Bestuurders en Regentenkliek,
bier, gezellig en gebral.
Bijstand, armoe, niets van al.
Dat is bekend bij het publiek.
Vrijheid, ja! Daar staan ze voor.
Democratie? Bijna teloor.
Met PVV en CDA,
hield men de hand op eigen knip.
Crisis bezworen in een wip.
Maar de kater kwam daarna.
Want ach en wee en groot verdriet,
Samson ìs ons vriendje niet!
Het congres zegt niet gauw nee,
behalve tegen het trekken van de eigen portemonnee……
maandag 26 november 2012
Sintsonnet
Sinterklaas zal dit jaar voor het eerst,
als hij bij ons huis is aangekomen,
en het nog niet van Pietje heeft vernomen,
tevergeefs bellen zeer beheerst.
Het volgende is namelijk het geval,
wij doen aan Sint en Pietje niemendal.
Tot mijn vreugde hebben wij bedacht,
pakjes, prijsjes, lang gedicht,
lang getwijfeld en toch gezwicht,
zonder dit wordt het ook wel nacht.
Natuurlijk maken wij met elkaar,
gezellig met koek en zeupie een avond klaar.
Wild geraas, volle maan, het witte paard terdege moe,
gaan wij desondanks, tevreden naar ons bedje toe.
als hij bij ons huis is aangekomen,
en het nog niet van Pietje heeft vernomen,
tevergeefs bellen zeer beheerst.
Het volgende is namelijk het geval,
wij doen aan Sint en Pietje niemendal.
Tot mijn vreugde hebben wij bedacht,
pakjes, prijsjes, lang gedicht,
lang getwijfeld en toch gezwicht,
zonder dit wordt het ook wel nacht.
Natuurlijk maken wij met elkaar,
gezellig met koek en zeupie een avond klaar.
Wild geraas, volle maan, het witte paard terdege moe,
gaan wij desondanks, tevreden naar ons bedje toe.
woensdag 21 november 2012
Poes
Poes woont op het aanrecht. Dat is zijn vaste plekje. Dat is ook het enige plekje op het aanrecht want verder staat het vol met spullen die bij anderen in de keukenkastjes of in de vaatwasser staan. Of Poes moet op etensresten willen zitten van minimaal een week oud maar welke zinnig denkende kat doet zoiets. Er zijn nog twee poezen maar die passen niet meer op het aanrecht. Die wonen op een bijzettafeltje van ca. een meter hoog, type side table, waar ze samen een ruimte delen ter grootte van een A-viertje. U raadt het al, de rest staat vol met spullen. Verder staan er in het huis alle gangbare stukken meubilair maar alles wat een mens in zijn leven aan spullen kan verzamelen staat en ligt op de grond en op de meubels die daardoor dus ook nergens anders meer voor te gebruiken zijn. Aan de glooiingen in het landschap kun je de grondvorm van het onderliggende meubilair nog vaag herkennen. Bezoek moet blijven staan. Er is een klein plekje vrij op de bank maar daar zit Baasje zelf. Als Baasje er niet zit dan ligt de afstandsbediening van de televisie op het plekje. Dat is wel makkelijk want zo raak je het niet kwijt.
De reden waarom Poezen op het aanrecht en bijzettafeltje wonen ligt languit bovenop alle spullen. Het is kortharig, lichtbruin en komt uit Spanje. Daar zwierf het op straat, hier ligt het op spullen. Ik vraag me hardop af hoe je een hond in het Spaans aanspreekt maar volgens Baasje verstaat het dier een vreemd Spaans dialect dus dat zou geen zin hebben. Maar geen nood, volgens Baasje verstaat het dier ook Nederlands. Spanjaard heeft iets met katten. Je kunt er fijn achter aan rennen dwars door alle spullen heen maar dat mag niet meer van Baasje want dat geeft zo’n troep. Zo’n blaffende straatveger is vreselijk vermoeiend op den duur en dus nemen de poezen de hoger gelegen gebiedsdelen in.
Aanrechtpoes duldt gerammel met gereedschap, bijtende onwelriekende ontvetter, gespetter met water en duwtjes van mij. Alles beter dan de bek van Spanjaard. Achter Poes zit een schakelaar en die moet er ook aan geloven. De zwarte draadjes had ik al geëlimineerd maar de bruine draad verdient nog wel degelijk respect. Dat weet Poes nu ook. Drie paar wijd open gesperde kattenogen staren mij woedend vanaf het bijzet-A-viertje aan. Miljoenen kattenharen staan recht overeind. Spanjaard en Baasje komen kritisch kijkend op het tumult af. “Och, ik prikte hem per ongeluk met mijn schroevendraaiertje ……”, stotter ik lijkbleek.
De reden waarom Poezen op het aanrecht en bijzettafeltje wonen ligt languit bovenop alle spullen. Het is kortharig, lichtbruin en komt uit Spanje. Daar zwierf het op straat, hier ligt het op spullen. Ik vraag me hardop af hoe je een hond in het Spaans aanspreekt maar volgens Baasje verstaat het dier een vreemd Spaans dialect dus dat zou geen zin hebben. Maar geen nood, volgens Baasje verstaat het dier ook Nederlands. Spanjaard heeft iets met katten. Je kunt er fijn achter aan rennen dwars door alle spullen heen maar dat mag niet meer van Baasje want dat geeft zo’n troep. Zo’n blaffende straatveger is vreselijk vermoeiend op den duur en dus nemen de poezen de hoger gelegen gebiedsdelen in.
