Op
maandagmorgen verzamelen zich een flink aantal bewoners bij de ingang. Een
drukte van belang. Rollators botsen tegen elkaar en de remkabels raken zowat
nog verstrikt.
“Ze komen
vandaag van de ventilatie!” weet mevrouw Raanhuis.
“En de tuin
komt ook helemaal over de kop!” komt meneer Uildriks er over heen. Zo maak je
nog eens wat mee!
“Komen
jullie eerst bij mij?” vraagt mevrouw Bosker.
“Ach nee
…” zucht meneer Jansen “jij staat op de woensdag! Weet je toch wel!”
“Toevallig heb ik deze week piketdienst……”,
vervolgt meneer Jansen tegen ons.
Meneer Jansen van nummer 21 is 85 jaar, 1.90
mtr. lang en slank. Mager bijna. De benen wat stram maar verder nog vitaal. Om
beurten hebben de mannelijke bewoners met verstand van techniek piketdienst. Wat
dat precies inhoud blijft onduidelijk. Maar het is een serieuze taak. “Laatst
kwam er een nieuwe bewoner, die kwam uit de bouw. Die heb ik meteen de
fietsenstalling gegeven! Ik kan alles er niet meer bij doen!” Het verhaal van
meneer Jansen past op een half kantje maar wij hebben een heel pak
kopieerpapier moeten aanhoren. Je komt aan je werk haast niet toe. “Och ja, hij
meent ook dat hij wat is…….”, vinden de medebewoners van meneer Jansen.
En al die
tijd bromde op de achtergrond het kleine dieselmotortje van het mini
graafmachientje. Een cabine van glas op twee rubberen mini rupsbandjes. Met een
graafbak er aan zo groot als een wasmand. Een paar stoeptegels of een hap gras.
Dan heb je het wel gehad. Die stoeptegels kiepert het machientje dan in een
bovenmaatse kruiwagen. Die heeft ook een klein dieselmotortje en rubberen mini
rupsbandjes. De machinist is oud en grijs. Ben ik voor mijn collega’s al een
nestor met mijn 55 jaren, deze machinist is zelfs in mijn ogen echt oud. Traag
en stijf klautert hij in en uit het graafmachientje. Alle perkjes, met nog een
lap gras, langs het pad en de terrasjes van de woningen op de begane grond
moeten worden afgegraven. Er voor in de plaats komt grind op antiworteldoek
afgezet met een rand van zwarte betonklinkers. Volgens de bewoners is dit voor
de hoogwerker van het schoonmaakbedrijf.
Het
dieselkruiwagentje is vol. De oude man klimt aandachtig uit het graafmachientje
en stapt op het plateautje achter het kruiwagentje. Met twee sticks kan hij het
karretje laten rijden en sturen. De stoeptegels gooit de man een eind verderop op
een hoop. Een tegel valt er te ver naast. Hij klimt van het plateautje, pakt de
tegel op en legt het netjes terug. Het is haast niet om aan te zien. Een
serieus grondverzetbedrijf zou de klus in een dag geklaard hebben. De oude man
pruttelt twee weken met zijn gemechaniseerde spade en zelfrijdende kruiwagen
heen en weer. Ik kan me niet voorstellen dat dit het product is van een
sluitende begroting en een passende offerte.
Het is een ongelijke
strijd, tegen de natuur en tegen het ouder worden, die wordt uitgevochten door
een stuntelende pietje precies in een minigraafmachientje. Kijk ik naar mijn
eigen toekomst? Naar de toekomst van werkend Nederland? Totaal vergrijsd
krampachtig doorploeteren tot de dood er op volgt? De woningen zijn bestemd voor
55 plussers. Kandidaten ouder dan 70 kunnen zich echter niet meer inschrijven.
Ik zou er nu al in mogen, tegen de tijd dat ik AOW krijg is het al bijna te
laat.
Er is iets
mis in Nederland. Iets heel erg mis.
De
liftmonteur komt. Moet ook gebeuren. Onderhoud is belangrijk. Meneer Jansen komt
uit nummer 21 gestapt. Ik hoor hem praten tegen de liftmonteur. “……..toevallig
heb ik deze week piketdienst……”. In het voorbijgaan kijk ik de liftmonteur aan
en knik even in de richting van meneer Jansen. De liftmonteur slaat zijn ogen
ten hemel en slaakt een diepe zucht.
Ik hoop dat
ik later nooit piketdienst krijg.