kleurplaten van kleinkinderen waarvan ze de naam niet kunnen onthouden. Verjaardagen en kindertekeningen, ze heeft ze niet. Haar zoon had een collega. Die zoekt haar nog wel eens op. Dan doet hij klusjes, schilderijtje ophangen of zo. Even een kopje koffie en dan weer weg. Soms ook geen koffie. Een kerstboom heeft ze niet. Namaakgezelligheid vind ze dat. “Ik ben toch mor allennig”. En met kerken heeft ze al helemaal niks. Proatjeboksems. Met kerstmis haalt de vrouw van die collega haar op. De schoonvader van die collega is er dan ook. Is ze toch niet helemaal alleen met kerst. Met oudjaar kruipt ze er om tien uur in. Een kopje koffie met een biscuitje en dan naar bed. Lawaai om de keet en zoeperij, niks aan.

Remi moet niet zo zeuren met zijn ‘alleen op de wereld’. Zielig gedoe. Lijkt Piet van Dijken wel.

vrijdag 31 augustus 2018

Idioot verhaal.


Het echtpaar op de tweede verdieping had de hele nacht niet geslapen. De ventilatieman zou komen. Hadden ze wel genoeg spulletjes aan de kant gezet? Maakt hij ook rommel? Hoe laat komt hij en hoe lang is hij bezig en konden ze dan nog wel op boodschap? Het was warm en ik kreeg een flesje cola. Ik wilde er graag een glas bij en dat mocht. Ik bleef aan de eetkamertafel zitten. Het echtpaar zeeg neder in ieder hun eigen elektrische op-en-neerstoel. Flinke stevige lederen zetels met stalen frame want er kwam me daar een paar kilo neer zeg, sodemieters. Ze hadden nog maar één dochter, hun zoon was overleden. Maar dat was zijn eigen schuld. Nou nee, het lag eigenlijk aan zijn vrouw want die kroop met een andere kerel in bed. Hun zoon betrapte ze terwijl ze lagen te ….. nou ja….. en riep toen dat hij zich tegen een boom te pletter zou rijden. Zijn vrouw geloofde hem niet maar hij deed het toch. Het hele verhaal werd me net zo emotieloos opgedist als ik het hier opschrijf.


Wilders blaast zijn cartoonwedstrijd af. Tienduizend ongeletterde werkloze boeren en arbeiders van het Pakistaanse platteland lopen als een stel hysterische wijven achter een volslagen doorgedraaide  idioot aan naar de hoofdstad om te protesteren tegen een tekenwedstrijd in een minuscuul groen landje aan de andere kant van de wereld. Als ik een tekening maak van een middeleeuwse Arabier en ik schrijf er onder ‘dit is Piet’ kraait er geen haan naar. Schrijf ik er onder ‘dit is Mohammed’ moet  mijn kop er af. Ik heb geen idee hoeveel we verdienen aan de handel met Pakistan maar het is misschien inderdaad beter om alle betrekkingen met dat land te verbreken.

Boeren in Noord-Holland stoppen drainagebuizen in de veengrond om die te bevochtigen om de extra CO2 uitstoot tegen te gaan die is ontstaan omdat de grondwaterstand omwille van diezelfde boeren is verlaagd. Logisch. De gronduitstoot van alle veengebieden is 2 procent van wat heel Nederland aan CO2 uitstoot. Als heel Nederland over 20 of 30 jaar eindelijk CO2 neutraal is dan draagt dat voor 0,2 procent bij aan de vermindering van de CO2 uitstoot van de hele wereld. Nou, dat is wel een flinke kostenpost waard lijkt me. Maar accijns heffen op kerosine moesten we nog maar niet doen want anders kunnen we niet meer drie keer per jaar voor een paar tientjes naar Erdoganië  vliegen voor een weekje in een vetmest-resort met personeel wat daar 24/7 werkt voor ongeveer 25 euro in de maand. Heerlijk toch.

Ondertussen veegt in de VS Trump zijn kont af met het klimaatakkoord en zet vol in op energie uit kolen en schrapt alle milieumaatregelen voor de industrie. En speelt hij mooi weer met de meest extreme christengekkies in de VS. Dat volk houdt er weliswaar ideeën op na waar Hitler jaloers op zou zijn geweest maar als stemvee zijn ze toch mooi meegenomen. In de oude USSR was religie verboden. Het communisme was immers het ware geloof. Maar toen dictator Poetin het voor het zeggen kreeg verscheen hij consequent in beeld met de patriarch van de Russisch Orthodoxe Kerk aan zijn zijde. Zo’n dikke vent met een lange baard en een zwarte jurk aan en een gek hoofddeksel. Religie gaat over gekke hoofddeksels. Het gebrek aan relevantie moet worden gecompenseerd met mannen in jurken, gekke hoofddeksels en rituelen. Een echte win-win situatie: de patriarch kon weer eens ouderwets lekker belangrijk doen en Poetin verzekerde zich aldus van een trouwe schare aanhangers.Overal ter wereld rennen religieus vertroebelde geesten als blinde paarden achter een schreeuwende gek aan die ze misbruikt voor zijn eigen agenda. En ze hebben het nog niet eens in de gaten ook. Maar zo verwonderlijk is dat eigenlijk ook weer niet bedenk ik me net.

