donderdag 17 december 2015

Veilig Westerwolde

In Ter Apel wonen krap aan 10.000 mensen en die herbergen al ruim dertig jaar ca. 2.000 asielzoekers.
Hier was het een slimme actie van ons toenmalig college om de leeggekomen ruimte van de MOB-complexen (NAVO depot) met medewerking van het COA een zinvolle en vooral rendabele invulling te geven. In Geldermalsen staat een heel industrieterrein leeg en dus dacht het college daar ook twee vliegen in een klap te slaan. Het heeft onze gemeentekas geen windeieren gelegd en daar is Bellingwedde heel blij mee. Maar dat terzijde. In dit licht klinken de bezwaren uit Geldermalsen wel wat kneuzerig. Heeft men daar geen televisie? Leest men daar geen kranten? Zoals zo vaak zijn de burgers ook nu weer compleet gespeend van enig historisch besef. Ik snap dat gemeentebestuur van Geldermalsen niet. Kom naar Ter Apel en leg daarna aan je burgers uit hoe het ook kan. Maar nee, je komt al gauw in overuren en dat kan de bedoeling natuurlijk niet zijn. En later moet je de kassabonnetjes van de benzinepomp ook nog verantwoorden in de gemeenteraad want het blijkt dat wethouder Jan-met-de-Pet er wel een hele dure gevulde koekensmaak op na houdt. Met roomboter bereid nog wel terwijl het volk van Geldermalsen in de rij staat voor de voedselbank. Dan zet hij nog liever een hoed op want daar vallen alleen voetbalfans over.
Ooit was er eens een heuse demonstratie voor het politiebureau in Ter Apel. Het was toen al geen politiebureau meer maar dat wisten de organisatoren niet. Het gemeentehuis konden ze niet vinden want dat staat in Sellingen. Maar ook dat wisten de organisatoren niet. Waar de hele ceremonie over ging weet ik niet meer. Terwijl de demonstranten wat joelden en met stokken tegen lantaarnpalen sloegen kuierde ik met de handen in de zakken, ik woonde toen nog aan de Hoofdstraat, naar de chauffeur die de meute had gebracht. De chauffeur vertelde dat zijn bedrijf wel vaker dit soort ritten deed. Iemand organiseerde een bus en trommelde wat kornuiten op. Ze hadden snoep (Engelse drop is bij die knapen populair) en frisdrank mee en vermaakten zich prima en waren beleefd tegen de chauffeur. Waar ze heen gingen wisten ze niet en waarom het was wisten ze ook niet maar ze gingen gewoon mee om een beetje herrie te maken. Een vaag figuur met een pamflet las een verhaaltje voor en daarna mochten de knapen wat joelen en schreeuwen, onderwijl met hun vuisten en meegebrachte stokken zwaaiend. De chauffeur vertelde nog dat hij ze altijd een voor een contant liet betalen bij het instappen want rekeningen betalen kwam in de vocabulaire van het rapaille niet voor. Op enig moment was de chauffeur het zat, het was nog een dik uur rijden naar huis en het was al drie uur. Hij startte de motor en toeterde een paar keer. Spoorslags lieten de knapen de demonstratie voor wat het was en stapten in de bus. De vage hippie met het pamflet raffelde zijn betoog tegen de verslaggever van de Ter Apeler Courant af en stapte als laatste, net op tijd, in.
De bruinhemden van Geert ‘Adolf’ Wilders zijn heel wat beter georganiseerd. Zij hebben een missie want Adolf heeft ze eerst flink opgehitst met wilde verhalen over buitenlanders die hun vrouwen komen verkrachten terwijl ze dat best zelf wel kunnen en om het werk af te pakken waar ze zelf te beroerd voor zijn. Dat kun je niet hebben natuurlijk. En van het voetballen hebben ze geleerd hoe je grof geweld kan gebruiken zonder daar echt voor gestraft te worden. Ondertussen kweekt Marjolein ‘Rost van Tonningen’ Faber, bekend van de Eerste Kamer, voor de camera begrip voor de situatie zodat men in de Tweede Kamer welhaast verplicht is om politiek correct te reageren. Nee, dan doen ze het in omringende landen wel wat anders. Onlangs nog in Oekraïne maar dichter bij huis in Italië, Griekenland en Spanje komt het ook voor dat parlementariërs het gebeuzel wel eens zat zijn en hardvochtig met elkaar op de vuist gaan. Dat zie ik hier nog niet gebeuren en dat is ergens wel jammer. Het lucht op en het is meteen zonneklaar hoe de verhoudingen liggen zonder dagen achtereen te moeten debatteren. En het levert leuke journaals op. Kereltje Pechtold en Knaapje Klaver op de vuist met Boeman Bosma en Beest Graus terwijl Fleurtje ‘Braun’ Agema krijsend als een viswijf bovenop de vechtende kluwen springt en met haar handtasje raakt wat ze raken kan. Van der Staaij en Segers vallen biddend op hun knieën terwijl Buma nog twijfelt tussen meebidden of meevechten want als Wilders straks coalitie maakt wil hij wel meedoen natuurlijk.
Men vraagt zich af wanneer de pr-machine van de PVV in de gaten krijgt dat er in de afgelopen dertig jaar in Ter Apel nog nooit een gemeentehuis is bestormd. Vooropgesteld dat ze weten dat Ter Apel in de gemeente Vlagtwedde ligt en dat het gemeentehuis in Sellingen staat. Dat krijgen ze nooit helder en bovendien ligt Westerwolde ver boven de grote rivieren. Je staat bij Zwolle zo een uur in de file en dan is de grootste woede allang weggeëbd waardoor het hele feest als een nachtkaars uit gaat. De cameraploeg van 112-Kanaalstreek keert onverrichter zake naar huis terug. Dikke kans dat nieuwe gemeente Westerwolde straks een andere vestigingsplaats voor haar burelen kiest om de raddraaiers nog meer op een dwaalspoor te brengen. Staan Wilders’ bruinhemden straks doodleuk en nietsvermoedend een leegstaand gebouw te Sellingen te slopen.

