vrijdag 27 april 2012

Einde


barst
breuklijn
steen des aanstoots
splijtzwam
angel
pijnpunt
..........
niets meer


Als de eerste barst onzichtbaar is en de breuklijn is hersteld.
Dan zou je kunnen zeggen dat het verhaal wel is verteld.

Als de steen des aanstoots is verloren en de splijtzwam is verdroogd.
Dan zou je kunnen zeggen dat de ander wordt gedoogd.

Als de angel niet meer scherp is en je zelfs het pijnpunt niet meer vind,
Ja, dan zou kun je zeggen: er is niets meer wat ons bindt.


zondag 15 april 2012

Vaticaan: ‘Excuses Provincie Friesland op zijn plaats’

Volgens ingewijden in het Vaticaan vind De Heilige Stoel dat het provinciebestuur van Friesland er goed aan zou doen om officiële excuses aan te bieden voor de moord op Bonifatius op 5 juni 754, nu ruim 1250 jaar geleden.
In een communiqué van het V.I.S. (Vatican Information Service) wordt gemeld dat de kwestie nog steeds leeft bij de kerkelijk leiders. “De wonden zijn nog niet geheeld” zou een naaste medewerker van de paus hebben gezegd, “Het doet pijn steeds weer te worden geconfronteerd met uitingen in Friesland als zou Bonifatius door een stel gewone struikrovers zijn vermoord. Iedereen weet dat de moord een politieke lading had.” Volgens Vaticaanse geschiedkundigen is de moord gepleegd door voorvaderen van de bekende Friese volksheld Grutte Pier, die rond 1500 leefde. Dank zij de moord zou de familie van Grutte Pier (Pier Gerlofs Donia) aan de macht zijn gekomen. Deze familie zou in die jaren een eigen Friese Godsdienst (Fryske Göttsdianst) hebben willen vestigen.
De Fryske Nasjonale Partij wijst elke betrokkenheid van de hand: “Onze voorvaderen handelden vanuit het vrijheidsideaal. Bonifatius kwam met een gewapende macht als onderdrukker. In de gevechten die toen ontstonden is Bonifatius gesneuveld. Er is dus geen sprake van moord, hooguit van doodslag”, aldus een zegsman.
De familie Gerlofs-Donia, rechtstreekse afstammelingen van Grutte Pier, is geschokt. “Grootvader was een volksheld. Het is verschrikkelijk om op deze manier in verband te worden gebracht met een misdrijf uit 754, ruim 750 jaar voor de geboorte van Pier. We laten het er niet bij zitten”.
Geruchten uit het Vaticaan dat deze berichtgeving zou zijn ingegeven door uitspraken van de paus dat hij Bonifatius persoonlijk zou hebben gekend konden niet worden bevestigd. Het V.I.S. gaat niet in op persoonlijke kwesties omtrent de paus.

zondag 8 april 2012

Bodyworld

Roelinde Havinga is 51 als ze met vage klachten bij de huisarts komt. Ze voelt zich de laatste tijd moe en verliest gewicht. De huisarts besluit haar door te sturen naar een internist voor verder onderzoek. Na twee weken komt de definitieve diagnose. Roelinde is ongeneeslijk ziek en heeft nog ongeveer twee maanden te leven. De behandeling die volgt is gericht op zo lang mogelijke functionaliteit en kwaliteit van leven. Drie maanden na haar eerste bezoek aan de huisarts overlijdt Roelinde.

Roelinde wordt geboren op 14 oktober 1955 in Heidelberg, Duitsland. Haar vader is Dr. Egbert Havinga die naar Duitsland is geëmigreerd toen hij trouwde met Roelinde’s moeder Gertrude von Baiern. Dr. E. Havinga is verbonden als gynaecoloog aan het Heidelberger St. Josefskrankenhaus. De familie Havinga is Rooms Katholiek. Het gezin gaat trouw naar de kerk en zowel vader en moeder zijn actief in de Ökumenische Nachbarschaftshilfe van de Sint Bonifatiusparochie. Vanzelfsprekend gaat Roelinde naar een katholieke school. Ze groeit op als een voorbeeldig en braaf meisje. Op school is ze geen hoogvlieger. Na tussenkomst van haar vader kan ze beginnen als leerling verpleegster in een verpleeghuis verbonden aan een nonnenklooster. Ze wordt opgeleid en begeleid door de nonnen en komt in de weekeinden thuis. Ze gaat niet uit. Een enkele keer naar een concert met haar ouders en natuurlijk elk jaar rond Pasen de Mattheus Passion. De wilde zestiger en zeventiger jaren gaan aan Roelinde grotendeels voorbij. In 1976 besluit ze na het overlijden van de moeder overste haar lichaam na haar dood af te staan aan de wetenschap. Als Roelinde 48 jaar is overlijden haar ouders na een auto-ongeluk. In hetzelfde jaar moet het verpleeghuis waar ze nog steeds werkt fuseren met een grote openbare zorginstelling. Roelinde raakt door de gebeurtenissen in een depressie en verliest haar baan. Uiteindelijk kan ze terecht in een beschermt wonen project te Heidelberg. Daar maakt ze kennis met de moderne wereld via televisie en internet. Ze zondert zich veel af in haar appartement. In 2006 wordt ze ziek. In de maand voor haar overlijden besluit ze dat haar lichaam moet worden gedoneerd aan Dr. Gunther von Hagens van Bodyworld, na het zien van een reportage op televisie over Dr. Von Hagens’ werk.

