Ooit, lang geleden, toen de wijken Angelslo en Emmerhout
werden gebouwd noemde men Emmen wel eens ‘het Mekka der planologen’. Hier was
ruimte voor moderne stedenbouw en planologen kregen de vrije hand. Tientallen
jaren hebben werknemers van Emmens alsmaar uitdijende industrie er gelukkig
gewoond. Tegenwoordig heeft het woord Mekka er een heel andere klank.
De Rietlanden is een van de jongere loten aan Emmens
stam. Ergens diep in de diepste
spelonken van de Rietlanden, tussen Uilenhol en Mussenbuurt, stond een auto
schuin geparkeerd over twee parkeerplekken. Het raam aan passagierszijde stond
half open en het linker portier zat niet in het slot. De sleutels staken nog in
het contact. Omwonenden meldden de politie dat de auto er op maandagmorgen
tegen elven was achtergelaten. Mevrouw De Vries van nummer 376 wist te
vertellen dat er een nette heer met een verwilderde blik was uitgestapt. Hij
liep gehaast een paar rondjes over het parkeerterrein en verdween toen in een
brandgang. Meteen werd er een zoekactie op touw gezet. Op vrijdagmiddag trof
men in de Gierzwaluw een verwarde man aan. Hij was vervuild en ongeschoren maar
zeker geen zwerverstype. Hij was uitgehongerd en had uitdrogingsverschijnselen.
De man was nauwelijks aanspreekbaar en kon niet vertellen wie hij was en wat
hij daar deed. De medewerkers van de GGD deden hem voor de zekerheid een
dwangbuis aan en voerden hem af in een wit busje. Terwijl ze met hem bezig
waren zei hij steeds: “Ik moet er om half elf zijn…………… Ik moet er om half elf
zijn……..”.
De eerste week in het psychiatrisch ziekenhuis werd de man met medicijnen rustig gehouden.
Toen knapte hij wat op en vertelde zijn verhaal. Zijn familie werd gewaarschuwd
en er volgde een emotionele hereniging in de spreekkamer van de psychiater. Na een ziekteperiode van nog eens vier weken
kon de man weer aan het werk. In de binnendienst weliswaar. Zijn dienstauto en
de buitendienstfunctie was hij kwijt. Nog nooit is er iemand zo gelukkig
geweest met een degradatie.
Mevrouw De Vries van nummer 376 vertelde me dat het vaak voorkomt
dat er iemand verdwaalt in de Rietlanden. Maar wennen doet het nooit. Telkens
weer leidt het tot schrijnende situaties. Het wordt echter door de autoriteiten
uit de media gehouden. Toen mijn werk in haar woning er op zat vroeg ik haar
hoe ik er het snelste uit kom. “Links aanhouden.”, zei ze. Toen greep ze me
plotseling met beide handen bij mijn revers vast en trok me tegen zich aan. “Zul
je goed uitkijken….? Moet ik met je mee gaan…….?”. Dat leek me evenwel niet
nodig en na drie keer linksaf slaan reed ik al weer op de Rondweg.
In de kelder van het psychiatrisch ziekenhuis zit achter de wasruimte
en het ketelhuis nog een extra cel. Het staat bij insiders bekend als ‘kamer
81’. De afdeling heeft op papier echter slechts 80 bedden. De extra cel wordt
bewust verborgen gehouden. De bewoner van kamer 81 zit er al tientallen jaren.
Slechts zijn directe verzorgers weten van zijn bestaan en iedere nieuweling
moet tekenen voor geheimhouding van patiƫnt 81. Er wordt gefluisterd dat de man
ooit planoloog is geweest in dienst van de gemeente Emmen. Op de wanden van
kamer 81 heeft hij een indrukwekkend stelsel van in elkaar overlopende
doolhoven getekend. Met vette letters schreef hij er boven: Rietlanden 2.