Ook de paus mocht zich weer eens over media-aandacht verheugen. Onze eigen paus notabene, afstammeling in rechte lijn van Jezus, wiens eigen moeder Maria opgroeide bij de Hoge Priesters in de tempel, die vervolgens op haar twaalfde werd uitgehuwelijkt aan Jozef de timmerman, en kort daarna op wonderbaarlijke wijze zwanger bleek te zijn voordat hij de kans had gehad zijn huwelijk te consumeren. Ja, ja, daar kwamen de priesters mooi mee weg en Jozef en de zijnen slikten het verhaal over een geest en een engel als zoete koek. Onze hedendaagse priesters hebben het niet van een vreemde. Ook Mohammeds, die van die tekenwedstrijd, derde vrouw Aisha was 10 jaar toen haar de twijfelachtige eer te beurt viel de schapenvacht te mogen delen met haar wettige echtgenoot. In de negentiger jaren van de vorige eeuw gingen verhalen rond over Afrikaanse mannen die geloofden dat ze konden genezen van aids als ze seks zouden hebben met hele jonge meisjes. Hoe die mannen aan aids kwamen vroegen ze zich kennelijk niet af. En nog steeds wordt het gebruik van condooms door Afrikaanse priesters veroordeeld. Religie gaat behalve over kokette hoofddeksels ook heel erg over seks met kinderen is mijn voorzichtige conclusie.

VVD-kamerlid Han ten Broeke moet weg omdat hij een avontuurtje had met een medewerkster. Wat er precies gebeurd is komen we helaas nooit te weten. Dat vond ik ook al zo irritant in de Clinton/Lewinsky affaire jaren terug. Een heel verhaal maar sappige details ho maar. Ja, een vlek op een zwarte jurk hebben we gezien, maar verder? Met Han en zijn meisje hetzelfde liedje. Bleef het bij wat vozen? Of is hij echt diep in haar……. Nou ja, laat ik er niet over uitweiden. Natuurlijk moeten wij er nu allemaal schijnheilig over doen. Met Goeroe ‘Goed Volk’ Dijkhoff voorop. Want je wil toch zeker niet voor seksist worden uitgemaakt? En natuurlijk moet Han nu bittere tranen van spijt wenen en natuurlijk moet de dame in kwestie er nu een #metoo-ceremonie van maken maar potverdorie wat waren we opgewonden en potverdorie wat was het lekker. En zeg eens eerlijk mannen, zijn wij niet allemaal stiekem een heel klein beetje jaloers op Han? Dat zo’n saaie middelbare VVD-kantoorpik zo’n jong ding kon versieren? Is het niet de ultieme Neanderthalerdroom? Een oer-reflex die door ons sociaal correcte mensenbrein meestal net op tijd wordt onderdrukt voordat de vlam in de pan schiet (vergeef me de woordspeling) met alle relatieverwoestende consequenties als onvermijdelijk gevolg?

Tot overmaat van ramp keek ik gisteren naar het Journaal. De allerhoogste Opperblaaskaak van Unilever kwam vertellen dat het toch oh zo’n goed idee is om de dividendbelasting af te schaffen. Dat snap ik. Wij van WC-eend adviseren WC-eend. Potverdorie jongens, is het werkelijk de bedoeling dat wij allemaal worden teruggeduwd naar de onderste trede van de Pyramide van Maslow? Ter meerdere eer en glorie van het welzijn van mensen bij wie het geld nu al tegen de plinten omhoog klotst? Zeg het dan eerlijk, dan kan ik nu nog snel even naar zo’n vetmest-resort als toerist. Voordat ik er straks heen moet als asielzoeker.

Dat ik bij het zware slapeloze echtpaar aan de hoge tafel beef zitten had een reden. Ik wilde snel weer weg. De afgelopen anderhalf uur waren ze met de allergrootste krachtinspanning om me heen blijven staan. Ik kon geen kant op en moest steeds vragen of ik er even langs mocht waar ze traag gehoor aan gaven. Als twee jonge katten keken ze al die tijd gebiologeerd omhoog naar de kanarie in zijn kooi. Hoe ik daar bovenop mijn trapje met hun mechanische ventilatie in de weer was. Van een dialoog was geen sprake, het was een eindeloos monotoon relaas over alles wat er niet goed was in de wereld. Ze noemden ook nog even die twee arme Armeense kindertjes die nu het land uit moesten. Dat konden ze niet begrijpen. Laten ze in plaats van die arme kindertjes die asielzoekers  toch terugsturen vonden ze. Ik heb er maar niets op gezegd. Hun wereld is klein en dat wilde ik vooral zo laten. Maar ik kreeg het flesje met de rest van de cola mee. Voor onderweg.

vrijdag 17 augustus 2018

Lady Diana en het vergiet.