vrijdag 11 december 2015

Maatschappelijk Verantwoord Ondernemen: ‘Als de vos de passie preekt, boer pas op uw kippen.’


Volgens zijn buren is de man al bijna 100. Volgens hemzelf echter nog maar 93. Het huilen staat hem nader dan het lachen. Hij begeleidt zijn thuishulp naar de lift. “Tot volgende week….”, zegt ze. “Ik hoop het….”,antwoord hij. Zijn stem stokt en zijn ogen worden nat. Dit is niet het afscheid van een stervende man. Dit is het naderende einde van de thuiszorg. “Ze is 14 jaar bij me geweest en nu wordt ze op straat gezet. TSN gaat failliet. Moet ik dan zelf maar weer op een trapje de ramen wassen? Dan kan ik net zo goed direct van het balkon springen……”. De man heeft gisteren het journaal gezien en dat zou je op die leeftijd eigenlijk niet meer moeten doen. Het leidt slechts tot ergernis en dat is slecht voor het toch al zo broze hart.


TSN is het product van vele fusies. O.a. het failliete Meavita en het gezonde Thuiszorg Groningen zijn er in opgegaan. Voordat de kas van Thuiszorg Groningen werd leeggezogen mocht de toenmalige directeur nog even een salarisverhoging toucheren van 40.000 euro. Was dat maatschappelijk verantwoord? De kostprijs van een TSN-uur is 22,50 euro las ik laatst. Gemeenten betalen 20 euro. Een thuishulp zwart inhuren kost je een tientje per uur, en dan heb je een kanjer aan het werk. Is zwartwerk maatschappelijk verantwoord?

In het echte bedrijfsleven is het MVO tegenwoordig ook het gesprek van de dag. Er is zelfs een heuse website waarop bedrijven kunnen lezen wat ze allemaal moeten doen om zich maatschappelijk verantwoord te kunnen noemen. En dat is in beginsel al fout want als een ondernemer niet uit zichzelf maatschappelijk verantwoord bezig kan zijn maar dat van een website moet leren is er van verantwoordelijkheidsgevoel al geen sprake meer. De kreet MVO is niets meer of minder dan een marketinginstrument. Het is net zoiets als Cittaslow. Gebakken lucht. Het zorgt voor persmomentjes, media-aandacht en vrolijke feelgood-momentjes op de vrijdagmiddag. Voor als het zonnetje schijnt en je vlak voor het weekend nog even onder werktijd naar een receptie of symposium kan om de dagelijkse sleur te onderbreken. Meer is het niet. Net zoals de burger geen snars beter wordt van Cittaslow worden de man in de straat en het milieu geen cent beter van het MVO van de werkgevers. Het gelobby van de werkgeversverenigingen heeft er toe geleid dat ondernemingen pas maatschappelijke verantwoordelijkheid tonen als de overheid er een zak geld naast legt. Milieuwetgeving? Prima, maar eerst een subsidieregeling. Minderheden en mensen met een arbeidsbeperking aannemen? Graag! Betaal maar!

