donderdag 19 januari 2012

Ontheemd, dankbaar en blij in Nederland.

Als Ventilatie Servicemonteur kom ik veel bij de mensen thuis. Zo was ik laatst in een flat bezig waar van alles en nog wat door elkaar woont. Niet altijd naar ieders tevredenheid weliswaar maar het lot, in dit geval vertegenwoordigd door de plaatselijke woningbouwvereniging, had het zo bepaald. Vol goede moed bel ik aan bij een meneer op de derde verdieping. Hij is een kop groter dan ik, slank, met een onverzorgde baard en dito overjas. Hij spreekt nauwelijks tot geen Nederlands. Maar hij is alleraardigst en heeft een stem als een stadion vol hooligans. “HALLO, HA HA HA HA !!”, brult de man. Hij slaat dubbel van het lachen en timmert enthousiast op zijn knie. “Ik kom voor uw ventilatiesysteem….”, begin ik. “JA JA, JA JA, HA HA HA HA HA!”, schalt het over de galerij terwijl hij me binnen laat. De vloerbedekking heeft duidelijk al meerdere bewoners doorstaan. Er staat een bank, een salontafel en een klein laag kastje met een oude draagbare radio erop. Verder is de flat leeg. De muren zijn kaal. De verwarming is uit. Meneer is duidelijk de enige bewoner van het appartement. Op de salontafel ligt een pakje shag en een mobiele telefoon. Op het gasfornuis staat een steelpannetje. Er zit een borrelende bruine ondoorzichtige vloeistof in. “KOPJE THEEEEE! LEKKERRRRR! HA HA HA HA!”, knettert het in mijn oor. Wat zeggen de VCA-voorschriften eigenlijk over gehoorbescherming? Hij krijgt nieuwe ventilatieroosters, de ventilatiekanalen worden geveegd en de capaciteit van de afzuiginstallatie wordt gemeten. Ik schrijf de gebruikte materialen en de meetwaarden op een formulier. “MOOOI, MOOOI, HA HA HA HA!!!!”, juicht de man en slaat zich weer uitbundig op de knieĆ«n van pret. Nog nagenietend laat hij me uit. De hooligans verstommen zodra de deur achter me in het slot valt.
Als ik hem later die week tegen kom loopt hij iets voorovergebogen, de mondhoeken naar beneden. Diepe rimpels tussen de fletse ogen. Aandachtig zuigend aan een centimeter korte sigarettenpeuk. Zodra hij me ziet veert hij op. “HALLOOO! HA HA HA HA! KOPJE THEEEE! LEKKERRRR! HA HA HA HA HA HA!”, buldert het stadion vol hooligans over het parkeerterrein. Ik draai me stiekem om en kijk hem na. De schouders hangen alweer naar beneden, de rug is weer gebogen. Een triest silhouet. Ik vraag me af uit welk godvergeten kutland je moet komen om het in een koude kale flat in Drenthe beter te hebben.

Geen opmerkingen:

Een reactie posten