Tussen de onmetelijke hoeveelheid tierelantijntjes, van kristal en glas en keramiek en weet ik veel wat nog meer, stond plompverloren een zilveren fotolijstje met daarin een foto van Lady Diana. Verder was er in de woning niets wat duidde op een speciale affectie met koningshuizen in het algemeen of het Britse koningshuis in het bijzonder. Wat die foto daar deed weet ik niet. Misschien was ze destijds erg aangedaan door de plotselinge veel te vroege dood van de glamourprinses of misschien vond ze het zilveren fotolijstje gewoon heel mooi en kon ze er goedkoop aankomen op de rommelmarkt en heeft ze de foto er gewoon in laten zitten en weet ze helemaal niet wie die jonge vrouw op de foto is. Zo zie je maar. Je kunt met zo’n verhaal na een paar regels al meteen alle kanten op.

In de Amerikaanse staat Maine mag een man met geitenhoorns op de pasfoto. Hij is namelijk een pagan-priester en die hoorns zijn spirituele antennes. Ook in zijn geval wilde de betreffende ambtenaar niet meewerken maar de rechter vond dat het niet aan de ambtenaar was om te bepalen wat een serieus geloof is en wat niet. Maar dat is helemaal in Amerika. Dichter bij huis zie je in Europese landen verschillende regels, een non mag soms wel en soms niet met haar habijt op de foto, hoofddoekjes en tulbanden mogen soms wel en soms niet. En vergieten worden in meerdere Europese landen toegestaan. Gisteren werd bekend dat je in Nederland niet met een vergiet op je hoofd op de pasfoto mag. De Raad van State acht zichzelf niet te beroerd om te bepalen wat een serieus geloof is en wat niet. Dat is in mijn ogen een knap staaltje gereformeerde zelfingenomenheid.

Het huis met de tierelantijntjes en Lady Diana stond zo vol met van alles en nog wat dat ik, met toestemming, een niet onaanzienlijk deel van de huisraad naar de galerij verplaatste. Buren vroegen of buurvrouw ging verhuizen. Nee hoor, ik hoef alleen maar even naar de ventilatie te kijken. Het grootste deel van de verplaatsbare spullen hadden te maken met knutselen en handwerken. Dat deed ze de hele dag. Volgens mevrouw geeft het niet wat je doet, als je maar wat doet. Vervolgens moest ze zich weer in haar stoel laten vallen want door haar hartkwaal kon ze niet meer zo goed uit de voeten. Toen ik de vrijgekomen ruimte vol zette met mijn gereedschap vroeg ze of ze moest helpen. Iets vasthouden of aangeven of zo. Dat vond ik niet nodig.

De rechter geeft met zijn besluit het vergiet te weigeren inzage in zijn eigen referentiekader. Het Pastafarisme is met zijn bierfonteinen, heilige piraten en acht ‘lievernietjes’ niet serieus. Het is een parodie, satire. In een poging zijn zwaktebod te onderbouwen komt hij nog met het verhaal dat het dragen van een vergiet niet staat voorgeschreven in de lievernietjes en dus vermijdbaar is. Dat is dom. Ten eerste staat het dragen van een hoofddoek ook niet in de koran en ten tweede vindt hij het Pastafarisme geen geloof dus wat is dat dan voor gezeik over die lievernietjes? Dat klinkt als: “Sprookjes zijn niet echt maar ik vind het wel heel schandelijk dat de boze wolf zomaar Roodkapje opvreet”. Een serieus geloof gaat over opstaan uit de dood, doden tot leven wekken en naar de hemel vliegen en weer terugkeren. Het gaat over stemmen uit de hemel, vliegende mannen in witte gewaden met grote vleugels aan zijn schouders die boodschappen komen overbrengen. Het gaat over maagden die zwanger worden en over maagden die weggegeven worden aan jihadstrijders, gewoon voor het plezier. Het gaat over water in wijn veranderen, over water lopen, zeeën splijten en een 650 jaar oude man die 150 jaar aan een houten schuit timmert om de dieren in te bewaren terwijl een serieuze god de mensheid verzuipt. Nee, heel serieus allemaal.
Ik vind het jammer dat het Pastafarisme niet wordt erkend als serieus geloof. Niet om dat vergiet op je kop hoor. Maar gewoon voor later, als je dood bent. Tot nu toe zitten de brave mensen allemaal verzameld op wolkjes rond een chagrijn met een lange grijze baard op een troon saai voor zich uit te  blauwbekken en zitten de stoute mensen er warmpjes bij in een hol waar vuur brand. Het Pastafarisme kan dat sombere gedoe wat opvrolijken. De oude chagrijn mag eindelijk met pensioen en op de plaats van de troon komt een grote dampende pan spaghetti. Met gehakballen of bolognaisesaus, wat je maar wil. Pasta Pesto mag ook zelfs. De voorraad is eindeloos en altijd warm en vers. Er zijn bierfonteinen met fris schuimend pils. Er zijn continue grote piratenfeesten. Met reeds lang geleden overleden vrienden ga weer net als vroeger aan de zwier en ter verhoging van de feestvreugde zetten we deur van de Islamhemel ook open en versieren we zoveel maagden als we krijgen kunnen. Die zijn dan binnen de kortste keren geen maagd meer maar wat geeft het, zo’n opgeblazen jihadstrijder merkt het verschil toch niet. En bovendien mag hij ook bier en spaghetti. Jezus en Mohammed worden samen dronken en als de remmen goed los zijn gaan ze even met hun tweeën apart liggen. Ze hadden toch altijd al meer met mannen dan met vrouwen.

