Wie wel eens naar een Amerikaanse film of serie kijkt waar
FBI, CIA, en spionnen in voorkomen ziet ze wel. Mannen en vrouwen die met een
hand aan hun oor hun omgeving compleet negeren en aandachtig naar het grote
niets staren. Ze stappen in het rond als een puber op cowboylaarzen en zwaaien
met hun schouders heen en weer als Zeeuws Meisje met tegenwind. Daarbij trekken
ze een gezicht alsof ze wel degelijk een gewone burger zijn. In hun oor hebben
ze dan een dingetje waardoor ze kunnen horen wat de commanding officer te
melden heeft. En ze kunnen er ook door terug praten. Een zogenaamd ‘oortje’. Bejaarden
hebben ook veelvuldig oortjes. Daar praat men ook wel eens in maar dat hoort
verder helemaal niemand. Mijn vader zat de laatste jaren ook veel met zijn hand
aan zijn oortje, starend in het grote niets. Maar daar was verder niets spannends
aan.
Ik ging voor mijn bier altijd al naar de Lidl. Volle tray
halve liters Veltins. De laatste tijd ging ik wel eens naar de Getraenkehalle
in Haren Dtsl. De smaakbeleving van zo’n dikke fles naast mijn geërfde
Warsteinerglazen uit moeders glazenkast is beter als bij zo’n papierdun blikkie.
Maar nu had ik dus last van gemakzucht
en toog ik maar weer eens naar de Lidl. Het was smoordruk en dus waren er wel 2
kassa’s open. Elk met een rij tot aan de vleeswaren. Bij de Lidl hebben ze ook oortjes. En een Alcohol en Tabak
procedure. Als er iemand met alcohol of
tabak bij de kassa komt moeten de medewerkers dat in hun ‘oortje’ roepen: “Ik
heb een AT!” De lieftallige dame die me voor mijn bier liet betalen zei het op
een verzuchtende toon, alsof ze voor de
zoveelste keer een lege fietsband had en het stadium van chagrijn al lang
voorbij was en was overgegaan op berusting : “Mijn band is weer eens leeeeg……..
Ik heb een ATeeee….”.
Een oudere man achter de andere kassa, de baas
waarschijnlijk, zei het op een toon alsof hij een terrorist zag aankomen
terwijl hij juist de koning aan het beschermen was. “Bedreiging op rechts!
Bewapend! Red alert! ........ Ik heb een AT!” Dat klinkt toch heel anders. Hij
wist dat wij allemaal naar hem keken. Wij konden immers toch geen kant op.
Natuurlijk moest hij terwijl hij op de kassa aan het rammelen was tevens in
zijn oortje praten. Hij kon er zelfs de telefoon mee opnemen. Of de telefoon
daadwerkelijk over ging weet ik niet maar hij keuvelde er luidkeels op los. Tussendoor
kon hij ook mooi bevelen naar ondergeschikten roepen op de groenteafdeling.
“Hoofdkantoor belt! Levering komt later! Onmiddellijk nu eerst de bloemkolen!
Appels in de volgende zending!” Man, man, man wat is dat stoer zo’n oortje.
Ik vroeg aan de juffrouw wat een AT was. Ik verstond alleen
‘alcohol en tabak’ en ‘vier ogen’. De rest ging verloren in de brij aan
informatie die stantepede verzonk in mijn sponzig geheugen. Als ik later dement ben en niet meer weet dat
ik nog leef dan zal ik waarschijnlijk, als de kleinkinderen op bezoek zijn voor
het laatste afscheid, met mijn hand aan mijn oortje starend in het grote niets plotseling
uitroepen wat een AT precies is. Volgens mij ging het er om dat er iemand met
de kassajuffrouw mee moest kijken of de klant wel 18 is. In mijn geval bestond
daar geen twijfel over, stelde ik met zekere weemoed vast.