Om zichzelf Maatschappelijk Verantwoord te noemen neemt men voor eenvoudig productiewerk mensen van een plaatselijke zorginstelling aan tegen sterk gereduceerd tarief. Mensen die voordat de maakindustrie onder het mom van kennisexport naar lage lonen landen werd gebracht gewoon in diezelfde bedrijven aan het werk waren. Omdat het ongeschoolde werk verdween werden deze mensen opgezadeld met het predicaat ‘arbeidsbeperkt’. Want niet iedereen is in staat ict-er te worden. Handig gespeeld door het NVO-NCW moet ik zeggen. Eerst verplaats je het werk met subsidie naar het oosten en vervolgens huur je de achtergebleven kneuzen met subsidie weer in om het werk te doen wat je nog niet hebt uitbesteed. De rest kan dan fijn boetseren op de dagbesteding op kosten van de schatkist. Bedankt Balkenende, want volgens mij waren het jouw kabinetten die dit destijds op advies van Bernard Wientjes zo hebben geregeld.

En om het maatschappelijk verantwoorde karakter nog eens te onderstrepen worden de Audi’s en BMW’s van de directie vervangen door Tesla’s. Goed voor de kolencentrales want die kunnen wel wat extra vraag gebruiken. Goed voor het bedrijf want het scheelt wegenbelasting. En goed voor jezelf want je bent van die vervelende bijtelling af en je hebt een exclusievere bak voor de deur dan je buurman. Lekker maatschappelijk verantwoord allemaal.

zaterdag 28 november 2015

Ontvriend



In de loop der jaren verzamelt een mens vele, de een wat meer dan de ander, Facebookvrienden. Telkens als je ergens nieuw komt, of nou een werkkring of een hobbyclub is, dienen zich een aantal nieuwe Best Friends aan. De vrienden van voormalige sociale omgevingen blijven aanvankelijk gewoon vriend. Je volgt ze en reageert op berichten alsof je ze nog dagelijks ziet. Naar verloop van tijd wordt dat minder. Soms zet je ze zelf op ‘niet volgen’ of blijven reacties van hun kant uit. In het laatste geval ben je dan zelf op niet volgen gezet. In een aantal gevallen is een Facebookrelatie blijvend.

Het overkomt mij nog wel eens dat personen uit een ver verleden plotseling in mijn RAM-geheugen opduiken. Ik kan daar niks aan doen. Dan zit ik gewoon achter het stuur gezellig gas te geven en plotseling is daar die oude jeugdvriend, vlam, klasgenoot, collega of ver familielid en die blijft me vanaf de rand van mijn stuur aankijken alsof hij of zij zeggen wil: “Hallo! Ken je me nog?”. Bij een scherpe bocht zet men zich schrap en kijken ze je even verwijtend aan maar houden desondanks dapper stand. Op plaats van bestemming springen ze snel op je schouder en klampen zich vast in je kraag. Zodra mijn laptop zich voor me ontsluit springen ze op de toetsen en roepen: “Zoek me op! Zoek me op!”. Soms vind ik iets en soms niet. En soms bedenk ik me net op tijd.

En soms kom ik in zo’n geval iemand tegen die al Facebookvriend is. Of was. Iemand die ik hoog heb zitten. Niet dat ik zo iemand vaak ontmoet of spreek maar die ik toen dat nog wel zo was gewoon erg aardig vond. “Hoe is het toch met…….”, denk ik dan. En prompt duikt de profielfoto van zo iemand op. En na drie klikken ontdek ik het. Ik ben ontvriend. Eerst de verbazing en dan de pijn. Woede en verdriet strijden om voorrang. Oh god, ik ben ontvriend. Waar ging het mis? Heb ik iets gedaan of gezegd? Was het slechts Facebookvriendschap uit beleefdheid en was men blij dat ik uit hun leven verdween zodat ze me weer konden deleten? Twijfel, paranoia en smart. Ik ben ontvriend.

