vrijdag 4 mei 2012
Dodenherdenking op zijn smalst.
De burgemeester en wethouders in Vorden zullen gedacht hebben de dodenherdenking eens aan te passen aan de moderne tijd. Tenslotte vallen er in een oorlog doden aan beide kanten. Maar nee, een Joodse organisatie heeft via een kort geding weten te verhinderen dat de route niet langs een aantal graven van Duitse soldaten mag lopen. Nee, stel je voor dat ze wakker worden, denk ik dan vals. Maar ik hoop dat de Joodse organisatie andere motieven heeft. Motieven die overigens even begrijpelijk als onzinnig zijn. Begrijpelijk als je kijkt naar wat er in WW2 gebeurt is, onzinnig als je in een wat breder verband zowel de geschiedenis als de tegenwoordige tijd bekijkt. Ik kom hier zo op terug.
Soldaten van de vijand hebben ook nabestaanden die verdrietig zijn. Dat is een aspect wat onder invloed van de geschiedschrijving en Hollywood voor ons dappere Nederlanders maar moeilijk te verteren is. Daarbij komt dat wreedheden tegen de burgerij per definitie een zaak van de vijand is. Aan welke kant je ook staat. Onze geallieerde vrienden hebben bij de bevrijding van Europa ook de nodige wreedheden tegen Duitse burgers op hun geweten. Maar ach, wat geeft het, het is immers toch maar de vijand. De Europese eenwording ten spijt moet ieder land zijn eigen doden maar herdenken. Voor overstijgend vermogen is bij nationale herdenkingen geen plaats.
Iedereen weet wat de ‘holocaust’ is. Jodenvervolging is echter geen typisch ‘40-‘45 verschijnsel. Op Wikipedia is te lezen: “Jodenvervolging is gecoördineerd geweld tegen en onderdrukking van de Joodse bevolkingsgroep. Jodenvervolging in christelijk Europa kwam op gang rond het jaar 1000, en werd na het begin van de kruistochten (1095) hevig, gruwelijk en onvoorstelbaar barbaars. Sindsdien verdween het (zeker in Europa) nooit helemaal. Eén van de vele oplevingen ervan vond plaats in de 19e eeuw; in die periode werd ook de term antisemitisme ingevoerd voor Jodenhaat en Jodenvervolging.” Einde citaat. Let even op het woord ‘christelijk’ in de tekst. Dat ene kleine woordje in de tekst, maar met zo’n lading…. Jodenvervolging is een christelijk verschijnsel. De Rooms-katholiek Adolf H. te B. wist dit gegeven succesvol uit te buiten voor zijn eigen politieke agenda, en daarbij is hem door onze verklede vrienden uit het Vaticaan geen strobreed in de weg gelegd. Met Pasen worden we “bedankt voor die bloemen”. Maar “sorry voor onze steun aan Adolf” heb ik nog nooit mogen horen.
Dat Joden boos en verdrietig zijn is alleszins begrijpelijk. Maar allemaal hebben we een dikke laag boter op ons hoofd. Ieder volk heeft zo zijn duistere kanten. Wij dappere Nederlanders, allemaal verzetsstrijders vinden we zelf, hebben gedurende ons koloniale verleden de nodige wreedheden op ons geweten. En de moderne Joden, in Israël, kunnen hun handjes, stokken, zwepen, geweren en F16’s maar nauwelijks thuis houden. Daar weet het Palestijnse volk alles van. Dodenherdenking is goed, maar denk ook eens aan de doden die we zelf op ons geweten hebben. Ik vind het woord ‘Dodenherdenking’ niet van toepassing op wat wij elk jaar op 4 mei aan het doen zijn. Er moet bij vermeld worden over welke doden we het precies hebben. Een passende titel zou zijn: ‘Herdenking van uitsluitend onze doden’. Ik denk niet dat ik met dit voorstel de handen op elkaar krijg. Het zij zo. Opdat wij niet vergeten.
Abonneren op:
Reacties posten (Atom)
Geen opmerkingen:
Een reactie posten