zaterdag 6 september 2014

Ongeduldig

Afgelopen zomer waren er van die zwoele nachten waarop ik het fijn vind om helemaal alleen in de tuin te zitten. Jaren terug alweer heb ik achter de schuur een houten vlonder getimmerd waarop het heerlijk toeven is. Bij een bouwmarkt kwam ik van die houten terrasstoelen tegen die je zelf in elkaar moet zetten. Je kunt er heerlijk lui in achterover zitten. Als je je hoofd achterover op de leuning legt kijk je bijna recht omhoog. Echtgenote en buren gaan gewoonlijk eerder naar bed dan ik. Zo kan ik dan heerlijk van de rust en de sterrenhemel genieten.

Ik weet niet of ik het ooit heb genoemd maar ik heb nog nooit een vallende ster gezien. Of misschien toch want er staat me nog bij dat ik vorig jaar op een avond, toen er in de krant had gestaan dat er een meteorietenregen aanstaande was, me dat bericht te binnen schoot en snel naar buiten ben gerend om een paar van die dingen op te vangen. Het enige wat ik toen zag was een korte flits. Het duurde niet langer dan een tiende van een seconde. Hoog boven aan het firmament een lichtstreepje van een paar centimeter. Ik vond het maar een aanfluiting.

Terwijl ik daar dus zat besloot ik goed op te letten of ik iets aan de nachtelijke sterrenhemel kon ontdekken. Bepaald geen sinecure want ik moest knap mijn best doen om niet in slaap te vallen. Het enige wat ik zag waren lichtjes van vliegtuigen die hoog boven me bezig waren met overuren maken. En dat terwijl de nacht het meest productieve deel van een etmaal is voor verschijningen, een onzichtbare hand op je schouder of lichtgevende mannen met witte vleugels die je een boodschap komen brengen waar je niet op gerekend had. Of een enkele keer zelfs een elfje zo groot als een libelle die met haar toverstafje twinkelende ministerretjes produceert en je met een tik op je neus verandert in een knappe prins. In mijn geval zou ze me natuurlijk terug veranderen in een kikker, maar dit terzijde.

Ik heb er denk ik wel dik een uur gezeten. En wat denk je? Niks. Is het nou potverdorie zo moeilijk voor die lui om aan iemand die speciaal een uur uittrekt om op hun verschijning te wachten iets van zich te laten horen? Geen stem die roept dat ik het fout heb maar dat hij toch van me houdt en me daarom eeuwig zal laten lijden in zijn hellevuur. Geen half verrotte zombie uit WW2 die zegt dat ik op zijn plek zit. Geen grijs mannetje van een andere planeet. Geen kaboutertje en geen elfje. Niet eens een verdwaalde entiteit uit het Tempelbos. Echt helemaal niks. Daar kan ik me nou zò kwaad over maken! De halve wereld wordt te pas en te onpas uit de slaap gehouden door dat spul en ik kan rustig een uur zitten blauwbekken. Dit is geen toeval meer. Ondankbare nietsnutten zijn het. Ze kunnen niet eens aantonen dat ze bestaan.

Geen opmerkingen:

Een reactie posten