Wie weet nog van die eerste vakantie zonder ouders, toen we nog heel jong waren. Op een camping vol leeftijdgenoten. Dat ene meisje waar je het in die week heel goed mee kon vinden. En die je daarna nooit meer hebt gezien. Hoe heette ze ook alweer? En weet je nog van die vakantie toen onze kinderen nog klein waren met dat gekke stel uit Friesland. Wat hebben we lol gehad samen. Nooit meer wat van gehoord. Of dat stel wat we op dansles tegen kwamen. Nooit wat geworden. En die ene collega van je eerste baan. Die vertegenwoordiger die altijd op vrijdagmiddag kwam en de hele boel op stelten zette. Wat hebben we gelachen om die gek en nadien kwam er nauwelijks nog werk uit handen. Of de eerste afspraak, dat was in Enschede, met de eerst klant toen ik zelf de hort op ging. Dat was ook een aparte drol, hij kocht nooit wat maar oh wat kwam ik er graag. Of, of….. Ach, hou toch op. De eerste tongzoen in de fietsenstalling. Je eerste fles bier in de jeugdsoos die je daarna achter een boom weer uitkotste. Nee, stoppen nu. Ik kan wel uren doorgaan. Wat kom je in een mensenleven veel mensen tegen die je het liefst altijd bij je zou houden maar die je toch moet laten gaan. Omdat die dingen gewoon zo gaan. Er zijn er ook een paar bij die me, als ik een melancholische bui heb, danig uit de slaap kunnen houden. Wat zou er gebeurt zijn als sommige dingen net even anders zouden zijn gegaan? Had ik dan nog het leven gehad wat ik nu heb? Nee nee, geen spijt, gewoon melancholie. Heeft u dat nooit? Tuurlijk wel.

En nu is er Facebook. Een naam uit de prehistorie schiet je te binnen en vol verwachting typ je het in. Niks. Je bent ontvriend.

woensdag 11 november 2015

Aswolk boven Hooge Hoed Sappemeer



Reacties van mij op gebeurtenissen in omroepland komen altijd wat aan de late kant. Ik moet altijd eerst heel lang Googelen over wie het gaat en wat er gezegd is. Sorry. Ook al ben ik geen groot televisiekijker, het aanbod is desondanks overweldigend. Heb ik laatst al eens geschreven over de Pekela-blunder van de EO, is nu weer Hoogezand Sappemeer in opspraak. Ik kan wel aan de gang blijven met de omroepen en dat kan de bedoeling toch niet zijn. 

Natuurlijk kan je wat vinden van de uitspraak van televisiemeneer Herman Zaalberg die het item over de protesten tegen het nog te bouwen crematorium mocht doen van zijn hoofdredacteur. Zaalberg dacht eens grappig te zijn en te verzuchten dat “…je er dood nog niet gevonden wilt worden”. Leuke beeldspraak wel, maar toch tegen vele zere benen. En niet eens zo heel ver gezocht want wie wil er nou helemaal dood gevonden worden in Hoogezand Sappemeer. De mensen die er wonen natuurlijk wel, al hoeft het niet persee vandaag of morgen, ieder ander gaat liever gewoon thuis dood neem ik aan.

Los van de wat onhandige uitspraak van Zaalberg vind ik de uitspraken van de tegenstanders van het crematorium ook van bedenkelijk niveau. Zware metalen op de boerenkool en aswolken boven de bebouwde kom. Dan hoor je het bericht op RTV-noord dat alle vluchten van en naar Airport Groningen-Eelde voor onbepaalde tijd zijn geannuleerd wegens een grote aswolk boven de provincie Groningen. Blijkt crematorium ‘De Vulkaan’ in H&S een paar kiloton vliegas, verontreinigd met zware metalen, te hebben uitgestrooid. Al met al zijn we een bedenkelijk treurig volkje aan het worden. We willen geen windmolens, geen asielzoekers en nu ook al geen crematorium meer in ons dorp. De omroepen komen zowat zendtijd te kort om waar dan ook in Nederland weer eens een lokale zeurpiet iets treurigs te laten zeveren. Zelfs op de kindertelevisie is het kommer en kwel. Ik kan me voorstellen dat Meneer Aart er de brui aan geeft. Sesamstraat is vol. Windmolens, asielzoekers en oude mannen die al honderd jaar dezelfde stemmetjes nadoen in een poppenkast. Voor je het weet komt er ook nog een crematorium.