In het laboratorium van Bodyworld is men bezig met plannen voor het uitbeelden van een 16+ kamer. Het is de bedoeling dat twee lichamen worden geprepareerd die een coitus moeten uitbeelden. Het lichaam van een man is wel beschikbaar, maar een geschikt vrouwenlichaam ontbreekt. Dan wordt het lichaam van de vereenzaamde maagd Roelinde binnengebracht.

Op goede vrijdag 2012 staan wij in Amsterdam Zuid oog in oog met Roelinde Havinga. Ze is natuurlijk onherkenbaar en anoniem. De figuur Roelinde Havinga is geheel door mij verzonnen. Iedere overeenkomst met bestaande personen berust op toeval. Maar de vrouw die daar zo treffend wordt gepenetreerd is een levende mens geweest van vlees en bloed, met al haar gedachten en herinneringen, en zou zomaar Roelinde Havinga geweest kunnen zijn.

zondag 1 april 2012

Gerard en Liesbeth

“Gerard hoort heel slecht”, spreekt de vrouw des huizes. En dat zal ze ook blijven doen, dat spreken bedoel ik. Als ik het woord tot Gerard richt geeft mevrouw antwoord, al heb ik de indruk dat Gerard meer verstaat dan mevrouw bereid is toe te geven. Ik weet niet hoe mevrouw heet, maar in dit huishouden kan ze eigenlijk alleen maar Liesbeth heten, of Carolien wellicht, maar ik kies voor Liesbeth. Er zijn ook typische Graddus en Sientje huishoudens waar het een gezellige rommelpot is maar hier heeft alles zijn plaats en zijn tijd volgens een vast patroon. Liesbeth dus.
“Wij zijn met de vut”, doceert Liesbeth. Gerard heeft zich altijd ‘kapot gewerkt voor de baas’, waarna ze hem op 58 jarige leeftijd ‘hebben moeten laten gaan’. Gerard heeft er nog wel een goede regeling uitgesleept. Bij de belastingdienst. Verder is er op de werkgever niets aan te merken. Er werd ‘altijd prompt betaald’. Nou, dat scheelt dan maar weer. Liesbeth had de zorg voor het huishouden en de kinderen, die allemaal goed terecht gekomen zijn, dat spreekt voor zich. Tóch zijn ze sámen in de vut. Liesbeth draagt nog steeds de zorg voor het huishouden maar wordt nu geassisteerd door Gerard.
Terwijl Liesbeth converserend om me heen drentelt doet Gerard zijn vaste taakjes. Vaste taakjes of niet, het weerhoud Liesbeth er niet van om tussendoor aanwijzingen te geven. “De Engelse kopjes staan links, Gerard”, “De krant van gisteren kan nu in de schuur, Gerard”. Ik kan niet zeggen dat Gerard het slaafs ondergaat, het is meer een soort berusting, alsof hij weet dat er een beperkt aantal taakjes voor hem zijn, waarna ze hem verder ‘zijn rust gunt’, omdat Gerard zich immers altijd kapot heeft gewerkt bij de belastingdienst. Toch wel weer lief van Liesbeth.
Als ik in de lach schiet bij de gedachte hoe Gerard in de echtelijke sponde op commando, als de tijd er weer voor is, zijn taakjes verricht, kijkt Liesbeth me verongelijkt aan. Overduidelijk was dat de verkeerde reactie op hetgeen ze me vertelde maar waar ik niet naar heb geluisterd. Om de zaak te redden moet ik me beleefd verontschuldigen. “Binnenpretje”, luidt mijn verklaring. Liesbeth lacht gelukkig met me mee. Ik hoop maar dat ze geen gedachten kan lezen.
Uiteindelijk is het moment aangebroken waarop Liesbeth me moet laten gaan. Zonder goede regeling helaas, al kreeg ik wel een kopje koffie. In een Engels kopje. Ik behoefde geen klontje en geen wolkje, dank u beleefd. Voor de handtekening schuif ik Liesbeth de werkbon en de pen toe. Resoluut schuift ze beide door naar Gerard. “Gerard is hier de man in huis!”, stelt Liesbeth. En zo is’t maar net.