We waren in de dierentuin. Niet zo’n modern belevenispark
met hier en daar een gnoe en een verdwaalde prairiehond. Nee, dit is een groot
bos aan de rand van de stad waar honderden beesten wonen. Parkeren doe je vlak
voor de poort en voor de hele dag kost dat net zoveel als een softijsje. Er is één
loket en daar koop je een kaartje voor de prijs van Wiener Schnitzel mit
Pommes.
De propvolle shop heeft een vloeroppervlakte van een normale
doorzonwoonkamer. Dat is inclusief de diepvries met ijsjes. De toonbank wordt
beheerst door een struise dame van middelbare leeftijd die waakt over haar
handel als een wolvin over haar welpen. Verder is er op het park nóg
een uitspanning. Ook weer een loket in de muur waar je in de rij gaat staan
voor je versnapering. De bezetting achter de balie bestaat uit een stuk of vijf
vrouwen die elk een eigen taak hebben. Het is druk op het terras. Maar ze blijven
vriendelijk en behulpzaam, ook voor kleine kinderen met ongeduldige moeders. Er
is nog tijd voor een kwinkslag links en rechts. De dierentuin ziet er uit als
Dierenpark Emmen vroeger maar dan met achterstallig onderhoud. Bij de tijgers
vraag je je ongerust af of het stuk kippengaas van drie meter hoog voldoende is
voor als het beest echt naar buiten wil. Waarschuwingsbordjes zijn overbodig,
je laat het wel uit je hoofd om dichterbij te komen. De giraffen en de
struisvogels hebben alle ruimte om de inhoud van de kinderwagen te besnuffelen.
Ouders worden geacht zelf op hun kroost te letten. De hoofdact bestond uit twee
bruine beren zoals we mochten opmaken uit het reclamebord. Eenmaal terug, zere
voeten en zweet op de rug, schoot het ons weer te binnen: we hebben die beren
helemaal niet gezien……
Het leuke van Mecklenburg Vorpommern is verder dat je nog
stukjes land tegen kan komen waar de laatste 70 jaar niks meer aan is gedaan.
Sla gewoon ergens op een hoofdweg links of rechts af en je bent in een andere
tijd. Oude dorpsgezichten zijn nog gewoon als zodanig in gebruik. En dat zonder
overbodig onderhoud of mooimakerij. Dat geeft ze een natuurlijke uitstraling. Al
staan er tegenwoordig dan wel Japanse en Koreaanse auto’s tussen de rommel, wat
overigens niet eens misstaat. Wat verder heel leuk is is dat het personeel in
winkels, horeca en de plaatselijke dierentuin veelal bestaat uit volwassen
mensen. Het kan dus wel zonder die typisch Nederlandse kinderarbeid. Op de terugweg gingen we nog langs de supermarkt. De
man van de slagerij kon wel raden dat wij uit Holland kwamen. Zelf was hij pas
nog in Holland geweest. Noordzeekust. Hij heeft er genoten zei hij. Dat doet me
deugd.
Langs het weggetje naar ons vakantieverblijf stond een groot
bord. ‘Staudengärtnerei’ stond er op. Een grote pijl eronder gaf de te
volgen rijrichting aan. Na twee dagen wilden we persee weten wat Stauden zijn.
Na een half uurtje dwalen door de negorij kwamen we weer langs zo’n bord. Het
moest vlakbij zijn. Achter een hoge heg stond een kleine hobbykas, nauwelijks
groter dan de borden waarmee ze werd aangekondigd. We besloten om thuis maar
even op Google te kijken. Terug naar de bewoonde wereld bleven we steken achter
een lomp gevaarte wat beide weghelften nodig had. Dit tot groot ongenoegen van
tegenliggers en van de auto’s achter ons, want inhalen was onmogelijk. Achterop
het ding stond met grote letters de typeaanduiding geschreven. Wat voor machine
dat is besloten we ook later op te zoeken. Maar eenmaal met de beentjes omhoog in
de ligstoel was ik niet meer zo nieuwsgierig. We zijn nu alweer twee weken
thuis. Onder uit een tas kwam een briefje tevoorschijn waarop de woorden
Stauden en Big Muro geschreven stond. Stauden was snel gevonden: het is Duits
voor vaste planten. Big Muro was een probleem, geen enkele hit. Big Muzo dan?
Ook niet. Echtgenote wist nog dat het op die machine stond, je weet wel, waar
we achter zaten, toen. Oh ja, dan maar gezocht op achtereenvolgens combines,
oogstmachines, merken landbouwmachines, Erntemaschinenhersteller, niets leverde
Big Muro of Muzo op. Dan maar eens in mijn
geheugen spitten. Ik kon op de namen komen van Claas, Fendt en John
Deere. Meer wist ik niet. Geen resultaat. Uiteindelijk, inmiddels flink
geagiteerd, was ik op Google afbeeldingen aan het bladeren. Toen viel mijn oog
op het merk Krone. Krone Big Muro
ingetypt. Jawel! Ik had iets! Het bleek echter geen Muro of Muzo te zijn maar M 420. Beetje snel opgeschreven onder het rijden. Het betreft trouwens een bovenmaatse
grasmaaier. Tien hectare per uur of zoiets.