Voordat ik gisteravond onder zeil dan wel gestrekt ging ving ik nog snel een glimpje sportjournaal op. Ik heb gelukkig helemaal geen verstand van voetballen. Van horen zeggen weet ik dat er programma’s zijn waarin een stel kinkels op leeftijd rond een tafel gaan zitten en dan uren achtereen over voetballen gaan zitten lullen. Wie kijkt daar dan naar vraag ik me af. Treurig. Maar goed, terug naar gisteravond. Opeens komt er een voetballer in beeld. Dat zag ik meteen want hij stond in een voetbalstadion. Ik heb moeten Googelen om er achter te komen wie het was: Memphis Depay. Meneer Depay is in opspraak. Hij draagt een hoed. De wereld is te klein. Meneer draagt een hoed. Ik werd witheet van de verslaggever. Ik heb niet opgezocht wie dat is, ik kon het niet meer opbrengen. “Wie denkt Meneertje Aankomend Voetballertje wel niet dat hij is dat hij nu al een hoed mag dragen……?”, neuzelde de verslaggever. Het was een serieuze vraag. Gespannen wachtte ik af wat er nog meer zou komen. Bijvoorbeeld iets over de onderbroek van de man. Of zijn sokken. Ik noem maar wat. Of deze: “Wie denk je wel dat je bent dat je als broekie nu al je vriendin anaal mag nemen? Alleen stervoetballers doen dat!”. Ik weet niet van welke planeet je moet komen om bij het sportjournaal te mogen werken maar het staat wel vast dat die planeet heel erg ver weg moet zijn. Niburu bijvoorbeeld. Nu begrijp ik ook waarom voetballers veel moeten verdienen. Het is smartengeld. Er lopen zelfs sportlieden rond in Nederland die PTSS hebben opgelopen van sportverslaggevers. Die brengen zomaar de helft van de tijd door in een psychiatrisch ziekenhuis. In groepssessies doen ze huilend verslag van de interviews die ze met sportverslaggevers hebben moeten ondergaan. Wreed.

Mocht het onverhoopt ooit zover komen dat deze sportverslaggever moet worden uitgestrooid, dan liever niet over het strooiveld van De Vulkaan in H&S. Ik eet nog liever mijn hoed op.

vrijdag 23 oktober 2015

Tsjaad



In het portiek van de flat staat een stoel. Flat is een verkeerd woord. Een flat is een lelijk grijs hoog betonnen gebouw. Het is meer een complex. Een complex is een flat die er niet uitziet als een flat. Dit gebouw is bedoeld voor senioren. Senioren zijn mensen die vroeger bejaarden werden genoemd, of ouden van dagen. Of nog erger: jeugd van toen. Over twintig jaar ben ik een jeugdige van toen. Als ik me later in het seniorencomplex zit te verkneukelen over de billen en borsten van de thuishulp krijg ik een klopje op mijn schouder van zo’n juffrouw die me vergoelijkend ondeugend noemt terwijl ik dan diep in mijn hart liever heb dat ze me een geile bok zou noemen en overeenkomstig zou handelen. Vreselijk. Het wordt tijd voor een anti-seniorencomplex-pil. In het basispakket. Zodra je omgeving onder aanvoering van een geriater voorzichtig opmerkingen gaat maken over de mogelijkheid om ‘lekker makkelijk’ te gaan wonen dan neem je subiet de anti-seniorencomplex-pil. Ga door naar Crematorium, u komt niet langs Start en ook niet langs Seniorencomplex.

Het onderhavige seniorencomplex heeft een atrium. Een atrium is er voor bedoeld om ongeacht de weersomstandigheden gewoon zonder jas de voordeur uit te kunnen lopen. In het atrium staan zitjes. Tafels met een geborduurd kleedje er op met vier rotanstoelen. Als je met vijf bent en je pakt er een stoel bij van een andere tafel dan krijg je klappen van de dienstdoende zaalwacht. Bingoën in groepjes van vier. Anders komt de hele zaal in de war. Meedoen met De Driekusman. Ook in groepjes van vier. Toen ik als jonge Kloosterwieker, 25 jaar geleden, op de zondagmorgen na het carnaval, met een kater en een kegel, voor het eerst in Kloosterheerd kwam om de jeugd van toen wat carnavalsstemming te bezorgen, klonken uit de luidsprekers dezelfde liedjes uit grootmoeders tijd als nu. Als ik later ben gedeporteerd naar een atriumcomplex, moet ik dan ook in de maat klappen op De Driekusman? Of komen er dan Rolling Stones uit de omroepinstallatie? Of Luv’? Liever geen Luv’, want van Patty Brard moet ik altijd braken en dat is voor een bejaarde vreselijk belastend.

