Zo frequenteer ik nog wel eens een club. In een naburige grote plaats. In ons dorp vind men een dergelijke uitspanning niet. Het ligt lekker anoniem ergens op een industrieterrein, een ruimte achter een bestaand bedrijf, zodat het voor ter plaatse onbekenden niet als club herkenbaar is. Ik parkeer meestal achter een vrachtwagen. Ons huwelijk is tegen deze persoonlijke escapade zeer wel bestand. Een nadeel is wel dat de clubruimte onvoldoende wordt geventileerd. De kenmerkende geur trekt in de kledij. Het gebeurt wel eens dat mijn echtgenote bij thuiskomst zegt dat ze kan ruiken dat ik weer in de club ben geweest. GĂȘnanter wordt het meestal nooit.
Zo’n clubavond verloopt volgens een vast ritueel. De vaste gasten komen meestal rond dezelfde tijd binnen. We beginnen met koffie, soms met koek, en we praten wat over clubaangelegenheden, koetjes en hun nakomelingen, en ook wel eens over privĂ©- en/of zakelijke beslommeringen. Je kunt er vrijelijk spreken want we weten niet veel meer van elkaar dan de voornaam en wat op de club besproken wordt blijft daar ook. Dat vertrouwen moet er gewoon zijn. Na enige tijd verdwijnt ieder in de krochten van het gebouw om datgene te doen waarvoor men gekomen is. Soms in gezelschap, soms alleen. Ja, ook alleen, de club voorziet namelijk in alle attributen die voor een persoonlijk onderhoud met jezelf nodig zijn. Zelf vind ik het prettig om mijn eigen spulletjes van huis mee te nemen. Zo tegen tienen verzamelen we weer rond de stamtafel. Het is dan tijd voor een biertje en wat napraten.
De kosten vallen alleszins mee. Koffie kost er 60 cent, een koek 50 en een biertje of fris een euro. Verder betaal je een vast bedrag per jaar of half jaar en voor dat geld mag je zo vaak komen als je kunt. Ach, wat zal ik er verder van zeggen. Het is onschuldig vermaak. Men moet zulke zaken niet te serieus nemen. Hoewel men wel eens wat meewarig kan reageren als je verteld dat je lid bent van een modelspoorclub.
Geen opmerkingen:
Een reactie posten