dinsdag 26 november 2024

Hinkelen in Düsseldorf

 

Brood bestaat uit meel en water en een beetje gist en nog minder zout. Meer is het eigenlijk niet. Je kunt er van alles doorheen gooien en in allerlei vormen kneden maar de basis is vrij simpel. Iedereen kan het en miljoenen bakkers doen het elke dag maar weer.

 







We gingen een weekend weg. De keuze viel op Düsseldorf. Dan konden we meteen de kerstmarkten bekijken. Honderden kraampjes met kerstversieringen, gepofte kastanjes, gebakken champignons. Een complete ijsbaan met schaatsenverhuur. Een groot tijdelijk houten café in twee bouwlagen. Glühwein, bier, braadworst en zingende rendieren. Ik neem aan dat de kerstmarkt er in 2025 net zo uit ziet.

Een wandeling langs de Königsallee mag natuurlijk niet ontbreken. Luxe etalages met dure Italiaanse kleren, tassen en horloges. Er stonden bewakers bij de deur en er stond een rij toeristen voor. Je kon aan de mensen zien dat ze daar nooit iets zouden kopen maar kennelijk moet je een keer in zo'n winkel zijn geweest. We kwamen langs een grote glazen pui met daarin 1 auto. Hij was groot en zwart. Het merk weet ik niet. Ik las op een klein bordje iets van American Design of zoiets. Er stond een dame achter het raam aan een lessenaar met een telefoon er op naar buiten te kijken. Ik keek naar haar met mijn jas van de Welkoop en mijn muts van de Hema. Geen prospect, moet ze gedacht hebben.

Even verder zag ik een soort horecagelegenheid helemaal in het roze. Ook het personeel was in het roze. Wat ze verkochten weet ik niet. Ik gok op roze koeken met roze ranja. Gasten waren er niet te bekennen. Door zo’n overdekte winkelpassage zijn we ook eens gelopen. Daar was een winkel met allemaal witte potjes en tubes. In de deuropening stonden twee mannen met aangebroken potjes zalf in de hand die ons naar binnen wilden lokken. Strakke lijven, getrimd hoofd- en gezichtshaar. Trendy kleertjes aan. Er waren wel duizend zalfjes om je gezicht mee in te smeren. Of ze onze gezichten mochten insmeren met iets. Dat mocht niet. Echtgenote liep alvast door. „Maar wat smeert ù dan op uw gezicht?“ vroegen ze mij geschokt. „Niks“, zei ik naar waarheid. Die blikken van die kerels! „O jeetje....!“ riepen ze uit. De ene rolde met zijn ogen en de andere wapperde met zijn hand voor zijn gezicht.

Gelukkig zijn er nog genoeg buurten voor gewone mensen zoals wij. Daar vonden we ons vertrouwde kroegje waar ze Killepitsch verkopen. Een kruidenlikeur. We zijn er jaren geleden ook eens geweest. Een oeroud interieur. In de pui zit een klein glazen luikje waar je een borreltje kan kopen. En we kwamen langs een bakkerswinkel. Daar zijn er wel meer van. Op deze stond met grote letters Hinkel. We hadden ergens gelezen dat men bij een bezoek aan Düsseldorf bakkerij Hinkel niet mocht overslaan. Er stond een lange rij mensen voor alsof het de enige bakkerij in Duitsland betrof.

Op onze hotelkamer was er chips, borrelnootjes, bier en wijn. Televisie aan, pantoffeltjes aan en de beentjes omhoog. Ruim twaalfduizend stappen op de teller. En `s morgens waren er frische Brötchen bij het ontbijt. Of ze van Hinkel waren weet ik niet.