zaterdag 8 juli 2017

Ze is dood.

Ik stond in haar woonplaats vroeger op de markt. Met brood en banket. Bakkerij Het Stoepje, voorheen De Mikke. Daar verscheen ze bijna wekelijks aan mijn kraam. Jaren lang. Ze bleef ook wel eens een paar weken weg, maanden ook wel, maar kwam altijd weer terug. “Hé hallo, ook weer in de grote stad? Gevulde koeken in de aanbieding mevrouw!”. En dan herken je elkaar als je elkaar tegen komt maar meer is het nooit geweest. Hoeft ook niet wat mij betreft want anders komen er binnen de kortste keren 500 man op je verjaardag en dat kan de bedoeling niet zijn. Nog even los van het idee dat ik dan ook 500 verjaardagen zou moeten bezoeken. Theoretisch dan hè.







Als ik haar zou moeten omschrijven dan zou ik zeggen dat ze een zacht karakter had. Ze keek altijd wat zorgelijk vond ik. Maar omdat ik nou eenmaal graag de clown speelde achter de kraam, wat trouwens behoorlijk omzet verhogend werkt op de markt, kwam er vroeg of laat altijd wel een glimlach tevoorschijn. Ook als ze wat langer moest wachten omdat het druk was. Verder sprak ze met een zachte stem en die verhief ze nooit. Soms sloot ze even haar ogen en wachtte een paar seconden en dan keek ze me weer aan. Dan wist ik dat ik me gedeisd moest houden en even moest luisteren. Verder kwam er van haar kant nooit een onvertogen woord. Nooit. Ik zei altijd beleefd ‘mevrouw’ tegen haar want ze was een stuk ouder dan ik. Dat is trouwens wel gek. Ik heb altijd het idee gehad dat bijna iedereen ouder is dan ik. Aan de kraam kwamen veelal oudere klanten, mensen waar je verder zaken mee deed, vertegenwoordigers en ander los lopend spul, allemaal ouder. Maar de laatste jaren is dat beeld wat aan het kantelen. Geen idee hoe dat kan. Mensen die ik niet ken spreken mij vaak zomaar spontaan aan met meneer. Of soms hangen ze een verhaal aan mij op waarvan ik denk: ‘Jezus, kind, ik had je vader kunnen zijn. Moet ik dit allemaal aanhoren?’ Maar andersom kan ook. Laatst was ik in een woning van een jongeman en die begon meteen met jij en jouw alsof ik bij hem in de klas had gezeten. Dat voelde toch ook wel heel apart. “Nou ja, zal er wel bij horen, had ik maar niet zo oud moeten worden”, zei mijn pa altijd.

Even terug naar de mevrouw aan de kraam. Na mijn vertrek van de markt heb ik haar vanzelfsprekend nooit meer gezien. Maar jaren geleden kwam ik haar via mijn huidige werk weer tegen. Meteen was er de herkenning, van beide kanten. “Goh, dit is ja heul wat aans as op’t maarkt stoan ja.”, meende ze. Daar moest ik haar wel gelijk in geven. Toevalligerwijs kwam ik juist in haar woning wat vaker dan normaal want in haar ventilatiesysteem moeten elk half jaar filters worden vervangen. En onlangs belde ik daar weer aan en toen deed er een onbekende mevrouw open. Eerst dacht ik even dat het een dochter was of een zus of zo, of gewoon iemand die daar op bezoek was, en dat ik haar dan straks wel in de kamer zou zien. Maar de kamer zag er heel anders uit. En ik wist zeker dat ik in het juiste huis was. Ze woonden hier net vijf weken. Wat of er dan wel met de vorige bewoner is gebeurd. “Ik heb heurt dat ze is overleden….”, hetgeen later door buren werd bevestigd.

Ik moest er even van bijkomen. Iemand die je eigenlijk helemaal niet kent maar ergens toch ook weer wel is dan zomaar dood. Ze had er de jaren wel voor hoor, daar niet van. “Dik in overuren”, zeggen we dan. En dood gaan we allemaal een keer heb ik me laten vertellen. Maar het was toch wel een beetje een schok.

Geen opmerkingen:

Een reactie posten