Een werkje waar de broze knutseldame uren mee zoet kan zijn is het maken van mozaïek. Op een bloempot bijvoorbeeld. De bloempot, gewoon zo’n rode aardewerken pot, wordt eerst in een mooi kleurtje geverfd en dan beplakt met stukjes glas of kapotte tegels of wat dan ook. Of met platte kiezelsteentjes. Die neemt ze mee van buiten, als ze ergens is en een bult grind ziet liggen. Die gaat ze dan thuis in haar flatje eerst schoonmaken. Al het zand en vuil moet er af. Daarvoor gebruikt ze een vergiet. Of ze het vergiet ook wel eens op haar hoofd zet heb ik maar niet gevraagd.

zaterdag 9 juni 2018

Vestigingsklimaat


De wolf vestigt zich in Drenthe. Na een verkennend vooronderzoek waarbij ook Groningen en Friesland werden aangedaan koos hij voor Drenthe. Groningen was te kaal vermoedelijk want wolven houden van bossen. De Friese Wouden had natuurlijk ook gekund want dat is maar een paar stappen verder. Maar Friesland is dan toch weer iets te veel gevraagd voor een wolf. Inburgering en zo. Ik snap dat wel. De Oostvaardersplassen was ook even een optie. Ruim voldoende prooi. Maar Staatsbosbeheer had daar hekken omheen gezet. En een wolf is geen parkdier. Grote grazers zijn ook geen parkdieren. Dan fokken ze maar raak en dan heb je er binnen de kortste keren veel te veel. Zonder roofdieren is er van natuurlijke selectie geen sprake want de zwakkere dieren worden niet opgegeten en die fokken dus gewoon lekker mee. De hongerdood is iets anders dan natuurlijke selectie maar maak dat SBB maar eens wijs. Nee, natuurontwikkeling volgens SBB daar heeft een wolf niks mee. Alles in aanmerking genomen had Drenthe toch het beste vestigingsklimaat voor de wolf.

Ik heb op YouTube de Bergrede van Klaas Dijkhoff bekeken. Duurde maar een klein half uur dus dat was wel uit te houden. VVD alpha mannetjes in een zaal en de roedelleider stond orakelend op de rots. Het was overigens best om aan te horen. Ik had gehoopt op wat meer brisante uitspraken maar het bleef een tamme bedoening. Hij behandelde globaal wat gemeenplaatsen en trok daaruit wat algemeen gangbare conclusies waar iedereen het wel mee eens is. Net een soort verjaardagsfeest waar de wereldproblemen in een oogwenk onder een goed glas worden opgelost. Dijkhoff was voordat hij zich tot de VVD bekeerde gewoon een Brabander. In het Brabant van zijn jeugd hadden ze het de godganse dag over goed volk. Daar had hij het steeds maar over. Goed volk, daar wil de VVD wel voor gaan. Het verhaal van Klaas krijgt een wat andere klank als je het in de context van de realiteit van alle dag bekijkt. Welke definitie gebruikt de VVD voor goed volk? Voldoen Jos van Rey, Mark Verheijen, Henry Keizer en Robin Linschoten ook aan die definitie? En Halbe Zijlstra? Het blijkt dat de 1,6 miljard die men per jaar weggeeft aan mensen die toch al genoeg hebben een typisch gevalletje is van ‘wij van wc-eend adviseren wc-eend’. Ook goed volk? Lilian Marijnissen van de SP komt ook uit Brabant. Heeft die hetzelfde beeld van goed volk als Klaas Dijkhoff? Ik denk het niet.

