Mijn trouwe lezers en lezerinnen weten dat ik mij hier geen
groot voorstander van de fusie tussen Vlagtwedde en Bellingwedde heb getoond. Het
oude provinciebestuur was ook die mening toegedaan. Maar toen kwam er een nieuw
provinciebestuur. En omdat continuïteit van bestuur een begrip is welke in
Nederland geen opgeld vindt trapte het nieuwe bestuur alles omver wat het
vorige bestuur had bedacht. En dus was de fusie opeens geen probleem meer. Ik
weet niet wat de kiloprijs van oud papier is maar het staat wel vast dat het
rapport ‘GrenzeloosGrunnen’ vele malen minder opbrengt dan het gekost heeft.
Laat ik me
een goed verliezer tonen. In 2018 is het misschien zover. Als het dan toch
Westerwolde moet worden dan moet het maar zo zijn. Paus Pier Oliveti kan
opgelucht adem halen, wij blijven bij de Cittaslow-kerk. Alles wat van Rome
kwam heeft niet altijd gunstig voor ons uitgepakt zo leert de geschiedenis,
maar we blijven het proberen. Ik zag trouwens in de gemeente Borger-Odoorn
langs de weg al uitingen in het kader van Cittaslow. Iets van een
streekproductenbraderie met folkloristische handwerkjes. In Sellingen e.o. zijn
zulke plakkaten nog niet aangetroffen. Pas op jongens, de concurrentie ligt op
de loer. Vanaf nu wens ik elke maand een bericht in de Westerwolder Courant aan
te treffen die betrekking heeft op Cittaslow. We willen de contributie toch wel
terugverdienen, of niet dan!
Goed, even
serieus nu. Cittaslow is vast heel nuttig. Reeds in januari 2014 doken er
berichten op dat Onstwedde en omliggende gehuchten ook bij een eventuele
toekomstige gemeente Westerwolde zouden willen horen. Nu, ruim anderhalf jaar
later, nadat het provinciaal electoraal orakel haar groene schijnsel over de
fusieplannen heeft doen uitstralen, komen de huwelijksaanzoeken van Onstwedde
en Alteveer e.o. weer boven tafel. Vanmorgen zelfs, 17 september 2015, een heel
stuk in het DvhN: ‘Lichte rebellie op het zand’. De titel dekt de lading niet,
van rebellie is geen sprake, zelfs niet van een lichte. Een meneer uit
Onstwedde houdt een vurig betoog, goed onderbouwd met historisch
feitenmateriaal. Ook in Alteveer gaan reeds stemmen op dat ze liever bij ons
willen horen. Ik kan er niet op tegen zijn. Vlagtbellingwedde was mij in beginsel
al te klein, dus toe maar. Maar genoeg daarover. Met moet geen oude koeien uit
de sloot halen.
Maar nu komt
het. In dezelfde reportage, laatste alinea. Een meneer uit Smeerling mag er ook
wat van vinden. Hij vindt dat we dan consequent moet zijn: “Ter Apel moet er dan
niet bij, want dat is vooral veenkolonie….”. Ik ben me er niet zeker van of ik
nou moet lachen of huilen.
Lachen om de
ridiculiteit van de geste dat Ter Apel, met haar kloosterenclave en bossen,
naadloos aansluitend op het Sellinger land, waar in Laudermarke juist de
laatste hand wordt gelegd aan de meandering van de Westerwoldse Aa, meer
veenkolonie zou zijn. Ik weet niet of die meneer uit Smeerling mobiel is maar
misschien is het een idee om eens in Ter Apel te komen kijken. Hij is hier
overduidelijk nog nooit geweest. Veenkoloniaal wordt het pas aan de overkant
van het Stadskanaal maar dan zijn we al in Drenthe, al kunnen ze dat in
Smeerling natuurlijk niet weten.
Of moet ik
huilen om de confrontatie met een karaktereigenschap die ik zo verafschuw. De
eeuwige intrigant. Dat kneuterige, ambtenaar achtige, kleinzielige, zeurderige,
pietluttige gedrag. Die onbedwingbare drang om ergens tegen te zijn. Doemt er
aan de horizon ook maar iets van een consensus op dan springt meteen onze intrigant
overeind om te zorgen voor een schisma, een burenruzie. Laten we het vooral
niet te snel met elkaar eens zijn, eerst moet er geruzied en gezeverd worden.
Lekker stoken om niets. Zijn ultieme ruk-moment: er komt een journalist
iets aan hem vragen! Natuurlijk kan hij het dan niet laten het oer-Hollandse
wijsvingertje te heffen en een kanttekening te plaatsen. Niet dat het
inhoudelijk ook maar ergens op gebaseerd is maar alleen maar om te reukelen in
een opgedroogde keutel. Bah.
Geen opmerkingen:
Een reactie posten