Ik neem een stukje aarde in beslag, ik heb het vruchtgebruik
van de grond waarover ik loop en dat wordt dan nog net gedoogd, maar eigenlijk
doe ik er helemaal niet toe. Ik behoor weliswaar tot de diersoort mens maar dan
van een mindere soort. Een Untermensch. Slachtvee. Disposable.
Schrijven over religie lukt niet met een scherpe pen gedoopt
in zuivere, bijna transparante natuurinkt maar dat kan alleen met een 14
centimeter blokkwast uit de bouwmarkt, druipend van de zwarte koolteer.
Schrijven over religie is als met een 40 ponds kloofbijl een luciferstokje
splijten in 10 exact gelijke flintertjes fineer. Dat gaat altijd mis. Je raakt
altijd wel iets wat je niet wilt raken. Er is altijd wel iemand geraakt die je
had willen ontzien. Het zij zo. Er zijn zo’n zeven miljard mensen op aarde. De
helft daarvan geloofd in iets bovennatuurlijks, de andere helft niet. Van die
drieënhalf miljard gelovige mensen wereldwijd zijn er pakweg vijfhonderdduizend
bevindelijk gereformeerd. En die wonen in Nederland. En alleen die kolonie doet
er toe. De rest kan weg. Die worden vroeg of laat vernietigd door de Antichrist.
Ik moet eerlijk zeggen dat ik tot voor kort niet wist wat
werd bedoeld met de Antichrist. In mijn onschuldige katholieke jeugd werd zulke
taal niet gebezigd. Op de kleuterschool leerden wij van de nonnen een liedje,
een gebedje eigenlijk. Het ging zo: “Lieve Heertje, geef mooi weertje, geef een
mooie dag, dat het zonnetje weer schijnen mag.” Later op de Bonifatiusschool
ging het verhaal van Jezus voornamelijk over lief zijn voor elkaar. De nadruk
lag op fatsoen, op barmhartigheid en op naastenliefde. Wat gij niet wilt dat u
geschied, doe dat ook een ander niet. Het ging over de balk in je eigen oog en
over de splinter in die van de ander. Alleen dat stukje over de andere wang
toekeren was aan mij niet zo besteed. Over de Antichrist werd met geen woord gerept.
Als praktiserend atheïst schop ik wel eens tegen heilige
huisjes aan en wie de bal kaatst kan hem terug verwachten. Zo overkwam het me
laatst dat iemand mij vroeg of ik soms de Antichrist ben. Nu moet ik eerst even
ter verduidelijking een vergelijking maken met Sinterklaas: als je niet in
Sinterklaas geloofd, moet je dan nog bang zijn om in de zak meegenomen te
worden naar Spanje? Precies. Dus omdat ik niet geloof dat er een god is zeggen
begrippen als ziel, hemel, hel en zoals nu dus de Antichrist mij niet zo veel. Aanvankelijk
nam ik het voor kennisgeving aan. Maar omdat ik niet wist wat dat was ging ik
op onderzoek uit. Zo kwam ik er achter dat de Antichrist wel zo ongeveer het
allerergste is wat de diepgelovige mensheid kan overkomen. Ze kunnen mij
afvallige noemen, of ongelovige, of dwalende, of verloren ziel, of gemakshalve
gewoon atheïst wat eigenlijk het meest voor de hand ligt, maar geen Antichrist.
Antichrist gaat over eindtijd, over beesten die uit de zee komen en beesten die
van het land komen en die krijgen het volk achter zich en zo vernietigen ze de
hele aarde en alles wat daarop is. Of zoiets. Alleen de Nederlandse club van 500.000
wordt gespaard. Er zijn zelfs, los van de bijbel, hele boeken over de
Antichrist geschreven. Een hooggeleerde dominee schreef in zo’n werkje dat
Adolf Hitler ook een Antichrist was want die had het land Israël verminkt. Dat
het land Israël pas in 1948 is opgericht als gevolg van een VN-resolutie op
grondgebied van een Britse kolonie toen Adolf Hitler al lang en breed dood was
is natuurlijk slechts een detail…. Iemand, vermoedelijk uit die club van
500.000 gezien haar devotie voor de Antichrist, plaatst mij dus doodleuk even
op hetzelfde niveau als Adolf Hitler.
De aanleiding was een artikel op de Facebookpagina ZwolleNu.
Gelovige mensen hadden voor de school bijbels uitgedeeld aan middelbare
scholieren. Ouders waren daar niet van gediend en die klommen in de pen. Er
werd veelvuldig op gereageerd. Het viel me op dat van de zijde van degenen die
het uitdelen van de bijbels niet zo erg vonden en verdedigden, het argument
kwam dat reclame voor bijvoorbeeld maandverband, of de Telegraaf, ook erg
opdringerig kan zijn. Het was hun om het even. Reclame is irritant en als je
het niet bevalt gooi je het weg. Dat is opmerkelijk want kennelijk is het
uitdragen van een religieuze overtuiging op de Pyramide van Maslow van hetzelfde
niveau als maandverband. Zo van: “Heb je er nog aan gedacht maandverband voor
me mee te nemen uit de supermarkt?”, waarop het antwoord luidt: “Nee sorry vergeten,
ik was psalmen aan het zingen en zieltjes winnen en bijbels aan het uitdelen.
Maar zakdoekjes heb ik wel meegenomen”. Kortom, een volstrekt onhoudbare
stelling uit het Handboek Apologetiek. Ik vroeg wat het doel zou kunnen zijn
geweest van het ongevraagd in de hand drukken van bijbeltjes in puberhandjes,
nog los van de vraag of het dezelfde mentale impact op zo’n kind heeft als
reclame voor maandverband. En of men dan werkelijk geloofd dat het ongevraagd uitdelen
van bijbels bijdraagt aan het verspreiden van de blijde boodschap. Daarna
plaatste ik nog een opmerking over de inhoud van de bijbel en welke impact dat
heeft op mensen die niet gediend zijn van religieuze opdringerigheid. Dat was
genoeg om de lange tenen van religie te raken.
Dus wee degenen die net als ik niet willen dat een
bevolkingsgroep keer op keer een uitzonderingspositie verwerft op wet- en
regelgeving die voor ons allemaal zou moeten gelden en die zichzelf daarnaast
vrijwillig leefregels oplegt en daarbij eist dat die leefregels ook voor mij
moeten gelden. Wij zijn kennelijk van hetzelfde morele niveau als Adolf Hitler.
Nou, bedankt dan maar weer. We moeten het er maar mee doen.
De kans dat de dame die mij vergeleek met Adolf Hitler om de
eenvoudige reden dat ik niet geloof wat zij geloofd dit stuk ooit te lezen
krijgt is denk ik nihil. Maar wens ik haar verder alle goeds toe. Want we
moeten lief zijn voor elkaar, heb ik vroeger geleerd.
Geen opmerkingen:
Een reactie posten