Voor onze Drentse wolvenfamilie zijn er zelfs al belangengroepen opgericht en er is een heuse wolven-website. De plaatselijke sjamanen en kruidenvrouwtjes dansen bij volle maan in Pocahontas-kleren rond de hunebedden, meehuilend met de wolven in het bos. En de boeren? Ach, die paar schapen. En ze krijgen er toch geld voor? En anders zetten ze er maar een hek omheen. Pardon? Een hek er omheen? Gaan we nu het typisch Hollandse weide- en heidelandschap veranderen in een kooienlandschap? Met percelen met 2 meter hoge afrasteringen van dik gaas? Overigens hoeft het niet zo te gaan want er was al een wolvengeleerde die wist dat vader wolf, die het vestigingsklimaat kwam onderzoeken, zich nu en dan uit pure noodzaak aan een schaap vergreep maar als zijn familie eenmaal was gearriveerd zich wenste te beperken tot louter roodwild en af en toe een konijn. Is die man een wolvenfluisteraar met voorspellende gaven? Of is hem dit tijdens een nachtelijke danssessie rond zo’n hunebed ingefluisterd door de voorvaderen van de sjamaan? Hou toch op man, wat een gezeik. De wolf is terug en dat gaan we merken. Nu zijn het dan nog schapen maar dat wordt snel anders als het roedel op volle sterkte is. Wij werden vroeger op school al gewaarschuwd voor hondsdolle vossen. Die konden naar verluidt agressief worden van die ziekte en als je dan per ongeluk te dicht in de buurt kwam dan konden ze bijten. Elk jaar staat er wel een verhaal in de krant over een roofvogel die een wandelaar aanvalt. Herten en zwijnen banjeren op klaarlichte dag door de aangeharkte perkjes van de bewoners van de Veluwe omdat ze te beroerd zijn om hun vreten in het bos te zoeken. Zo zal de dag ook komen waarop er een incident is met een wolf. Het begint met een opengereten drachtige Schotse Hooglander en uiteindelijk komt er vroeg of laat een spelend kind op het verkeerde moment op de verkeerde plek. Had de moeder het kind dan ook maar in zo’n schapenkooi moeten stoppen. Eigen schuld.

Ik vraag me af of mensen met bevingsschade aan hun huis ook tot Dijkhoffs goede volk behoren. Daar is men nog niet over uit. De vrienden die de 1,6 miljard opstrijken zijn dezelfde die de bevingsschade zouden moeten betalen. Dat Wiebes dat lastig vindt snap ik wel. Wie sowieso niet tot goed volk behoren zijn mensen die zijn aangewezen op de bijstand. Iedereen moet worden ingezet in het arbeidsproces. Alles ter meerdere eer en glorie van de club van 1,6 miljard. Dat die zich weinig laat gelegen aan het in dienst nemen van mensen met een arbeidsbeperking, of met een andere culturele achtergrond, of bijstandsmoeders die geen kinderoppas en geen vervoer hebben laat Dijkhoff onbelicht. Het is mij wel duidelijk wie er achter de schermen aan de touwtjes van de coalitiemarionetten trekken. Overigens is dat niet nieuw. Toen het CDA van Balkenende nog de baas was stond de BMW van B.E.M. Wientjes vaker voor het torentje geparkeerd dan de pausmobiel van Balkenende zelf.

Bestuurders, colleges, ambtenaren en wat dies meer zij slijpen intussen behalve hun potloden ook hun messen. Er komt een hoop werk aan. Iemand zal verantwoordelijk moeten worden gehouden voor de schade die wolven ongetwijfeld gaan aanrichten. Dat betekend rapporten schrijven, replieken op die rapporten schrijven, onderzoeken laten doen en die vervolgens uitpluizen. Stuurgroepen en Overlegorganen Wolvenschade. Bureauladen worden nu reeds ontruimt om plaats te maken voor onwelgevallige wolvenschaderapporten. Straks wordt er in de Beetse nabij Sellingen een Schotse Hooglander opgevreten door een groep wolven die zo snel in Drenthe eventjes geen hert konden vinden. SBB, de eigenaar van de Hooglanders, gaat natuurlijk op hoge poten verhaal halen op het gemeentehuis van Westerwolde. Maar die wuiven het weg: de wolven hebben zich gevestigd in Drenthe. In Assen moet je zijn. Nee zegt het Drentse provinciebestuur, wolven die hun vestigingsplaats verlaten vallen niet meer onder onze verantwoordelijkheid. Kortom, groot feest. En dan gaat het nog maar om een koe. U kunt zich voorstellen hoe het gaat als later oma die aan het wandelen is in het bos met haar kleindochter met een rood manteltje aan opgevreten worden. Met huid en haar. Dan komt van hogerhand een jagersman aangerend om ons van die verscheurende horde plaagdieren te verlossen. Diezelfde jagersman die nu door sjamanen en kruidenvrouwtjes wordt verguist als faunavermoordend tuig is dan plotseling goed volk. VVD-waardig.

zaterdag 2 juni 2018

Delfzijl

In de maritieme metropool aan de Eemsmond is het een drukte van belang. Talloze bulldozers, graafmachines en vrachtwagens krioelen als mieren over een eindeloze gele zandvlakte waar eens een groene dijk met rustig grazende schapen moet hebben gelegen. Als je naast zo’n vrachtwagen staat denk je dat met 10 tot 15 ladingen van dat bakbeest de dijk wel ongeveer klaar is. Maar sta je even later op twaalf hoog naar beneden te kijken dan vind je dat molshoopje zand niet meer terug. Na 10 vrachtwagens vraag je je af of er eigenlijk wel iets gebeurt is. De dijk van Delfzijl naar de Eemshaven was te laag en niet aardbevingsbestendig.




