vrijdag 5 april 2013

Goedgekeurd

Het industrieterrein heeft betere tijden gekend. Ooit was het een parel van bedrijvigheid in economisch bloeiende tijden. Hier werden eens bussen vol werknemers die toen nog arbeiders heetten naar hun werkplek gebracht. Auto’s, brommers en fietsen reden af en aan. Dat was in de tijd dat er nog grote industrieën in Nederland waren, voordat deze met subsidie onder het mom van kennisexport naar lage-lonen landen werden verplaatst. Daarna werden de subsidies verstrekt aan instanties die zich bezig hielden met het bieden van dagbesteding aan de mensen die voorheen nog prima in de fabrieken terecht konden. Nu zijn inmiddels deze subsidies ook weer opgedroogd want er is nu een goedkoper middel om het werkvolk bezig te houden: commerciële televisie rondom de klok, waar ze dan ook nog zelf voor moeten betalen. Iedereen blij.

Het industrieterrein ziet er nu uit als een filmset in een post-nucleaire oorlogsfilm. Lang en droog gras, rommelige en afgebladderde panden, bestrating als een mozaïek van stenen, tegels, zand en asfalt. Maar tussen al deze mistroostigheid wappert een trotse vlag boven uitbundig versierde reclameborden. Hier bevind zich het APK keuringsstation welke zich over mijn overjarig koekblik zal ontfermen. De binnenkant van het pand is al even rommelig als de buitenkant. Her en der ligt en staat gereedschap en garageapparatuur die hun werkzame leven reeds lang achter zich hebben gelaten. Alles is verscholen onder een dikke laag stof. De dienstdoende keurmeesters zien er al even wild uit maar zijn verder allervriendelijkst. Het onderwerp van gesprek wordt met speels gemak op de brug gereden. Er wordt getoeterd en met de lichten geknipperd. Er wordt aan de wielen getrokken en geduwd en de carrosserie wordt voorzichtig beklopt. Er worden codes op een kladblokje gekrabbeld. De man is nog geen vijf minuten bezig geweest. Maar dan is er slecht nieuws. De linker voorband is glad en de rechter bijna. Ik vind het zelf nog wel meevallen en probeer de man het door de vingers te laten zien. Maar hij is onverbiddelijk. Eerst moet er 40 euro worden afgerekend. Het kladblokblaadje met de codes dient als betaalbewijs. Dan mag ik buiten het linker voorwiel verwisselen met het reservewiel en pas daarna is de keurmeester bereid de auto af te melden. Maar er is een alternatief. Er is een bevriend bedrijf welke banden verkoopt en monteert tegen geringe vergoeding. Het bevind zich op enige kilometers afstand. Ik besluit dat twee nieuwe banden à 50 euro per stuk inclusief montage de moeite waard zijn ten opzichte van het geklungel met krik en wielmoersleutel op een koud en winderig industrieterrein. Ik verdedig mijn besluit met de gedachte dat een boete wegens gladde banden vermoedelijk sterk kostenverhogend werkt. En mijn gemoedsrust wordt gesust met het warme gevoel iets te hebben bijgedragen aan de verkeersveiligheid. En de twee bekertjes lauwe automatenkoffie zijn gratis. De hele exercitie duurde van 09.00 tot 11.30 uur, uit en thuis. De meeste tijd ging op aan wachten en heen en weer rijden. Maar mijn geliefde groene vriendje kan er nu weer een jaar tegenaan.

Op een schoolbord aan de muur van het bandenbedrijf staat met wit krijt een bemoedigende spreuk geschreven: “Verliefdheid is als in je broek poepen. Iedereen ziet het maar alleen jij kent het warme gevoel.”

Geen opmerkingen:

Een reactie posten