vrijdag 16 oktober 2015

De droombaan van Tijmen. Idyllisch wonen op het Drentse platteland.



Het dorp ligt te midden van het typische Drentse landschap. Met bosjes omzoomd open veld, aan elkaar verbonden met bomenlanen en doodse stilte. Tractoren met volgeladen aanhangers en fietsende scholieren vervolgen traag hun weg langs de horizon.

De gotische kerk staat aan de rand van het dorp tegenover een gerenommeerd  hotel-restaurant dat tussen twee faillissementen in weer even in bedrijf is. Verspreid door het dorp staan enkele vage nerinkjes. Er is een supermarkt en niet te vergeten het obligate seniorencomplex. Geen dorp zo klein of er is een seniorencomplex. Verder is er nog iets met landbouwmechanisatie. Van een dorpskern is geen sprake. In een parkachtige structuur staan vrijstaande koopwoningen. Enkele blokjes twee-onder-een-kap. Sociale woningbouw is er in de vorm van een aantal stokoude seniorenwoninkjes die inmiddels worden verhuurd aan iedereen die betaald maar die de omwonenden liever zien gaan dan komen. En er staan twee blokjes eenpersoons appartementen. Twee bouwlagen, vier woningen per uitpandige trappengalerij, twee beneden en twee boven, in spiegelbeeld geschakeld, met de vooraanzichten van beide blokjes naar elkaar toe. Zestien woningen in totaal. Ze stammen uit de tijd van voor de vergrijzing, toen er nog jongeren waren die in het dorp wilden blijven wonen. Nu wonen er nog steeds overwegend jongeren, maar die komen niet meer uit het dorp. Sommige zijn zelfs zo jong dat ze nog best een aantal jaren opvoeding hadden kunnen gebruiken. Een mevrouw in een rolstoel en twee mannen met een verstandelijke beperking vormen de vaste kern, de rest van de bewoners blijft nooit langer dan een jaar of twee, drie.

Op nummer 93 woont Tijmen. Tijmen komt uit Enschede en zit al een jaar ziek thuis. De verstandhouding met zijn werkgever is nog redelijk maar verkilt langzaam aan. Ze zitten aan elkaar vast in een kluwen van wet en regelgeving. Tijmen deed sales bij een verfgroothandel. Vroeger was je gewoon medewerker op de verkoopafdeling, tegenwoordig doe je sales. Hij overleefde drie reorganisaties en verhuisde voor zijn baas al twee keer. En nu is hij 26 en woont alleen zonder sociale omgeving in een slaperig Drents dorp. Hij kan bij zijn baas blijven maar dan zou hij weer moeten verhuizen. En dat wil hij niet meer. De rek is er uit. Tijmen zit opgesloten in zijn eigen besluiteloosheid. Hij weet niet wat hij wil en omdat de uitkering nog steeds een redelijk percentage is van zijn niet kinderachtige salaris is er geen sprake van een financiële prikkel. Het droevige van zijn verhaal is dat juist het allergrootste cliché uit de hulpverlening ook nog het meest waar is: “Je moet het zélf doen!”. Henk Westbroek zong het al in 1982, zeven jaar voor de geboorte van Tijmen. Hij zou bijvoorbeeld vrijwilligerswerk kunnen gaan doen, de uitkering is immers nog geen probleem en er zou weer sprake zijn van een dagritme en ruimte voor nieuwe ideeën. Zelfs een vrijwilligersbaantje op de kinderboerderij zou in zijn situatie nog beter zijn dan onderuitgezakt op de bank te blijven mijmeren over de droombaan in de sales. Natuurlijk ziet Tijmen wel duizend bezwaren tegen dat idee.

Tijmen kiest er voor om nog even te wachten tot de ideale werkgever met zijn Porsche Cayenne door zijn slaperige Drentse dorpje rijdt om hem aan de hand mee te voeren naar de droombaan. Waar alles meteen goed gaat en iedereen aardig is en je meteen woonruimte vind en een lieve partner en een goed salaris. De stoelen op de afdeling sales van de man met de grote auto zijn bekleed met pluche. Wat hij voor het gemak maar even vergeet is dat de weg naar het pluche gaat over ruwe houten banken. En dat als hij geluk heeft hij kan beginnen op een bank waar geen splinter uit steekt. Hij zit trouwens op een splinter. Die uit de houten bank van de verfgroothandel. Hij is nog jong en heeft nog een aantal houten banken te gaan voor het pluche in zicht komt. Helaas is dat nog niet helemaal tot hem doorgedrongen.

Mijn pluchen stoel staat gewoon bij mij thuis. Na een dagje zonder stress en zonder al te veel verantwoordelijkheden laat ik me er heerlijk ontspannen in zakken. Ik kan het iedereen aanbevelen. Aangezien mijn eigen carrière nou ook niet bepaald een toonbeeld van visie en beleid is begrijp ik Tijmen heel goed. Dertien ongelukken zijn het niet maar van die twaalf ambachten zit ik niet ver af. Maar ik ken inmiddels mijn beperkingen. Tijmen heeft nog een lange weg te gaan.

Geen opmerkingen:

Een reactie posten