In de woning op de eerste verdieping woont mevrouw al zes jaar gescheiden van haar man. Ex-man moet ik zeggen. Die woont op de derde. Het seniorencomplex, vier bouwlagen met op de begane grond een supermarkt, staat op de plek waar vroeger Delfzijl noord was; een wijk met duizenden woningen. Nu is er een miniwinkelcentrumpje in een wijk die er niet meer is. Ze zijn 45 jaar getrouwd geweest maar in de herfst van hun leven wilde ze het einde niet met haar ex afwachten. “Wie weet hoeveel jaar ik nog heb”, had ze zich afgevraagd, “en wil ik dan nog langer met die ellende zitten?”. Wat die ellende dan is geweest blijft onbelicht. Vreemd aan het verhaal is dat de ex nog elke dag bij haar komt eten. “Er is geen ruzie of zo….”, voegt ze er nog aan toe.

De Delfzijlsters moeten haast wel op het randje van de dood hebben geleefd, zo’n karwei maken ze van die nieuwe dijk. Een zuchtje natte wind uit het noordoosten en heel het Groninger land zou terstond tot aan de knieën in het zilte sop staan. Een aardschokje erbij en we hadden de landkaart van Groningen kunnen weggooien. Of bewaren in een museum. Kijk, verteld opa dan over 100 jaar aan zijn ongelovige kleinkinderen, vroeger was er boven Zwolle ook nog land. Dat is trouwens iets waar veel Haagse bestuurders zich ook nu nauwelijks iets bij kunnen voorstellen. Daar hadden ze dan toch nog bijna gelijk in gekregen. Dus moet de dijk omhoog. Voor de bebouwing in het voormalige Delfzijl is het haast de moeite niet meer. De burgers die ik spreek vragen zich in alle oprechtheid af de sloop van de woningvoorraad komt door de krimp van de populatie of andersom. Ik sprak laatst een man die onlangs voor de vierde keer een aanzegging kreeg dat zijn woning zal worden gesloopt. Eerst moest hij zijn huis uit in voormalig Noord, toen moest hij uit zijn huis want het blok waar hij toen woonde moest er toch achteraf ook maar af, toen moest hij uit de Vennenflat die onlangs is gesloopt en nu staat het flatje achter de keermuur aan de haven ook op de nominatie om over pakweg twee jaar te verdwijnen. Lekker dan. De volledige historie van de man is straks verdwenen. Nooit zal hij zijn kleinkinderen kunnen laten zien waar opa en oma jaren en jaren hebben gewoond, geleefd en gewerkt. Een paar oude foto’s van een stad die er niet meer is. De rest is herinnering.

Als ik aanbel bij de eerste woning op de galerij op de tweede verdieping en aan de dame in de deuropening vertel wat ik kom doen loopt er een heer achter me langs. De man maakt een deftige indruk en uit zijn taalgebruik maak ik op dat we hier te doen hebben met een vooraanstaand heer in ruste. Zonder zijn beurt af te wachten vraagt hij wanneer ik bij hem kom: “Ik woon op de derde…”. Voor ik kan reageren vult hij het zelf al in: “In de brief staat maandag…”. Er volgt nog een monoloog over aard en tijdsduur van de werkzaamheden zonder dat mijn inbreng er ook maar iets toe doet. “Dat zal dan wel kloppen”, meen ik en vlucht met mevrouw de gang in. Kordaat gooit ze de deur achter ons dicht, pal voor de neus van de deftige meneer. Ik vraag aan mijn reddende engel of het soms de directeur van de flat is. Dat had ik goed gezien. In elk seniorencomplex is er altijd wel een bewoner die zich opwerpt tot Meest Belangrijke Heer van het complex. Vorige maand was er net bewonersoverleg geweest. Onze belangrijke heer was anderhalf uur alleen aan het woord geweest. Niemand heeft begrepen waar het over ging. Niemand had iets voor de rondvraag. Ze waren moe en wilden naar bed.

