Ze heeft een kleinzoon die al jaren in de oerwouden van een
ver en warm land verblijft. Daar werkt hij bij een firma die iets doet met
boortorens. Twee of drie keer per jaar komt hij een weekje naar Nederland. Een
jaar of wat geleden is hij daar getrouwd met een prachtige inlandse dame. Haar
foto prijkt op een prominente plaats in het wandmeubel. De kleinzoon wil niets
liever dan zijn vrouw aan oma in Holland voorstellen. Maar om de een of andere
reden kon ze haar land niet uit. Vorige maand kwam er eindelijk beweging in de
bureaucratische molens en bij zijn volgende bezoek zou ze meekomen.
Het concert des levens mag wat haar betreft wel afgelopen
zijn. Ze wil niet weten wat er nog meer op het program staat. De dirigent met
de zeis heeft haar diep teleur gesteld. Vaak sloeg hij te vroeg af. Bij haar
man, bij haar broers en zussen, en nu bij haar aangetrouwde inlandse
kleindochter. Een onschuldig lijkende muggenbeet met fatale gevolgen.
Knokkelkoorts. Nee, de dirigent mag wat haar betreft haar partij nu wel
afslaan. “Moar hij kump hierhen zeker met de bellebus. Die is ook eeuwig te
loate.”
Geen opmerkingen:
Een reactie posten