Het dorpje ligt ’s zomers rustiek verscholen tussen het
groen. In dit jaargetijde ligt het vol in het zicht tussen dor en kaal hout.
Rondom het mistroostige geheel staan verspreid over het landschap enkele
smakeloos verbouwde boerderijtjes. Geheel gespeend van enig historisch besef
heeft men de bedoeninkjes verbasterd tot Eftelingsprookjes. Met op het erf een
overdaad aan oude werktuigen en gereedschappen. Als de oorspronkelijke bewoners
deze gereedschappen werkelijk bezeten zouden hebben zouden ze de koning te rijk
zijn geweest. Nu kunnen ze zich slechts misnoegd omdraaien in hun graf.
Een oud boerderijtje gaat vaak gepaard met een flinke lap
grond. De huidige bewoners hebben ook gewoon rekeningen te betalen en maken van
de nood een deugd. Zo zie je langs de landweggetjes overal borden staan met
aanprijzingen van koopwaar. ’s Zomers zijn het aardappelen, in het najaar
pompoenen en ’s winters kerstbomen. Een enkeling die zijn sprookjeshof vlakbij
een bos heeft ingericht heeft seizoenbestendig haardhout in de aanbieding.
Op weg naar het Drentse dorpje waar zich mijn werkplek voor
die week bevond maakte ik kennis met een landbouwproduct wat ik nog niet kende.
Kennelijk is de noodzaak van innovatie ook doorgedrongen tot de gelederen van rustieke
sprookjesfiguren. Een groot wit bord langs de kant van de weg vermeldde in
dikke zwarte letters: ‘PERZAKS’. Ik ben er in die week meermalen langs gereden.
Het was op deze ijskoude novembermiddag dat ik tot het besef kwam dat dit
voorlopig de laatste kans was om te achterhalen wat perzaks zijn. Er stond
niets anders op dan poolshoogte te nemen, op het gevaar af dat ik opgescheept
raakte met een partij perzaks. Op het moment dat ik het erf opliep richting het
bord kwam er vanuit het kabouterhuisje een luid blaffend ruig behaard bolletje
aangerold. Het bolletje was gelukkig nogal kortademig en het zou nog enige tijd
duren voordat het al te gevaarlijk dichtbij kwam. Daarachter verscheen een
kruidenvrouwtje. Kruidenvrouwtjes zijn types die in hun jonge jaren alternatief
en modern waren. Op enig moment hebben ze de slag naar de realiteit gemist en
zo kan het gebeuren dat ze nu nog steeds meisjesachtig gekleed gaan in een
bloemetjesjurk en de lange grijze haren in een paardenstaart dragen. Daarover
dragen ze dan een zelfgebreid bruin vest. Dit type voegde er als concessie aan
het boerenbestaan nog een paar praktische groene laarzen aan toe. Er was nog
tijd om opzichtig net te doen of de telefoon ging en met een wuivend gebaar van
druk-druk-druk in de auto te springen. Het alternatief was het aanhoren van een
lange monoloog over de ongetwijfeld heilzame werking van perzaks. Op dat moment
viel mijn oog op een tweede bord wat plat op de grond lag. Er op stond KG. Toen
begreep ik het. Beide borden moesten de zin ‘PER ZAK 5 KG’ voorstellen.
Ik zal nooit weten wat er per zak van 5 kilo werd aangeboden
en wat zo’n zak dan moest kosten. Het bruine vest riep vanuit de verte dat ‘ze’
op waren. Het ruig behaarde bolletje had zijn heldhaftige poging inmiddels ook
gestaakt.
Geen opmerkingen:
Een reactie posten