zaterdag 12 augustus 2017

BiG M 420

We waren in de dierentuin. Niet zo’n modern belevenispark met hier en daar een gnoe en een verdwaalde prairiehond. Nee, dit is een groot bos aan de rand van de stad waar honderden beesten wonen. Parkeren doe je vlak voor de poort en voor de hele dag kost dat net zoveel als een softijsje. Er is één loket en daar koop je een kaartje voor de prijs van Wiener Schnitzel mit Pommes. 

De propvolle shop heeft een vloeroppervlakte van een normale doorzonwoonkamer. Dat is inclusief de diepvries met ijsjes. De toonbank wordt beheerst door een struise dame van middelbare leeftijd die waakt over haar handel als een wolvin over haar welpen. Verder is er op het park nóg een uitspanning. Ook weer een loket in de muur waar je in de rij gaat staan voor je versnapering. De bezetting achter de balie bestaat uit een stuk of vijf vrouwen die elk een eigen taak hebben. Het is druk op het terras. Maar ze blijven vriendelijk en behulpzaam, ook voor kleine kinderen met ongeduldige moeders. Er is nog tijd voor een kwinkslag links en rechts. De dierentuin ziet er uit als Dierenpark Emmen vroeger maar dan met achterstallig onderhoud. Bij de tijgers vraag je je ongerust af of het stuk kippengaas van drie meter hoog voldoende is voor als het beest echt naar buiten wil. Waarschuwingsbordjes zijn overbodig, je laat het wel uit je hoofd om dichterbij te komen. De giraffen en de struisvogels hebben alle ruimte om de inhoud van de kinderwagen te besnuffelen. Ouders worden geacht zelf op hun kroost te letten. De hoofdact bestond uit twee bruine beren zoals we mochten opmaken uit het reclamebord. Eenmaal terug, zere voeten en zweet op de rug, schoot het ons weer te binnen: we hebben die beren helemaal niet gezien……

Het leuke van Mecklenburg Vorpommern is verder dat je nog stukjes land tegen kan komen waar de laatste 70 jaar niks meer aan is gedaan. Sla gewoon ergens op een hoofdweg links of rechts af en je bent in een andere tijd. Oude dorpsgezichten zijn nog gewoon als zodanig in gebruik. En dat zonder overbodig onderhoud of mooimakerij. Dat geeft ze een natuurlijke uitstraling. Al staan er tegenwoordig dan wel Japanse en Koreaanse auto’s tussen de rommel, wat overigens niet eens misstaat. Wat verder heel leuk is is dat het personeel in winkels, horeca en de plaatselijke dierentuin veelal bestaat uit volwassen mensen. Het kan dus wel zonder die typisch Nederlandse kinderarbeid. Op de  terugweg gingen we nog langs de supermarkt. De man van de slagerij kon wel raden dat wij uit Holland kwamen. Zelf was hij pas nog in Holland geweest. Noordzeekust. Hij heeft er genoten zei hij. Dat doet me deugd.

Langs het weggetje naar ons vakantieverblijf stond een groot bord. ‘Staudengärtnerei’ stond er op. Een grote pijl eronder gaf de te volgen rijrichting aan. Na twee dagen wilden we persee weten wat Stauden zijn. Na een half uurtje dwalen door de negorij kwamen we weer langs zo’n bord. Het moest vlakbij zijn. Achter een hoge heg stond een kleine hobbykas, nauwelijks groter dan de borden waarmee ze werd aangekondigd. We besloten om thuis maar even op Google te kijken. Terug naar de bewoonde wereld bleven we steken achter een lomp gevaarte wat beide weghelften nodig had. Dit tot groot ongenoegen van tegenliggers en van de auto’s achter ons, want inhalen was onmogelijk. Achterop het ding stond met grote letters de typeaanduiding geschreven. Wat voor machine dat is besloten we ook later op te zoeken. Maar eenmaal met de beentjes omhoog in de ligstoel was ik niet meer zo nieuwsgierig. We zijn nu alweer twee weken thuis. Onder uit een tas kwam een briefje tevoorschijn waarop de woorden Stauden en Big Muro geschreven stond. Stauden was snel gevonden: het is Duits voor vaste planten. Big Muro was een probleem, geen enkele hit. Big Muzo dan? Ook niet. Echtgenote wist nog dat het op die machine stond, je weet wel, waar we achter zaten, toen. Oh ja, dan maar gezocht op achtereenvolgens combines, oogstmachines, merken landbouwmachines, Erntemaschinenhersteller, niets leverde Big Muro of Muzo op. Dan maar eens in mijn  geheugen spitten. Ik kon op de namen komen van Claas, Fendt en John Deere. Meer wist ik niet. Geen resultaat. Uiteindelijk, inmiddels flink geagiteerd, was ik op Google afbeeldingen aan het bladeren. Toen viel mijn oog op het merk Krone. Krone Big Muro ingetypt. Jawel! Ik had iets! Het bleek echter geen Muro of Muzo te zijn maar M 420. Beetje snel opgeschreven onder het rijden. Het betreft trouwens een bovenmaatse grasmaaier. Tien hectare per uur of zoiets.

Geen opmerkingen:

Een reactie posten