Wat ik nou toch weer beleefd heb is eigenlijk niet eens zo heel bijzonder. Maar het deed me denken aan een blunder uit een van mijn vorige levens. Ik heb geen idee hoeveel levens een mens heeft maar ik heb er al een paar achter de rug. Inmiddels raak ik op zo’n leeftijd dat de kans op weer een nieuw leven steeds kleiner wordt, maar, je weet het niet. Eerst even over vandaag.
Ik was in een woning bezig waar een oude mevrouw woont. Een van de kamers zag er echter wat jongensachtig uit. Dat kan allerlei redenen hebben die mij geen bal aangaan. Maar nu viel mijn oog toevallig op een ingelijste poster met het gezicht er op van een mooie meid met daaronder in een halve maan de afbeeldingen van vele medailles. Ik keek er natuurlijk maar half naar maar op een of andere manier dacht ik dat het Renate Groenewold was.
Het is u wellicht niet ontgaan dat ik geen groot sportfanaat ben en er tevens heel veel televisiezendtijd aan mij niet besteed is. Als ik mensen zie schaatsen denk ik aan Ad en Keesie. En aan de spanjaard Gomez die nauwelijks beter schaatste dan ik. Nou, dan moet je wel heel slecht kunnen schaatsen. Als er voetballen op is denk ik aan Suurbier, Rensenbrink en Van der Korput. Cruijff moest toen geloof ik nog geboren worden. Daarmee houdt het voor mij wel zo’n beetje op. Om mij heen hoor ik wel eens dat ook in de sportwereld de tijd niet stilstaat maar ik heb mijn handen al vol aan mijn eigen tijd en die van de sportwereld hoef ik er niet bij te hebben.
Dat ik de dame herkende als Renate Groenewold is in mijn optiek dus niet eens zo heel bijzonder.
Maar toen moest ik dus denken aan toen. Het was in die jaren dat Renate de vonken van de klapschaats reed en de ene medaille na de andere in de wacht sleepte. Heel Nederland droomde zowat van haar. Over de inhoud van die dromen waag ik maar even niet te speculeren. Het was tevens in die jaren dat ik als reizend koopman weekmarkten frequenteerde met mijn kraam gevuld met brood en banket. Zo stond ik vrijdags en zaterdags in Musselkanaal en toevallig kwam er wel eens een mevrouw Groenewold aan de kraam. Dat wist ik want je kon bij mij sparen voor een slagroomtaart en op de spaarkaart vulde men toen nog argeloos naam en adres in. Op deze gedenkwaardige dag verscheen wederom mevrouw Groenewold in het gezelschap van, wat ik aannam, haar dochter. Het overige publiek viel stil en keek steels om zich heen en mevrouw Groenewold deed net alsof er niets aan de hand was. Ik snapte er niets van en dacht dat alle aandacht voor mij was en trok alle registers van malligheid maximaal open. Het publiek reageerde echter stoïcijns en de dochter glimlachte wel lief, maar ja, wist ik veel wie dat kind was. Toen de dames Groenewold weg waren viel men woedend over mij heen. Wist ik dan niet dat het de beroemde Renate betrof die tussen de medailleregen door toevallig een weekend bij haar moeder was?
Even terug nu. In mijn argeloosheid trok ik de conclusie dat de bewoonster uit de eerste alinea wel eens de oude mevrouw Groenewold kon zijn die ter herinnering aan de gloriedagen van haar dochter een poster met al haar medailles had ingelijst. Kan toch? Dus vroeg ik tussen neus en lippen door of ze van schaatsen hield. Ze keek me een wijle verbaasd aan. Ik moest beschaamd uitleggen welke poster ik bedoelde. Toen barstte ze in lachen uit. De poster betrof de eveneens zeer beroemde, edoch door mij niet herkende zwemster Ranomi Kromowidjojo. Ja lach maar, hoe kon ik dat nou weten? Haar nog thuis wonende zoon hield van zwemmen, of in ieder geval van het kijken naar zwemmen, en zodoende. Ja, ze probeerde zoonlief wel eens voor te bereiden op de toekomst, wanneer zij er niet meer is. Maar hij maakte nog geen aanstalten om zelfstandig te worden. Of zoonlief zelf dan ook aan zwemmen doet wilde ik weten.
‘’Nee, hij kan niet zwemmen en het komt er nou ook niet meer van want hij is al 47. Maar kijken kan altijd.”
Geen opmerkingen:
Een reactie posten