Van een ‘authentiek oud havenstadje’ is geen sprake. Oud Delfzijl bestaat niet. Volgens sommige geschiedenisboekjes moet er heel vroeger ook al een Delfzijl zijn geweest. Er is niets in het landschap wat daar aan herinnert. Zelfs de haven is nieuw. De omliggende dorpen, Heveskes, Oterdum en Weiwerd zijn in de zestiger jaren gesloopt om plaats te maken voor industrie die nooit kwam. Delfzijl is toen omgebouwd tot een moderne stad wat het overigens ook nooit geworden is. Megalomane denkbeelden bepalen sinds jaar en dag het aanzien van Delfzijl. De bewoners is nooit iets gevraagd. Een briefje in de deur dat je kon oprotten voor de vooruitgang. Dat was alles. Een dag later reed er een bulldozer over je huis. Dan stond je met je gepoetste meubeltjes en je kinderen in een woestijn van zand en puin wat vroeger de woonwijk was met in de verte de bulldozer die een seconde geleden jouw bestaan heeft uitgewist.

De man op de derde verdieping doet allerhartelijkst open. De inrichting is enigszins voornaam, licht klassiek en toch redelijk smaakvol. Aan de muur echte schilderijen afgewisseld met trendy afbeeldingen op canvas uit de woonwinkel. Een niet eens zo heel lelijke combi van kunst en kitsch. Het duurde even voor ik in de gaten kreeg met wie ik van doen had. Het was de belangrijke heer. Het is typisch zo’n man die uren kan uitweiden over niet ter zake doende details, die af en toe een vraag stelt maar het antwoord nooit afwacht en meteen weer doorgaat met over zichzelf vertellen. Zo werd ik gewaar dat hij de ex is van de mevrouw op de eerste verdieping, die hij steevast ‘mijn vriendin’ noemt. Toen hij besefte dat ik bekend moest zijn met de situatie zei hij: “Ja, we zijn 45 jaar getrouwd geweest maar toen wilde ze weg”. Waarom wist hij niet en het van hem trouwens ook niet gehoeven want hij gaat er immers nog elke dag eten. Inmiddels was het mij wel duidelijk. Een dag zonder die man moet voor haar een geschenk uit de hemel zijn. Al is het dan ook in Delfzijl.

zondag 4 maart 2018

De muur van Terry Bidet


Het zou goed zijn als de heren Wilders en Baudet de volgende verkiezingen zouden winnen. Dan gaan ze samen coalitie maken.

Wilders is de man voor het gewone volk van waaruit je de knokploegen en moraalpolitie kan rekruteren. Baudet is de man voor de gegoede burgerij die de toekomstige ambtelijke vazallen moet leveren. Een geweldig combo lijkt me. Democratie is het toverwoord want als je het volk macht en inspraak beloofd krijg je ze wel mee. Een referendum is daarvoor een prachtig instrument. De zorgvuldig geïndoctrineerde achterban zorgt er wel voor dat de uitslagen jouw kant op draaien. En met de juiste propaganda en demoniseren van de vrije pers (linkse klaplopers en politiek correcte opvreters) zorgen Telegraaf, GeenStijl, ThePostonline en DDS voor het gewenste sentiment.


Ondertussen zijn ze zelf verre van democratisch. Logisch. Een open en democratische ledenpartij zorgt voor nuances en relativering en dan wordt het vanzelf een echte politieke partij. En dat moeten die heren niet hebben. Het zijn feodale types die geen tegenspraak dulden en zich omringen met jaknikkers. Op partijcongressen worden ze bejubelt en toegeschreeuwd door hun gehersenspoelde volgelingen en op die momenten voelen ze de adrenalinekick die ze een gevoel van superioriteit, macht en onoverwinnelijkheid geeft.

Verbazingwekkend hoe het eeuwenoude principe van stemming kweken en de macht grijpen nu ook weer lukt. We worden via Facebook en Twitter gedrogeerd en we trappen er met open ogen in. Want we zijn immers een democratie en zo’n vaart zal het niet lopen? En toch zou het goed zijn als het eens zou gebeuren: Baudet en Wilders aan de macht. Baudet minister-president en Wilders wordt dan minister van binnenlandse zaken. De vraag was tot voor kort waar we met Yernaz Ramautarsing heen zouden moeten. Dat is de man die zo graag zijn Grote Leider een plezier wilde doen dat hij zwarten dommer vindt dan blanken. Typisch gevalletje Stockholmsyndroom. Maar intussen heeft hij dat probleem zelf al opgelost. Jammer, want het zou wel gezellig staan tussen al die witte gezichten op de Muur van Mussert, die dan straks dienst doet als decor voor het optreden van de regering Baudet voor de wereldpers.

