Beste Daniël,
Ik schrijf je naar aanleiding van jouw column van 14 juni
jongstleden in het DvhN. Niet om te slijmen hoor, maar ik lees jouw verhaaltjes
graag, ’s zaterdags. Eerst uitslapen, dan zwarte koffie, boterham met pindakaas
en de zaterdagkrant met Daniël Lohues. Ik heb niks tegen Jan Wierenga hoor,
begrijp me goed, maar de stukjes van Jan lees ik elke dag, en jij komt maar
eens in de week. Is toch anders, vind ik. En Rosa Timmer heb ik laatst al eens
genoemd, ook niks mis mee. Wat ik met name zo bewonder is de nuance die je weet
aan te brengen aan de onderwerpen die je behandelt. Bijvoorbeeld de stukjes van
14 juni jongstleden en die week er voor. Schrijven over geloofszaken is
spitsroeden lopen. Je hoeft maar iets te zeggen of onze gelovige medemens
reageert als door een wesp gestoken. Je komt, meen ik, net als ik uit een
Rooms-katholiek gezin. In hoeverre je nog iets gelooft van wat ze je jaren op
de mouw gespeld hebben weet ik niet. Wat mijzelf betreft, ik ben er wel klaar
mee. God en Jezus staan wat mij betreft op hetzelfde niveau als Harry Potter en
Roodkapje. Al dan niet met of zonder zeven dwergjes en/of twaalf geitjes. (Zie
je wel, Daniël? Ik kan daar maar niet genuanceerd over doen. Het lukt me gewoon
niet.)
Je zult wel denken, wie is die vent? Logisch, je kent me
niet. En ik jou ook niet echt, behalve van je stukjes in de krant en een
optreden in de Muzeval. Hebben we nog een CD aan overgehouden. Echtgenote kocht
er een bij het kraampje in de lobby. (Persoonlijk kick ik meer op jouw blues
periode.) Maar in een open brief als deze lijkt onze relatie dan toch heel wat.
Nu even terug naar het onderwerp. Je schreef in je stukje van 14 juni dat je
reacties hebt gehad van medemensen die, maak ik uit hun reacties op, God nog
hoog op Zijn voetstuk hebben staan. En je schreef dat je niet Jezus en zijn
Vader bedoelde maar die andere profeet: Hij-die-niet-genoemd-mag-worden. Ik
begrijp dat wel, je hoeft in een stukje maar hardop Mohammed te schrijven of heel het politiek-correcte
establishment valt over je heen. Om maar niet te spreken van boze enge mannen
met veel gezichtshaar die graag, uit liefde voor Hem, een bijl in je voorhoofd
zouden planten. (Merk op hoe ook hier de nuance weer ver te zoeken is.)
Saillant detail is dat Hij-die-niet-genoemd-mag-worden zich bedient van
dezelfde Vader. En het boek dat hij zijn volgelingen heeft nagelaten sterk gebaseerd
is op de mythologie die toen al krap aan zeshonderd jaar werd verkondigd over
die andere profeet en hun beider Godfather.
Wat mij echter stak Daniël, en nu komt het, is het verschil dat
je trachtte aan te brengen tussen de beide profeten. Profeet J. zou niet
gewelddadig zijn in tegenstelling tot profeet M. Akkoord, J. sloeg dan niet
zelf met de botte bijl in het rond, maar zijn Vader droeg de mensheid in het
Eerste Testament wel degelijk op zulks te doen, wat wij, want daar hebben we
het over, dan ook met graagte deden. Zelfs onze voormannen, J’s zetbazen in
Rome, deinsden er in die jaren niet voor terug om andersdenkenden in groten
getale over de kling te laten jagen. M. heeft het dus niet van een vreemde. M’s
volgelingen doen dus eigenlijk hetzelfde als J’s volgelingen, maar dan met
zeshonderd jaar vertraging. Over evolutie gesproken. (Jij gebruikte deze
woordspeling ook in jouw stukje, vandaar.) Dat wilde ik graag even aan je
kwijt.
Daniël, mijn publiek bestaat uit hooguit enkele tientallen
lezers, een enkele keer ruim honderd, als ik de woorden ‘Ter Apel’ en/of ‘Carnaval’
gebruik in de titel. De kans dat je dit leest is dus relatief klein, maar wie
weet. Vergeef me dat ik jouw naam als titel heb gebruikt. Jij bent tenslotte
een BN-er. En dat trekt toch altijd volk.
Met vriendelijke groet,
Albert Winkel
Geen opmerkingen:
Een reactie posten