Het was hoogzomer.
We waren druk in de weer om de weekendtassen, wij reizen graag licht, in te
pakken voor onze vakantie naar Normandië. Plotseling viel de bekende blauwe
enveloppe op de mat. Het betrof een aankondiging van de inspecteur. Hij was van
plan om de voorlopige aanslag over 2010 te wijzigen. En dan heb ik het niet
over zomaar een paar tientjes. Ook niet een bedrag waarvan je zegt: even
slikken en weer doorgaan. Maar een bedrag waar je wit van wegtrekt. Prettige
vakantie.
Onmiddellijk
lieten wij de weekendtassen in de steek en doken in de archieven van ons
huishoudboekje. In 2010 kwam een loonspaarplan tot uitkering waarvoor je toen
belastingvrijstelling kreeg als je 15 jaar aaneen premie had betaald. Dat
hadden wij wel en waanden ons veilig maar helaas dacht de fiscus daar nu
plotseling heel anders over. Maar zo genereus als hij kan zijn mochten we
binnen 5 dagen bezwaar maken. Wij beten ons in de materie vast en al gauw
wisten wij bewijs te leveren dat er wel degelijk 15 jaar premie was betaald. E.e.a.
werd in een klinkend stuk verwoord en samen met de bewijzen netjes in de
retourenveloppe gestopt.
Opgelucht
haalden we adem. Tot begin november. In de verstreken drie maanden had de
inspecteur dag in dag uit onze stukken bestudeerd, tot hij er nachtmerries van
kreeg. In een van die nachtmerries kwam hij tot de conclusie dat ook waterdicht
bewijs zo lek kan zijn als een mandje. Betalen. Maar ook nu weer kregen we de
kans om de gaten in het mandje te dichten. Dat konden we doen door de
verzekeringsmaatschappij te laten verklaren dat we inderdaad wel 15 jaar hadden
betaald. Half november bleek ook dat niet voldoende. Met het zweet in mijn
handen belde ik de inspecteur om te achterhalen wat er nou precies aan ontbrak.
Hoewel er zwart op wit stond dat er vijftien jaar was betaald en de stukken die
wij in de zomer al hadden gestuurd hetzelfde aantoonden kon de inspecteur dat
er niet uit opmaken. Maar als coulanceregeling kregen wij een derde kans en dat
mocht zelfs per e-mail. De verzekeraar vatte alle bewijzen nog maar eens samen
en die stuurden wij met mijn nieuwe emailprogramma braaf door. Voor de
zekerheid schreef ik het nummer van mijn werktelefoon er bij om de verlossende
woorden zo snel mogelijk te horen. Het telefoontje kwam. Betalen. Ik wist me gelukkig
verbaal te beheersen en vroeg wat er nou precies aan schortte. Het antwoord was
al even menselijk als onprofessioneel. De verzekeraar diende de mouw op te stropen
en de zodoende vrijgekomen arm moest langzaam tot aan de elleboog anaal worden
ingebracht. De telefoon viel uit mijn handen. De verzekeraar was echter niet voor
één anus te vangen en heeft voor dergelijke gevallen altijd een lange plastic
zak paraat. Voor de vierde keer mailden wij dezelfde boodschap in andere
woorden door. De fiscus knoopte tevreden zijn broek dicht en deelde me
telefonisch mede dat er een nieuwe definitieve aanslag 2010 zou komen met als
eindbedrag nul komma nul.
Wij wachten
nog op de definitieve schriftelijke bevestiging van de telefonische toezegging.
Voor volgend jaar denken wij aan Oostenrijk.
Geen opmerkingen:
Een reactie posten