Ik was laatst op een feestje, daar sprak ik een meneer.
Die had er veel verstand van, maar waarvan weet ik niet meer.
Hij praatte en vertelde, het ging aan een stuk door.
Op het laatst werd het vervelend, deed pijn aan het gehoor.
Ik was laatst op een feestje, daar zag ik een mevrouw.
Ze deed heel erg haar best, maar de reacties waren lauw.
Ze pronkte en ze showde, ze hield een heel betoog,
Op het laatst werd het vervelend, vertroebelde het oog.
Ik was laatst op een feestje, maar ik zag alleen mezelf.
Ik praatte en ik pronkte, en dat ging door tot kwart voor elf.
Dan was ik weer die knappe heer, dan weer die mooie vrouw.
Maar op het laatst besefte ik, dit is niet wat ik wou.
Toen ging ik naar een kerk, maar ik zag niemand meer.
Geen mooie vrouw, niet eens mezelf en ook geen lieve heer.
Ik geloofde de verhalen niet en had ook geen plezier.
Als dit het leven is, dacht ik, dan leef ik het niet hier.
Ik was laatst bij een uitvaart, maar zag en hoorde niets.
Men snotterde en huilde, iemand hield een lange speech.
Ik wist niet wat ik te zoeken had, één dikke grijze mist.
Tot dat ik in de gaten kreeg, ik lig zèlf in die kist.
Ik was laatst in de hemel, dat is pas een saaie boel.
Niemand thuis, de kachel uit, niet eens een luie stoel.
Ik dacht nog, God, wat doe ik hier, dit heeft geen enkele waarde.
Als er ergens iets te leven valt, dan is het wel op aarde.
Nu sta ik in het leven, het is de moeite waard.
En ik ben zielsgelukkig dat ik niet volledig was ontaard.
Daarom, ga door met leven, het is niet altijd feest.
Het hiernamaals is een zoete droom, totdat je er bent geweest.
Geen opmerkingen:
Een reactie posten