De stoel in het portiek is er voor om op te zitten als je moet wachten op de taxi. De stoel wordt alleen gebruikt door dames. Heren wachten de komst van de taxi slapend af, in hun luie stoel. Als er dan gebeld wordt moeten ze eerst nog plassen en schoenen aan. En oh, waar laat ik nu mijn sleutels. Halverwege het atrium moeten ze terug want ze zijn de pet vergeten. Dat is nou het nadeel van zo’n atrium, je vergeet zomaar je pet want het is in het atrium altijd droog en windstil. Dames zijn anders. Die nemen een uur voor de taxi komt plaats in de stoel in het portiek. Handtas op schoot, beide knuistjes geklemd rond het handvat. En rustig afwachten. Busje komt zo.

Op een donderdagmiddag in oktober 2015 is de stoel in het portiek bezet. Er zit een zwarte man op. Vroeger zou ik neger hebben gezegd maar dat mag niet meer. De zwarte man komt uit Tsjaad. Na een duurbetaalde wereldreis was hij vanaf Aanmeldcentrum Ter Apel op de bus gezet. Hij moest naar Leer in Duitsland. Naar Leer reis je met de trein vanaf Winschoten. Maar nu zit hij daar, op de stoel in het portiek van het seniorenatrium in Coevorden en nu wist hij het niet meer. Hij kijkt naar beneden, doet net of hij er niet is. Maak geen oogcontact en gedraag je vooral niet offensief, weet hij uit ervaring. De senioren staan om hem heen. Ze praten over hem alsof hij een object is, een exoot in een kooi. Een dame weet een paar woorden Frans en zodoende weten we dat hij uit Tsjaad komt en naar Leer moet. Er komt een meneer bij staan. De Driekusman dreunt nog na in zijn oor. De senior is duidelijk niet van hier. Een westerse importbejaarde. In de Randstad was hij vast en zeker in geen enkel atrium welkom. En uitgerekend in Overijssel, na een leven lang ploeteren op een suf kantoor, wordt hij geconfronteerd met een neger in zijn atriumportiek. Zijn lippen versmallen zich tot verbeten smalle streepjes. De kleur trekt uit zijn wangen. Als hij de Hitlergroet gebracht zou hebben, de hakken ‘klak!’ tegen elkaar, zou me dat niet verbaasd hebben. Hij ademt zwaar door zijn neus, als een bloedhond snuffelend aan de sporen van zijn prooi. Er ontsnapt wat lucht uit zijn samengeknepen mond: “Ze mosten’um noar’ut pelitiebero sture!”, sist hij tegen niemand in het bijzonder. Zijn vrouw kijkt bezorgd. “Kom nou Henk, doe nou rustig…..”. Maar de politie is al lang gebeld, door de mevrouw die wat Frans kan.

Als ik later toch in zo’n atrium moet wonen dan het liefst naast een bejaarde uit Tsjaad. Dikke kans dat de bejaarde uit Tsjaad ook niks van Driekusmannen moet hebben.

vrijdag 16 oktober 2015

De droombaan van Tijmen. Idyllisch wonen op het Drentse platteland.



Het dorp ligt te midden van het typische Drentse landschap. Met bosjes omzoomd open veld, aan elkaar verbonden met bomenlanen en doodse stilte. Tractoren met volgeladen aanhangers en fietsende scholieren vervolgen traag hun weg langs de horizon.

