In het voorbijgaan zie ik haar liggen. Ze is dood, maar het
lijkt alsof ze slaapt. Stengel en blaadjes plat op de grond, het witte kopje
een beetje ingezakt. Bedekt met kleine grijze pareltjes bevroren
dauwdruppeltjes. Het is een trieste aanblik. Ik sta er even naar te kijken,
wordt er wat mismoedig van. Waarom moest dit jonge leven sterven? Vol goede
moed duwde ze de bol open en wrong ze haar steel door de aarde omhoog. Ik stel
me voor hoe ze zich volzoog met haar eerste ademtocht kooldioxide. Hoe ze haar
beide blaadjes langs haar lichaam omhoogtrok naar boven. Hoe ze haar witte kop
opstak om de voorjaarszon te begroeten. Fier en vol zelfvertrouwen komt ze in
een paar dagen tijd tot volle wasdom. Ze schopt met haar wortels in de aarde om
de anderen wakker te schudden: “Kom naar boven! Het is voorjaar!”. Maar ze
wordt niet geloofd. Het is te vroeg, vinden de anderen, het is nog te koud.
Ze hebben gelijk, het is nog te vroeg. Koning winter deelt
nog lukraak flinke klappen uit. Daar is ze niet tegen bestand. Nog voor ze zich
kon openen om haar stuifmeel ter beschikking te stellen sterft ze vruchteloos.
Eenzaam bevriezend op de koude aarde. Het is 15 maart 2013.
Geen opmerkingen:
Een reactie posten