Met Grote Leider Baudet en Hoeder des Vaderlands Wilders aan de macht leren we weer dezelfde lessen als in de dertiger en veertiger jaren van de vorige eeuw. En we kunnen wel weer een lesje samenleven gebruiken lijkt me. Nederland zal dan wel binnen de kortste keren tot over haar oren in de schulden zitten want beloftes kosten veel geld. Maar ach, we moeten allemaal offers brengen nietwaar? Het volk wordt via voorgekookte referenda rijp gemaakt voor vergaande inperking van onze vrijheid. En dan, als het bijna te laat is, dan wordt het Nederlandsche Volk wakker en breekt de pleuris uit. “Rutte was nog beter dan dit zootje!” en “Nederland moet weer een democratie worden!”, roepen we dan om het hardst en we wijzen een handje vol voormalige PVV-ers en FvD-ers aan die ‘fout’ zijn geweest en die gaan dan voor een paar maanden in de bak om te boeten voor zonden van velen. Daarna zoeken we weer bang, geslagen en uitgemolken steun en onderdak in Brussel. Als die ons dan nog wil hebben tenminste. En we zeggen tegen elkaar dat zoiets nooit meer mag gebeuren en dat we een sterk Europa nodig hebben om dit soort ellende nooit meer mee te maken. Dat gaat dan weer een paar jaar goed. Tot de volgende demagoog opstaat met ‘frisse’ ideeën.

zaterdag 10 februari 2018

Pastoor Pjongtsjang

Op de vrijdag voor de Grote Optocht is het een drukte van belang. Echtgenote is bij een loopgroep en zoals die dingen dan gaan moet er op de laatste dag voor de optocht nog van alles gebeuren. En uitgerekend dan plannen ze de opening van de Olympische Winterspelen 2018. Uitgebreid op televisie natuurlijk en tussen het geredder en gestress door volgt zij met belangstelling de intocht der sporters. Ik heb natuurlijk ook een fragment gezien. Het was net een carnavalsoptocht. Bont verklede mensen die met vlaggen en vaandels zwaaien en net doen of de wereld mooi is en alles pais en vree. En verder zeg ik daar helemaal niets meer over.

Ik ben namelijk eens, heel lang geleden, bij een jobcoach (mag ik hem zo noemen?) geweest die me gedurende een aantal sessies in de Drentse bossen in mijn eigen ziel liet kijken. Voorwaar geen prettige aanblik, zo’n eigen ziel. En die jobcoach maakte me duidelijk dat relativerend vermogen weliswaar een deugd kan zijn maar als je daar in doorslaat je terecht komt in je eigen valkuil. En die valkuil is dat als je alles weg relativeert er nog maar heel weinig overblijft wat je echt raakt. Apathie ligt op de loer. Ik heb een brede belangstelling en zeker ook nog wel passies. Alleen weet ik niet zeker of ik over vijf jaar nog wel dezelfde passies heb. Dat is het verschil. Sommigen hebben een grote passie en dat blijft zo voor de rest van hun leven en daar bijten ze zich volledig in vast. Ik heb vele passies, vorige, huidige en toekomstige. Wat mijn toekomstige passies zijn weet ik natuurlijk nog niet, maar ik weet dat ze zullen komen. Dat is dan wel weer het leuke van relativeren, er komt altijd wel weer wat nieuws op mijn pad waar ik me dan tijdelijk druk om kan maken.

Genoeg van dat alles. Vanmorgen, op moment van schrijven is het 10 februari 2018, raakte ik zowaar toch ook weer begeesterd van Carnaval. Carnaval is een latent virus dat diep kan wegzakken maar toch telkens weer, toevalligerwijs zo rond Carnaval, de kop weer opsteekt. Zo ontdekte ik in de krant een stuk over onze zustervereniging De Bultruters. Ik viel zowat van mijn stoel! Ze lieten hun praalwagen zegenen door een pastoor. Fijn om te lezen dat ook de Bultruters zich tegenwoordig bedienen van een carnavalsstunt. Hebben de Kloosterwiekers bij tijd en wijle de ganse gemeenschap tuk met hun fratsen, de Stunt-van-de-Eeuw-Prijs gaat dit jaar toch echt naar de Bultruters.

Toch knaagt er iets. Het ziet er namelijk verdomd serieus uit, dat artikel over die pastoor. Het zal toch gaddakke niet waar zijn? Maar het is wel waar. Tijdens de optocht, ik ga natuurlijk wel altijd kijken, kwam ik in gesprek met een dame uit Bultrutersland en die bezwoer me dat er echt een pastoor is geweest die de kar echt heeft gezegend. Toevallig hoorde ik afgelopen weekend uit tweede hand dat ook de Kloosterwiekers van plan zouden zijn voor volgend jaar een nieuwe prinsenwagen te bouwen. Of het waar is weet ik niet maar de schrik sloeg me om het hart.

Geachte Kloosterwiekers: ik heb jullie allemaal even lief. Ik koester jullie allemaal aan mijn grote warme hart. Maar heb niet het lef om jullie eventuele nieuwe kar volgend jaar door een religieus vertroebelde geest te laten zegenen. Carnaval is een verbroederend feest voor alle Ter Apelers en tevens voor alle bezoekers van heinde en verre. Schifting der zielen op basis van levensbeschouwelijke voorkeuren zijn derhalve uit den boze. Twist, schoolstrijd, verzuiling en kerkscheuring zullen jullie deel zijn. Maar misschien valt het allemaal ook wel weer mee.