Als wij op vakantie gaan nemen we volgens goed gebruik een
tas vol boeken mee. Daarin zijn wij ouderwets want tegenwoordig moet je een
e-reader hebben met honderdduizend boeken er in. Maar boeken van papier zijn op
een of andere manier romantisch. Op je terras op een zwoele zomeravond in je
vakantieparadijs met een goed glas binnen handbereik. Dan wil je geen las-ogen
oplopen van een hoornvlies verbrandend stuk elektronica. Dan wil je een
papieren boek, met een stukje van een krant gescheurd papier als boekenlegger
wat dan op de grond valt en door de zwoele bries wordt meegevoerd naar
onbekende verre einden, waardoor je het boek opengeslagen op de kop in het gras
moet leggen als je even wil opstaan om bij te schenken. Er gaat niets boven de
nostalgische romantiek van boeken van papier.
Echtgenote gaat daarvoor ruim op tijd naar de bieb en zoekt
wat voor zichzelf uit. Ik weet nooit wat ik mee wil en wacht tot een dag voor
vertrek. Dan rijdt ik langs een kringloopwinkel en zoek in de eindeloze
stellingen tussen de duizenden boeken die daar zijn ingeleverd. Afgelopen jaar
nam ik o.a. een boek mee waarvan ik nu niet meer weet hoe het heette, wie het
geschreven heeft en waar het over ging. Maar ik heb er een paar avonden plezier
aan gehad. Ook een boekje van Maarten ’t Hart ging mee. Daar was ik in een half
uur klaar mee. Maarten heeft eens gepoogd een misdaadroman te schrijven. Dat is
mislukt. Op het vakantieadres was een, oh wat ecologisch verantwoord, doos voor
oud papier. Daar heb ik Maarten’s mislukking in gegooid. Ook had ik een Ludlum
bij me. Ludlum is behalve een jeugdzonde tevens een oude vriend. Ik heb ze
volgens mij allemaal gehad. De eersten waren het best. Echte spanning. In de
loop der jaren kwamen er steeds meer elektronische snufjes aan te pas om
spionnen van de vijand te grazen te nemen. Dan wordt het voor mij op het laatst
zo onwaarschijnlijk dat ik afhaak. Het is net als toen we vroeger cowboys en
indianen speelden. Als je dodelijk was getroffen door een lange houten speer
van Dampende Bizon dan was daar op het laatst nog net een pilletje die je weer
beter maakte. Zo had Ludlum er op het laatst een handje van om zichzelf
helemaal vast te lullen in zijn eigen complot zodat er een satelliet van de CIA
aan te pas moest komen die in je linker broekzak kon kijken om daar je telefoon
aan of uit te zetten om op het laatste nippertje aan een horde bloeddorstige
Russische spionnen te ontsnappen. Verzin het maar. Overigens bleek na tien
bladzijden dat ik het al een keer gelezen had. Ik heb het toch voor de tweede
keer uitgelezen. Want dan wordt je nieuwsgierig, zo van hoe ging het ook
alweer, en dan komt er na tien bladzijden een punt waarop je een oh-ja-zo-zat-het!
beleving hebt en dan begint de cyclus opnieuw. Thuis aangekomen ging Ludlum ook
bij het oud papier. Ik had in totaal 4 boeken mee uit de kringloop, in
totaal 2 euro aan leesvoer. Goedkoper
dan de bieb.
Het vierde boek was van Geert Mak. De eeuw van mijn vader.