De gotische kerk staat aan de rand van het dorp tegenover een gerenommeerd  hotel-restaurant dat tussen twee faillissementen in weer even in bedrijf is. Verspreid door het dorp staan enkele vage nerinkjes. Er is een supermarkt en niet te vergeten het obligate seniorencomplex. Geen dorp zo klein of er is een seniorencomplex. Verder is er nog iets met landbouwmechanisatie. Van een dorpskern is geen sprake. In een parkachtige structuur staan vrijstaande koopwoningen. Enkele blokjes twee-onder-een-kap. Sociale woningbouw is er in de vorm van een aantal stokoude seniorenwoninkjes die inmiddels worden verhuurd aan iedereen die betaald maar die de omwonenden liever zien gaan dan komen. En er staan twee blokjes eenpersoons appartementen. Twee bouwlagen, vier woningen per uitpandige trappengalerij, twee beneden en twee boven, in spiegelbeeld geschakeld, met de vooraanzichten van beide blokjes naar elkaar toe. Zestien woningen in totaal. Ze stammen uit de tijd van voor de vergrijzing, toen er nog jongeren waren die in het dorp wilden blijven wonen. Nu wonen er nog steeds overwegend jongeren, maar die komen niet meer uit het dorp. Sommige zijn zelfs zo jong dat ze nog best een aantal jaren opvoeding hadden kunnen gebruiken. Een mevrouw in een rolstoel en twee mannen met een verstandelijke beperking vormen de vaste kern, de rest van de bewoners blijft nooit langer dan een jaar of twee, drie.

Op nummer 93 woont Tijmen. Tijmen komt uit Enschede en zit al een jaar ziek thuis. De verstandhouding met zijn werkgever is nog redelijk maar verkilt langzaam aan. Ze zitten aan elkaar vast in een kluwen van wet en regelgeving. Tijmen deed sales bij een verfgroothandel. Vroeger was je gewoon medewerker op de verkoopafdeling, tegenwoordig doe je sales. Hij overleefde drie reorganisaties en verhuisde voor zijn baas al twee keer. En nu is hij 26 en woont alleen zonder sociale omgeving in een slaperig Drents dorp. Hij kan bij zijn baas blijven maar dan zou hij weer moeten verhuizen. En dat wil hij niet meer. De rek is er uit. Tijmen zit opgesloten in zijn eigen besluiteloosheid. Hij weet niet wat hij wil en omdat de uitkering nog steeds een redelijk percentage is van zijn niet kinderachtige salaris is er geen sprake van een financiële prikkel. Het droevige van zijn verhaal is dat juist het allergrootste cliché uit de hulpverlening ook nog het meest waar is: “Je moet het zélf doen!”. Henk Westbroek zong het al in 1982, zeven jaar voor de geboorte van Tijmen. Hij zou bijvoorbeeld vrijwilligerswerk kunnen gaan doen, de uitkering is immers nog geen probleem en er zou weer sprake zijn van een dagritme en ruimte voor nieuwe ideeën. Zelfs een vrijwilligersbaantje op de kinderboerderij zou in zijn situatie nog beter zijn dan onderuitgezakt op de bank te blijven mijmeren over de droombaan in de sales. Natuurlijk ziet Tijmen wel duizend bezwaren tegen dat idee.

Tijmen kiest er voor om nog even te wachten tot de ideale werkgever met zijn Porsche Cayenne door zijn slaperige Drentse dorpje rijdt om hem aan de hand mee te voeren naar de droombaan. Waar alles meteen goed gaat en iedereen aardig is en je meteen woonruimte vind en een lieve partner en een goed salaris. De stoelen op de afdeling sales van de man met de grote auto zijn bekleed met pluche. Wat hij voor het gemak maar even vergeet is dat de weg naar het pluche gaat over ruwe houten banken. En dat als hij geluk heeft hij kan beginnen op een bank waar geen splinter uit steekt. Hij zit trouwens op een splinter. Die uit de houten bank van de verfgroothandel. Hij is nog jong en heeft nog een aantal houten banken te gaan voor het pluche in zicht komt. Helaas is dat nog niet helemaal tot hem doorgedrongen.

Mijn pluchen stoel staat gewoon bij mij thuis. Na een dagje zonder stress en zonder al te veel verantwoordelijkheden laat ik me er heerlijk ontspannen in zakken. Ik kan het iedereen aanbevelen. Aangezien mijn eigen carrière nou ook niet bepaald een toonbeeld van visie en beleid is begrijp ik Tijmen heel goed. Dertien ongelukken zijn het niet maar van die twaalf ambachten zit ik niet ver af. Maar ik ken inmiddels mijn beperkingen. Tijmen heeft nog een lange weg te gaan.