Daar zitten ze, aan de hoge tafel in de kamer tegenover elkaar. Natuurlijk is de achterdeur op slot. Een klopje op het raam en twee blije gezichten lachen mij toe. Ik kan me niet herinneren dat ze ooit niet gelachen hebben als je langskomt. Altijd blij met bezoek, altijd welkom. Binnenkort wordt hij 90 jaar. Zij is net 89 geworden. Koffie natuurlijk, nee nee, blijf zitten! Dat kan ze zelf nog wel! Stel je voor, visite die zelf koffie gaat halen. Ze wonen nog steeds zelfstandig in hun eigen huis met tuin. Beetje hulp voor het zware werk, verder doen ze nog alles zelf. Mooi zo laten. Ze willen niet verhuizen, hier willen ze blijven. Tot het niet meer kan. Dan houdt het op.
Vader ‘s gedachten worden beheerst door de Olympische Spelen. Er zit hem een liedje dwars. Van vroeger. Amsterdam 1928. Hij is dan 6 jaar en speelt met zijn kornuitjes op straat in Laren NH. Op school hebben ze een liedje geleerd en dat zingen ze op straat na. Hij kent het nog precies.
Hup, hup, hup, olympiade,
Jongens zet je beste beentje voor,
Drink geen bier maar limonade,
Olympiade, olympiade….
De herinnering is voor hem zo helder als was het gisteren. Terwijl dingen die hij vorige week hoorde vandaag al verdwenen kunnen zijn. “Ik kan toch merken dat ik geen zestig meer ben!”. Tja, zo gaat dat. Op 3 augustus 2012 klinkt het nog vast en zuiver, zonder haperingen. Van de olympische spelen in 1928 weet hij verder niets. Maar dat liedje, dat laat hem vandaag niet meer los.
Ik moet alweer gaan, ik heb nog boodschappen in de auto en die moeten nodig in de koelkast. “Hoe laat kom je morgenmiddag?” Ik kijk haar vragend aan. “Of hebben we het er niet over gehad?” Dat hebben we niet maar dat geeft niet. De ooms en tantes blijven allemaal slapen en of ik wil helpen de bedden klaar te zetten. Natuurlijk. 90 en 89 jaar. Hotel la Mama. Dag en nacht geopend.
Geen opmerkingen:
Een reactie posten