Ik was verbaasd het in de kringloopwinkel aan te treffen. Alsof het daar niet
zou passen. Maar ook mensen die Geert Mak lezen gaan een keer dood en ook die
boeken komen dan bij de kringloop. De dood en de kringloopwinkel maken allebei
geen onderscheid tussen mensen. Overigens is Geert Mak bij ons in de boekenkast
beland. No way dat die bij het oud papier gaat. Ik denk dat mijn kinderen het
uiteindelijk wel weer naar de kringloop doen, als ik op 103 jarige leeftijd in
goede gezondheid ben overleden. Geert hakte er in. Aanvankelijk gaat het
voorzichtig. De eerste trein, de eerste auto, je kent het wel. Maar allengs
wordt het interessanter. Eigenlijk zou het verplichte kost moeten zijn voor
aankomende landsbestuurders. En ook op de boekenlijsten voor alle examens. Nu
ik dit schrijf vraag ik me af of er nog wel boekenlijsten bestaan. Lezen de
huidige examenkandidaten nog wel verplicht boeken en zit daar dan ook nog
steeds Het Bittere Kruid van Marga Minco bij? Ik weet het waarachtig niet maar
ik denk dat men tegenwoordig een bepaald level in GTA of World of Warcraft moet
halen om te slagen voor het examen biologie of een ander vak waar niet meer in
onderwezen wordt. Het kan ook zijn dat ik een iets te negatief beeld van ons
huidige onderwijsstelsel heb. Het zou bijvoorbeeld best zo kunnen zijn dat
leerkrachten nog een paar uur per week vrij kunnen maken in hun vergaderschema
om daadwerkelijk iets aan kennisoverdracht te doen, net als vroeger.
Zo las ik bijvoorbeeld dat in de tijd van koningin
Wilhelmina het land, wij dus, zich ernstig zorgen maakte of zij wel op tijd
voor nageslacht zou kunnen zorgen. Dan zou er na Wilhelmina zomaar een
onbekende Duitser op de troon kunnen komen. Dat was in die tijd een reële
angst. Dan hadden we nu een andere koning. Of een republiek. Of waren we
misschien wel Bundesland Holland. Ook leuk. Zo zie je maar dat de geboorte van
een koningskind de toekomst van het land bepaald. Van al die andere baby’s die
op die dag geboren zijn hoor je nooit meer iets. Apart fenomeen, zo’n
koningshuis. Beetje uit de tijd wat mij betreft. Serieus werd het pas toen ik
vernam dat er in WW-II zo’n dertigduizend (30.000!) Nederlandse SS-soldaten
meevochten aan Hitler’s Oostfront. En daar zijn er heel veel van terug gekomen.
En die werden niet ter verantwoording geroepen want die konden we goed gebruiken
in onze kolonie om de Indonesische opstand neer te slaan. Goed getraind,
gefrustreerd en gevechtservaring. Want een beetje bloeddorst en barbarij kan voor
die heidense inlanders geen kwaad moeten onze gereformeerde landsbestuurders
gedacht hebben. En zondag maar weer braaf naar de kerk. Nou ja, dat soort
dingen lees je in ‘De eeuw van mijn vader’. Het verschaft je een andere
invalshoek op wat je over je eigen land denkt te weten. Zou Thierry Baudet het
bijvoorbeeld ook gelezen hebben? En waarom is hij niet tot het besef gekomen
dat zijn Uil van Minerva niks anders is dan een houtduif met buikgriep die onze
vrije wereld met onvervalste nationaal-populistische diarree onderschijt?
Elk jaar op 15 augustus is het weer Indië-herdenking. Wij
herdenken dan het einde van de Japanse bezetting van ons wingewest. Indonesië
herdenkt op 17 augustus dat ze door de Japanners bevrijd zijn van de
Nederlandse bezetter. Terwijl Europa haar wonden likte gingen wij na 1945 in
Indonesië gewoon door met onderdrukken tot we er in 1949 onder druk van de VN
eindelijk mee ophielden. Konden onze SS-jongens ook eindelijk terug naar moeder
de vrouw. Volgend jaar gaat Koning Willem op staatsbezoek naar Indonesië. Zit
in zijn koffer ‘De eeuw van mijn vader’ voor de late uurtjes op zijn hotelkamer?
Fris gedoucht nog even lezen in bed? En zit er op zijn bagage dan een
stickertje met het trotse rood-wit-blauwe?
Geen opmerkingen:
Een reactie posten