Aanrechtpoes duldt gerammel met gereedschap, bijtende onwelriekende ontvetter, gespetter met water en duwtjes van mij. Alles beter dan de bek van Spanjaard. Achter Poes zit een schakelaar en die moet er ook aan geloven. De zwarte draadjes had ik al geëlimineerd maar de bruine draad verdient nog wel degelijk respect. Dat weet Poes nu ook. Drie paar wijd open gesperde kattenogen staren mij woedend vanaf het bijzet-A-viertje aan. Miljoenen kattenharen staan recht overeind. Spanjaard en Baasje komen kritisch kijkend op het tumult af. “Och, ik prikte hem per ongeluk met mijn schroevendraaiertje ……”, stotter ik lijkbleek.
dinsdag 6 november 2012
Vrouwenlogica
Mannen beweren wel eens dat ze niet kunnen strijken of opvouwen maar dat is meer een vorm van onbekendheid met de materie. Als je in de gelukkige omstandigheid bent dat jouw vrouw dit soort smoesjes van je aanneemt moet je haar vooral niet wijzer maken, zo ben ik dan ook wel weer, maar als je kan leren om een straat te leggen of een fiets te repareren kun je ook leren de was te doen. En vrouwen tref je emancipatiegewijs ook in mannenberoepen aan dus dan mogen wij ook wel vrouwenwerk doen. De verschillende handelingen zijn niet echt moeilijk en zo heel veel denkwerk vraagt het ook niet. Wel vereist het enig doorzettingsvermogen want je moet leren omgaan met vrouwenlogica. Vrouwenlogica is een contradictio in terminis maar omdat iedereen begrijpt wat ik bedoel gebruik ik deze term toch maar. Er is namelijk een groot verschil tussen mannenkleren en vrouwenkleren. Mannenkleren zijn puur functioneel, bedoeld om op efficiënte wijze substantiële delen van het lichaam te bedekken. Vrouwenkleren moeten daarnaast ook nog mooi zijn. En exclusief want niets is zo erg voor een vrouw als wanneer ze na een lange winkeldag de buurvrouw in hetzelfde niemendalletje ziet lopen. Als het daarnaast ook nog een beetje comfortabel te dragen is dan is dat meegenomen. Het is bij vrouwenkleren tevens niet altijd eenduidig of een kledingstuk bedoeld is als ondergoed of als bovenkleding.
Mannenkleren prop je gewoon altijd in de wasmachine en bij vrouwenkleren moet je het eerst even navragen, grote kans dat het dan wel kan. Niet ongevraagd doen want dan is het geheid mis. De wasmachine heeft geen specifieke geheimen. Alles wat niet wit is doe je bij elkaar en alles wat wel wit is gaat ook bij elkaar in. Vol is vol. Beetje poeder of een scheutje smurrie en gaan met die banaan. Kind kan de was doen. Dan is er nog wel fijne was maar dat merk je wel als je het gewoon in de machine propt want dat krijg je later echt wel te horen. Ingewikkeld wordt het pas als het spul in de droger moet. Mannenkleren kunnen altijd in de droger terwijl vrouwenkleren niet altijd in de droger mogen. Technisch is er geen verschil, het is meer een kwestie van beleving. Zo overkomt het startende mannen wel eens dat ze een gymbroekje of een T-shirt in de droger doen terwijl dat niet had gemogen omdat het juist dan dure haute couture betreft. Kwestie van aanvoelen in welke stemming je partner is. Een vuistregel is dat als het betreffende kledingstuk nieuw is, en dat wordt je vanzelf wel medegedeeld als je niet spontaan en/of euforisch genoeg reageert, dan kan het niet in de droger. Is het nieuwe er af dan kan het wel in de droger. Het is raadzaam om bij tijd en wijle eens iets op een rekje te hangen om te laten zien dat je wel oplet. Je kunt dan de vraag krijgen waarom je zo’n oude pyjama niet gewoon in de droger doet maar dat neem je dan maar voor lief. Weet het maar eens allemaal.
Mannenkleren prop je gewoon altijd in de wasmachine en bij vrouwenkleren moet je het eerst even navragen, grote kans dat het dan wel kan. Niet ongevraagd doen want dan is het geheid mis. De wasmachine heeft geen specifieke geheimen. Alles wat niet wit is doe je bij elkaar en alles wat wel wit is gaat ook bij elkaar in. Vol is vol. Beetje poeder of een scheutje smurrie en gaan met die banaan. Kind kan de was doen. Dan is er nog wel fijne was maar dat merk je wel als je het gewoon in de machine propt want dat krijg je later echt wel te horen. Ingewikkeld wordt het pas als het spul in de droger moet. Mannenkleren kunnen altijd in de droger terwijl vrouwenkleren niet altijd in de droger mogen. Technisch is er geen verschil, het is meer een kwestie van beleving. Zo overkomt het startende mannen wel eens dat ze een gymbroekje of een T-shirt in de droger doen terwijl dat niet had gemogen omdat het juist dan dure haute couture betreft. Kwestie van aanvoelen in welke stemming je partner is. Een vuistregel is dat als het betreffende kledingstuk nieuw is, en dat wordt je vanzelf wel medegedeeld als je niet spontaan en/of euforisch genoeg reageert, dan kan het niet in de droger. Is het nieuwe er af dan kan het wel in de droger. Het is raadzaam om bij tijd en wijle eens iets op een rekje te hangen om te laten zien dat je wel oplet. Je kunt dan de vraag krijgen waarom je zo’n oude pyjama niet gewoon in de droger doet maar dat neem je dan maar voor lief. Weet het maar eens allemaal.
Abonneren op:
Posts (Atom)